Af en toe krijg ik vragenlijstjes van studenten, meestal ter voorbereiding van een scriptie, over mijn autismebeleving, of hoe ik sta tegenover een bepaald thema dat al dan niet verband houdt met autisme of mijn handicapervaringen. Ik vul die altijd graag in, zeker als ze me nadien ook een exemplaar van hun eindproduct doormailen. Dit keer kreeg ik een lijstje van vijf vragen over mijn verhaal over autistisch leven, van Marie van het getuigennetwerk van GRIP vzw. Ik beantwoord graag deze vragen vanuit hoe ik mijn verhaal doe.
Over een jongen met autisme die aan een arts vertelt wat er gebeurd is ’s morgens vooraleer hij bij hem kwam. Vrij verteld en vertaald naar een fragment uit The Man Who van regisseur Peter Brook en Marie-Hélène Estienne (Bloomsbury, 2002)
Nummer vijfenveertig in de reeks van 1000 vragen aan jezelf-blogs. Over in welke talen ik me verstaanbaar kan maken, waarover mijn (klein)kinderen me zullen vragen te vertellen eens ik oud ben en wat er verkeerd is maar goed klinkt. Of ik mezelf mooi vind, welk sociaal stigma de samenleving maar niet kan afleren, en wat er in de mode zal zijn ongeacht welke tijd. Over wat het spontaanst is dat ik ooit heb gedaan, wat (of wie) er met mij begraven zou moeten worden, wat er in een contactadvertentie over mij zou moeten staan en hoe ik mij gedraag in een spookhuis.
Citaat van Margot, vrouw met autisme, in Goed Gevoel van 18 januari 2017 over hoe ze vroeger haar autisme meteen kenbaar maakte, ook aan mensen die ze pas kende, maar daarvan is teruggekeerd. Ook op de arbeidsmarkt vind ze het beter een afwachtende houding aan te nemen.