Jessica, een neurodivergente vrouw met een autistische broer, vraagt me hoe ik de donkere randen onder de ogen van de autistische mensen in haar omgeving, die ze steeds vaker opmerkt, zou kunnen verklaren en wat eraan te doen is. Ik probeer er vanuit mijn eigen ervaringen met donkere randen (en vanuit mijn autismebeleving natuurlijk) op te antwoorden.
Vermoeidheid is steeds meer een ereteken, iets om trots over te zijn, schrijft Knack Magazine deze week. Ik heb daar vragen bij en reflecteer over mijn eigen (chronische) vermoeidheid en de invloed van autisme daarop.
Wat ik zoal doe, denk of droom rond twee uur tweeëntwintig ’s morgens (of ’s nachts). Rond slapeloosheid, het museum van beelden in mijn hoofd, niet kunnen uitstellen en vooruitblik op de ochtend.
Als kind al overkwam het me wel eens dat ik me afvroeg hoe het zal aflopen, hoe de toekomst zou stoppen, en wat er daarna zou komen. Aanvankelijk was ik erg triest dat ik het niet zou meemaken. Na al die jaren denken heb ik daar een voorlopige theorie over, en ben ik ook enigszins over mijn verdriet (of ik maak me dat toch wijs).
De achtenveertigste editie van 1000 vragen aan jezelf met vragen welke bloemen ik geef als geschenk, waarom ik welterusten verkies boven een goede dag wensen, welk dier best aardig zou zijn op het formaat van huiskat, wat me ’s nachts wakker houdt, wat me motiveert om te gaan sporten en zo meer.