“Zonder zich af te vragen of ik er op zit te wachten” …
“In het algemeen”. Hoe hij dat uitspreekt. Alsof hij allang geen jongen meer is. Oubollig. Soms kijkt, beweeg en praat Bouwe oubollig. Alsof de een of andere Apeldoornse ambtenaar, Middelburgse bibliothecaris of Zwolse schoolmeester bezit van hem neemt. Kleurloos wordt hij dan. En tegenspraak duldt hij niet. Zijn verzet tegen mijn twijfels, mijn suggesties bestaat uit een stoïcijnse blik, een monotone voortzetting van de eigen koers. Een autist die mij drie bladzijden uit het telefoonboek voordraagt, zonder zich af te vragen of ik op die informatie zit te wachten
Desanne van Brederode in Het Opstaan (Querido, 2013)