Norah, lezeres van deze blog en kersvers autismedeskundigen, vraagt me via mail “Ik vind het enorm fascinerend dat een aandoening die toch vrij ingrijpende beperkingen met zich meebrengt door sommigen toch als een ‘superkracht’ wordt gezien. Zie jij jouw autisme ook zo en hoe sta je tegenover mensen die zo’n idee ernstig nemen?’ In deze blog probeer ik een zo genuanceerd mogelijk antwoord te geven vanuit mijn eigen ervaringen
In zijn nieuwe boek The Pattern Seekers: How autism drives human invention (Basic Books, 2020) verklaart autismegeleerde Simon Baron-Cohen dat hypersystematiserende autisten de evolutie hebben aangestuurd. Toch ziet hij elk van de vier ‘d’s’ (verschil, stoornis, handicap en ziekte) toepasselijk bij mensen met autisme. Als daar goed mee wordt omgegaan kunnen de talenten van autisten tot hun recht komen. In deze blog een vrij vertaalde samenvatting uit een ruimere tekst in zijn boek.
Op aangeven van LAVA (lees – en adviesgroep volwassenen met autisme) bespreek ik een artikel over wat werknemers met autisme kan helpen op de werkvloer om met verwachtingen om te gaan. Bij werknemers met autisme blijkt dat het potentieel hoogstaand kwalitatief werk onder andere door drempels op de werkvloer zelf vaak niet verzilverd raakt. Stress in de werkomgeving en beperkingen in sociale omgang blijken de belangrijkste daarvan. Sociale steun van collega’s helpt weliswaar neurotypicals maar hulp buiten de organisatie (via coaching of anderen met autisme of zichzelf kunnen zijn) helpt het meest voor mensen met autisme. Sociale communicatie met collega’s lijkt het meest problematisch volgens werknemers met autisme. Voor die niet-autistische collega’s lijkt werkstress voor veeleer een ‘dingetje’ en soms eens lastig terwijl het voor werknemers met autisme aanzet kan zijn tot opgebrand raken. Vooral goede relatie met het management (op alle niveaus) kan autistische werknemers helpen volgens dit artikel.
In deze blog ga ik in op een aantal tendensen als het gaat om positieve elementen van (leven met) autisme maar ook de versnippering van ideeën daarover in onze samenleving, ook bij mensen met autisme zelf. Ik gebruik daarvoor mijn eigen ervaringen en inzichten maar steun ook op recent Brits onderzoek dat een groep mensen met autisme bevroeg over de thema’s die zij belangrijk vonden in de positieve beleving van autisme. Ook de invloed van de omgeving (ouders, familie, hulpverlening) blijkt hierin belangrijk.
Alfonsien (‘Sien voor de vrienden), een jonge alleenstaande vrouw met autisme, stuurde me onlangs een mailtje met de vraag of de diagnose voor mij ook zo’n schok was, en hoe ik die eerste weken of maanden beleefde. In deze blog probeer ik vanuit eigen ervaringen te beschrijven hoe ik mijn diagnose beleefde en welke lessen ik eruit trok.
In een onderzoek met focusgroepen van de Universiteit van Reading (Verenigd Koninkrijk) werden zeven mythes over autisme geformuleerd die in het grote publiek het meeste leefden, en welke acties het belangrijkst waren om deze te counteren.
Een van de vragen die ik de laatste weken kreeg van lezers en geïnteresseerden, was die van Oliver (33), een man met autisme, die graag wil weten op welke leeftijd je het best autist bent. Ik probeer deze fascinerende vraag met zin voor nuance en vanuit eigen ervaringen te beantwoorden op deze blog.
Wat vinden kinderen met autisme het leukst aan zichzelf, Waar zijn ze volgens zichzelf absoluut het best in en Waar beleef je het meest plezier aan … het zijn in deze tijden misschien wel goede vragen. Vragen die aan bod kwamen in een recent onderzoeksartikel, waarvan ik in deze blog de essentie probeer te beschrijven. Ter inspiratie of als lectuur.