Nu het zomer is je hier koppen kan lopen, gebeurt het best wel vaak dat ik, meestal onverwacht, aangesproken wordt. Soms door een mens die eruit ziet als een toerist, soms door een bekende die graag een praatje slaat. Het begint vaak met een schijnbaar eenvoudige vraag. Waar die toe leidt, is minder voorspelbaar. In deze blog ga ik in op mijn beleving van die communicatie, de wederkerigheid die wat stroef loopt, en de positieve en mindere kanten van zo’n praatje.
Wat de wintertijd voor mij betekent, beste Esme (43), dat hangt af van wat u ermee bedoelt. Doelt u op de tijd van heerlijk koude dagen, warm onder het deken, hete chocolademelk en feeërieke verlichting. Of doelt u eerder op het gefrutsel met de klok, die socio-economische routine die vandaag haar feestdag viert? In deze blog ga ik op beiden in.
In de derde aflevering van 1000 vragen aan jezelf dit keer over ‘guilty pleasures’, of het uitmaakt wat anderen van me zeggen, wat mijn favoriete dagdeel is, of ik goed kan koken (en waarom (niet)), of ik een gelukkig kind was, wat mijn droom is en wanneer ik voor het laatst helemaal niets heb gedaan.
De zomer is er, maar wat doe je dan zoal? Meer van hetzelfde of volledig iets anders? Deze periode ben ik gevoelig voor een opstoot van depressie, en dus hou ik het bij routines, aangevuld met nu en dan een excursie uit mijn gewoontes. De meer grensverleggende activiteiten hou ik wel voor de herfst en de lente.