Het EO-programma ‘Een buitengewoon gesprek’ heeft controverses geopend binnen de autismegemeenschap over representatie en inclusie. In de discussies bleek vooral validisme en aspie supremacy de overhand te hebben, en bleek dat niet zozeer het televisieprogramma zelf de beeldvorming te verzuren maar eerder de reacties van binnen de autismegemeenschap zelf.
Hoe kan je als onderzoeker of als iemand die schrijft of spreekt over (mensen met) autisme termen gebruiken die recht doen? Hoewel niet iedereen wakker ligt van ‘correcte’) terminologie, stelt een Amerikaans onderzoeksteam in hun artikel ‘Avoiding Ableïst language’ stelt een Amerikaans onderzoeksteam dat bewustzijn van hoe onze taal over autisme is geëvolueerd een goed begin is. Taalgebruik weerspiegelt volgens hen de houding tegenover autisme en kan belangrijke gevolgen hebben voor mensen met autisme en hun beeldvorming. Ze geven een aantal suggestie van termen die minder validistisch (getuigend van minderwaardige houding tegenover de ander) en minder neerbuigend of medisch bevooroordeeld zijn. Toch leggen ze ook nuances: veel van het taalgebruik hangt af van tijd, plaats en manier van gebruiken, stellen ze tot slot.