In deze blog geef ik een persoonlijk antwoord op de vraag van Elodie, 26 jaar: Sinds kort heb ik een autismediagnose, maar ik ben écht niet van plan om dat zomaar aan iedereen te vertellen. Waarom zou ik mijn persoonlijke medische informatie op straat gooien? Het lijkt wel alsof iedereen vindt dat je die diagnose moet delen met je vrienden, familie, date en zelfs je werkgever. Maar ik zie het als iets dat ik voor mezelf wil houden – iets waar ik aan wil werken en niet wat ik aan iedereen moet uitventen. Denk jij dat ik verkeerd ben, of zijn er nog meer mensen die begrijpen dat sommige dingen gewoon privé moeten blijven?
In deze tekst benadruk ik de frustratie en stress die “waarom”-vragen kunnen veroorzaken bij mij, en en sommige andere autistische mensen, en geef ik praktische tips voor alternatieven. Ik pleit voor directe vragen en begrip voor individuele verschillen, en benadruk dat empathie en flexibiliteit leiden tot betere verbindingen in een inclusieve samenleving.
Chantal stelde een gevoelige vraag over autisme, die vaak als ongepast wordt beschouwd., namelijk ‘ben je altijd al autistisch geweest?’. Ik antwoord zowel ‘ja’ als ‘nee’, en probeer de nodige nuance te leggen in de antwoorden.
Lezeres Kim, zonder enige formele diagnose of zelfidentificatie, vraagt hoe ze kan weten of ze neurotypisch, neurodivergent, neurodivers of normaal is. In deze blog probeer ik dat uit te leggen, inclusief hoe ze dit kan te weten komen.
Theo heeft moeite met regen en vraagt me wat ik doe als het regent. Hij vind dat zijn autisme zijn last met regen nog verergert. Zelf heb ik er iets minder last van, en in deze blog doe ik enkele suggesties wat hij zou kunnen doen.
‘Meestal zeg ik niet dat ik autistisch ben, hoewel ik daar zelf niet aan twijfel’, begint Karel, die sinds enkele jaren een autismediagnose heeft’, zijn mail. ‘Ik raak telkens overstuur als ik in zo’n geval een vraag teruggeworpen krijg. Dat gebeurt meer dan ik zou willen. Ik zit daar nadien dan tot weken mee in mijn hoofd. Ik wou dat ik een beetje meer ad rem was, en gewoon iets eruit kon floepen, ook al zou dat tot een ruzie geleid hebben. Onlangs kreeg ik weer zo’n vraag, waarvan ik me afvraag hoe die mensen er toch op komen zoiets aan mij te vragen. ‘Geloof in je autisme’, klonk het toen. Wat kan een mens daar nu voor zinnigs op antwoorden? Weet jij misschien iets?” Ik probeer deze vraag vanuit eigen ervaring en met de nodige nuance te beantwoorden.
Marjorie denkt dat haar beste vriendin autistisch is maar ze durft het haar niet te zeggen. Ze vraagt of ik daar een idee over heb. Ik probeer vanuit eigen ervaringen en genuanceerd mijn visie neer te schrijven in deze blog.
Af en toe krijg ik een mail uit eerder onverwachte hoek of met een verrassende vraag. Zo mailt me Bart me met deze vraag: “Als student maatschappelijk werk hoor ik regelmatig, zowel van ouders als van anderen, dat we mensen met autisme, en in het bijzonder kinderen en jongeren, niet mogen proberen te veranderen, maar moeten accepteren zoals ze zijn en aan de slag gaan met wat er goed gaat. Daar ben ik het niet mee eens. Waarom zou iemand, of die nu autistisch of niet, de kans laten schieten om het autisme zo veel mogelijk te behandelen en weg te krijgen? Het zou toch jammer zijn dat we bij de pakken blijven zitten! Hoe zie jij dat?” Ik probeer deze vraag genuanceerd en vanuit eigen ervaringen te beantwoorden.