Telkens ik een sociaal evenement bijwoon, gaat daar een zorgvuldige afweging aan vooraf tussen aanwezigheid en de gevolgen daarvan. De motivatie om deel te nemen aan evenementen komt bij mij vooral voort uit gedeelde passies en mensen waar ik graag bij ben. Het omgaan met deze sociale situaties vereist voordenken en voorbereiding, waarbij ik het respecteren van mijn persoonlijke grenzen centraal stel. In deze tekst ga ik daar dieper op in.
Een overzicht van tien dingen die je van mij als autistische ervaringsdeskundige wel/niet mag verwachten, inclusief een mindmap van wat mijn ervaringsdeskundigheid voorstelt.
Een zomerse reflectie vanop een terras over de overweldigende wereld die mij toch fascineert om allerlei redenen en waar ik van geniet, en probeer mee om te gaan vanuit mijn autistisch brein. Een kernwoord dat in me opkwam was ‘amai’.
Een recensie van “Understanding Autistic Relationships Across the Lifespan” dat een diepgaande analyse biedt van relaties voor autistische personen. Het boek bespreekt vroege hechting, kindervriendschappen, adolescentie, volwassen relaties en ouderdom, benadrukt de rol van technologie, en biedt adviezen en inzichten over toxische relaties.
In onze wereld van dooddoeners en schijnbare vanzelfsprekendheden ervaar ik tal van momenten waarop sociale signalen vaak niet zijn wat ze lijken, en grenzen flinterdun zijn. In deze blog ga ik in op de grens tussen vriendschappelijke glimlach en geflirt.
De eerste indruk die ik aan mensen wil geven, hangt natuurlijk ook af van welke mensen ik ontmoet, maar hoedanook geeft zo’n indruk volgens mij een verkeerde voorstelling van wie ik ben. Niettemin probeer ik enkele eigenschappen van die eerste druk na te streven, en het besef dat er hoedanook misvattingen kunnen blijven ontstaan.
Waarom ik de voorbije vijftien jaar vooral de bedoeling van mens-zijn en de context van een autismediagnose, oplossingen vinden om beter contact te maken, soms te weinig zie genoemd worden.
“Vroeger was het de normaalste zaak van de wereld dat mensen zich terugtrokken om ongestoord te kunnen werken, of gewoon om tot zichzelf te komen. Tegenwoordig wordt je bijna opgenomen in de psychiatrie als je wat teveel op je kamer doet wat je graag doet. Hoe komt dat toch dat isolatie, volgens mij met alleen je gedachten worden achtergelaten – in godsnaam een wijdverspreide trope is voor ongelukkig zijn?”, vraagt ze zich af. Ik probeer de vraag van Brigitte genuanceerd te beantwoorden.