‘Excuseer, mag ik u iets vragen?’ … autisme en communicatie

Foto van Alicia Steels op Unsplash

 

Nu het zomer is en je hier, aan zee, op de (met Covid-19 besmette) koppen kan lopen, gebeurt het best wel vaak dat ik, meestal onverwacht, aangesproken wordt door mensen die op toeristen lijken (kleurig gekleed, andere manier van doen) of gewoon bekenden zijn.

Het begint vaak met een schijnbaar eenvoudige vraag. Waar die toe leidt, is minder voorspelbaar.

Ik heb intussen ontdekt dat ik op bepaalde vragen niet moet ingaan. Of toch niet op dezelfde manier. Zo ga ik niet meer in op vragen als ‘Heb je even tijd?’, ‘Heb je toevallig nog vijf euro?’, of ‘Mag ik even telefoneren?’. Ik loop ook voorbij aan mensen die me zomaar op de man af vragen hoeveel ik betaal voor mijn telefoon – of energierekening (water, gas, elektriciteit). In die gevallen is het voor mij duidelijk geworden dat ik mij vooral uit de voeten moet maken.

Schijn bedriegt, maar straatcriminelen zien mij meestal als een eenvoudige, goedgelovige jongen met beperkte intelligentie. Zodanig zelfs dat ze overmoedig worden, en al lijken te denken dat hun buit binnen is zodra ze mij aanspreken.

Veel situaties zijn echter niet zo eenvoudig in te schatten. Met straatenquêtes of petities heb ik het altijd moeilijk. Ik zou de hardvochtige consument kunnen zijn, en zomaar voorbijlopen, maar dat wil ik niet. Sommige jonge mensen doen dit om hun studies te betalen of om een vervoermiddel te kopen. Dan wil ik, in het geval van een enquête, wel even tijd vrijmaken om enkele vragen te beantwoorden. Al hangt het natuurlijk af over welk thema het gaat, en hoe mooi de ogen zijn van de jonge dame die mij aanspreekt.

Ook als iemand een praatje wil slaan, bijvoorbeeld, zonder een vraag, durf ik wel eens tijd te nemen (en goed mijn geld vasthouden natuurlijk). Of als iemand de weg vraagt, in een taal die bijna niemand in onze buurt spreekt. In zo’n geval word ik gecharmeerd door de sfeer van eenzaamheid dat deze mens, man of vrouw, uitstraalt.

Voor je het weet, steekt die zijn of haar hele levensverhaal af, en ligt mijn schema overloop. Dat mag voor sommige mensen dan wel overkomen als een bijkomstigheid, voor mij heeft het grote gevolgen. Bovendien lukt het mij zelden of erg moeilijk om een informeel gesprekje af te ronden. Zo’n praatje aangaan of zo’n gesprekje gaande te houden, dat is ook moeilijk, maar mij aan iemand onttrekken, met een smoesje of de waarheid, dat vind ik pas erg lastig.  Als het dan tot een einde komt, is dat omdat er een stilte valt nadat ik meermaals iets letterlijk opvatte, te veel in details inging, of de tolerantiedrempel voor irritatie bij de ander is overschreden.

Betrokkene heeft in gesprekken ook vaak of altijd de neiging om wat anderen zeggen (te) letterlijk op te pakken. Betrokkene gaat in gesprekken ook teveel in op details. Dat irriteert anderen en geeft vaak problemen, bijvoorbeeld wanneer de ander iets wil uitleggen, en betrokkene op een detail blijft ingaan, of wanneer de andere een hiërarchisch meerdere is binnen werk – of schoolsituatie.

Het overkomt me natuurlijk niet alleen ’s zomers, en bij mensen die toerist lijken. In mijn leven heb ik tot nu toe vooral mensen ontmoet die eenzaam, in armoede, met een of andere (voormalige) verslaving, met veel intrafamiliale onenigheid en onverzorgd leven. Ik denk dat het komt omdat ik hen respecteer en op dezelfde manier aanspreek als zou ik anderen aanspreken. Af en toe krijg ik van hen te horen dat ze mij ‘precies zoals iemand van ons’ vinden. Ik weet niet goed wat ze daarmee bedoelen en hoe ik er mee om moet. Ik heb intussen besloten het maar als een complimentje en zeg in zo’n geval ‘dankjewel’.

Hoewel ik graag mensen groet, gebeurt dat bij die mensen vaak meermaals per dag. Ik merk dat ze de hele dag in de stad rondreizen. Het lastige daarbij is dat ze telkens ik hen groet ook een gesprekje willen aangaan. Van zulke gesprekjes geniet ik meestal niet, en het kost mij ook veel energie. Bovendien ben ik op zo’n moment met mijn hoofd vaak bezig met het afwerken van mijn schema. Dat klinkt egocentrisch, en is het wellicht ook, maar anders krijg ik niets voor elkaar, en kan ik evengoed in mijn bed blijven liggen.

Zowel ’s winters als ’s zomers als tijdens tussenseizoenen gebeurt het dat ik me dag in dag uit voel als een straattherapeut, die groet en praat, en weer verder gaat. Ik hoor zo wel het een en ander, vooral dan wat er gebeurt in achterkamers en bruine kroegen, maar het is best vermoeiend. Die gesprekjes zetten me vaak wel aan het denken. Des te meer omdat ik bij deze contacten niet zo vaak iets van mezelf vertel of doorvraag. Het blijft vaak bij een monoloog en ventilatie.

Tegelijk denk ik dat ik zo’n gesprekje ook wel zou waarderen mocht ik zo alleen zijn als sommige mensen, vooral van iemand die hen niet probeert te veranderen of hulp opdringt. Hoogstens geef ik een paar tips als ze een vraag stellen over hun huisdier dat lichamelijke klachten heeft. Er zijn dierenartsen die soms al eens iets doen zonder vergoeding, maar dierverzorging voor mensen met een laag inkomen ken ik in onze buurt niet meteen.

Zeker in deze tijden, in de zomer en tussen twee lockdowns, merk ik vaak dat een praatje bij mij vooral passief en actief luisteren inhoudt. In meningen verkondigen of discussies voeren zoals dat gebeurt op het terras van het café even verderop, ben ik, verbaal tenminste, geen hoogvlieger. Zeker bij mensen die wat minder compatibel zijn met autistische communicatie. Toch ben ik niet van plan dat op korte termijn te veranderen, en mij over te geven aan feestjes, dinertjes of recepties. Toch niet voordat het veilige genoeg is voor iemand met zoveel kwaaltjes die veel te graag gesmaakt worden door het Covid-19-virus.

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.