Af en toe krijg ik de vraag hoe je aan iemand met autisme kan zien of h/zij/hun liefde of genegenheid voor je voelt. Ik probeer die vraag in deze blog met nuance en vanuit eigen ervaringen te beantwoorden, zonder te vervallen in clichématige antwoorden zoals ‘vraag het hem/haar’ of ‘geef hem/haar een kus’.
‘Kijk mij in de ogen. Hier, kijk. Kijk, hier. Kijk, kijk, kijk. Kijk eens diep in mijn ogen. Ja hoor, je kan het. Je kan het goed. Zo, ja, mooi …’ Zo herinner ik me het jaren geleden, in de therapeutische sessies die ik als kind volgde. Later werd de toon minder liefelijk, en zagen mensen in (kwalitatief tekort aan) oogcontact en lichaamstaal iets wat er niet altijd was. In deze blog vertel ik hoe ik lichaamstaal beleef en wat ik er aan heb gedaan om het (iets) beter te maken. Al zijn er uiteraard ook beperkingen waar ik probeer mee te leven.