“Waarom normaal niet werkt” van Dietrich Moerman en Daphné De Troch bekritiseert de traditionele werkstructuren in de kenniseconomie en pleit voor neurodiversiteit. Het boek legt een grote verantwoordelijkheid bij managers voor inclusie, maar genereert ook een ‘advocacy tax’ voor neurodivergente werknemers. Het mist vooral realistische oplossingen en verdoezelt complexe inclusie-uitdagingen.
Neurodiversiteit is een term die mensen verbindt, maar ook verwarring kan veroorzaken over identiteiten en behoeften. Uit onderzoek blijkt dat terwijl veel neurodivergente mensen de term gebruiken, ze ook de noodzaak van concrete veranderingen in de samenleving benadrukken. Taal alleen is niet genoeg; daadwerkelijke ondersteuning is cruciaal. Een samenvatting van een onderzoek en enige kritiek van mezelf.
Robert Chapman’s “Empire of Normality” onderzoekt neurodiversiteit binnen een kapitalistisch systeem, waarbij ‘normale’ mentale gezondheid als een statistische constructie wordt gezien. Het boek levert waardevolle maatschappelijke kritiek, maar biedt weinig praktische oplossingen voor de uitdagingen waarmee neurodivergente individuen geconfronteerd worden in hun dagelijks leven. Het blijft een theoretische discussie zonder directe toepasbaarheid.
Peter Vermeulen betoogt dat het concept ‘neurotypisch’ een illusie is; elk brein is uniek en neurodiversiteit is de norm. De term is ooit satirisch bedoeld, maar wordt nu te serieus genomen, wat leidt tot een onterechte tweedeling. Echte diversiteit moet in de spotlight staan.
In dit artikel probeer ik te antwoorden op de vraag “wie is neurodivers?” die ik vaak krijg. Neurodiversiteit verwijst naar de natuurlijke variatie in breinfuncties, terwijl neurodivergentie betreft wie frictie ervaart met maatschappelijke verwachtingen. Er zijn verschillende visies op wie neurodivergent is, variërend van formele diagnoses tot zelfidentificatie. Neurodivergentie heeft veelal een sociale en politieke invulling dan dat het gelinkt is aan diagnoses.
Een verkenning en beschouwing van eigen ideeën over de vraag welke toekomst autisme (nog) heeft, met nuance en meerzijdigheid van perspectieven in het achterhoofd.
Jo Bervoets’ “Autisme en neurodiversiteit: een andere manier van zien” biedt een diepgaand, reflectief inzicht in neurodiversiteit. Met een spannende mix van wetenschap en filosofie pleit hij voor een herinterpretatie van autisme als een andere waarnemingservaring, niet als stoornis. Het boek stimuleert anders denken en luisteren.
Jeanne, een vrouw met autisme, voelt zich als een buitenstaander in de moderne wereld van 2025. Ze schrijf dat haar ervaringen van synesthesie en historische herinneringen haar kalmte bieden en verbinding met het verleden. Terwijl ze haar verleden herbeleeft, vindt ze rust in een tijd waarin haar anders-zijn als heilig werd beschouwd.