Af en toe krijg ik vragenlijstjes van studenten, meestal ter voorbereiding van een scriptie, over mijn autismebeleving, of hoe ik sta tegenover een bepaald thema dat al dan niet verband houdt met autisme of mijn handicapervaringen. Ik vul die altijd graag in, zeker als ze me nadien ook een exemplaar van hun eindproduct doormailen. Dit keer kreeg ik een lijstje van vijf vragen over mijn verhaal over autistisch leven, van Marie van het getuigennetwerk van GRIP vzw. Ik beantwoord graag deze vragen vanuit hoe ik mijn verhaal doe.
Een vakantiekaartje of ansichtkaart sturen, het lijkt enigszins kneuterig geworden, maar ik doe het toch nog vaak. Maar hoe begin je aan zoiets en hoe hou je het kort genoeg, scheidt je hoofd – van bijzaken op zo’n kaartje? In deze blog een samenvatting van mijn ervaringen met ansichtkaartjes schrijven.
Een vertaald fragment van Makai Peter Kristof (University of Szeged, Hongarije) in The Paradox of Reading Autistic Fiction. In : Exchanges between Literature and Science from the 1800s to the 2000s: Converging Realms / Marcia Lemos & Miquel Ramahete Gomes (Cambridge Scholars Publishing, 2017) over de wederzijdse beeldvorming van mensen met en zonder autisme in verhalende boeken rond het thema autisme, welke mensen met autisme hierin vooral aan bod komen, en welke twee belangrijke boodschappen hierin centraal staan.
Citaten met betrekking tot autisme uit ‘Verhoren van minderjarigen en kwetsbare volwassenen’ (Maklu, 2014) (ISBN 9789046607282) (reeks Politie Praktijk Boeken) van M. Bockstaele en B. Declercq