‘Welk tegengif bestaat er voor autisme?’ … autisme en behandeling

Om een of andere voor mij onduidelijke reden, komen er behoorlijk wat vragen op mijn blog vanuit de veronderstelling dat ik geen autistische persoon maar een autismedeskundige ben die, ergens in Nederland, een praktijk heeft, en die nauw samenwerkt met zowel onderzoekers als bekende auteurs over autisme. Misschien komt het daarom dat de mensen die dit aannemen vragen stellen die soms wat weinig respect tonen tegenover autistische mensen, en die veronderstellen dat het wenselijk is dat autisme ‘uitgewist’, ‘genezen’ of ‘verdrongen’ wordt.
Een van de vaak gestelde vragen is die naar een ‘tegengif’ voor autisme. Lina, moeder van een ‘moeilijk kind met autisme’ en ex van een ‘zwaar autistische man’, is een van de weinige mailers die er geen doekjes om windt. ‘Bestaat er ergens, hier of elders, een soort tegengif voor autisme?’, vraagt ze in haar mail. ‘Om de toekomst van mijn kind beter te maken, en om mijn ex beter te verstaan’.
Vooreerst is dit een vraag die bij autistische mensen, en mensen die sterk betrokken zijn, beledigend kan overkomen of een (psychologische) allergische reactie kan uitlokken.
Ik zou die vraag natuurlijk kunnen interpreteren op een andere manier: namelijk wat je kan doen in het geval je mensen ontmoet die zich autistisch gedragen, in de meest negatieve betekenis van het woord, namelijk buiten hun context trekken, zeer gericht op details die volgens anderen weinig relevant zijn en zeer sterk van zichzelf vertrekken in de manier hoe ze met mensen omgaan.
Op deze blog interpreteer ik de term autisme echter vanuit mijn eigen autismebeleving, en dus laat ik die invalshoek buiten beschouwing.
Vooreerst zie ik autisme niet binnen een gif-antigif-context. Ik zie autisme niet als een gif, of veroorzaakt door een giftige stof, waarvoor er een tegengif, een substantie die de werking kan neutraliseren of vertragen of verzwakken, zou bestaan.
Verder vraag ik me af wat de vraagsteller verwacht van zo’n (hypothetisch) tegengif.
Zou het dan het tegendeel of net het verdwijnen, niet langer bestaan van autisme als doel moeten hebben? En wat zou dat tegendeel dan zijn: een andere aandoening met tegenovergestelde kenmerken van autisme, of alles doen wat een autist niet kan zonder dat dit zou leiden tot een andere classificatie? Zou iemand een betere levenskwaliteit willen zoals zowel autistische mensen als hun omgeving dat zien, of alleen een betere levenskwaliteit vanuit wat zij als levenskwaliteit beschouwen? Of zou het vooral om meer maatschappelijk succes en gepast gedrag gaan? Kortom, veel vragen die ik (nu) niet kan beantwoorden.
Helemaal tegen zo’n tegengif ben ik ook weer niet. Evenmin zoals ik bijvoorbeeld mijn depressie en paniekstoornis voluit, in alle triestheid, wil beleven, en daarom antidepressiva en angstremmers neem om ze enigszins af te remmen. Onvoldoende om er mij van bewust te blijven dat ik een meer structurele oplossing wil, maar voldoende om aan die meer structurele oplossing te kunnen bouwen, onder andere via psychotherapie. Ik ben me er wel bewust van dat depressie een stemmingsaandoening is, en autisme te maken heeft met een ontwikkeling en andere werking van de hersenen en wat daarmee onlosmakelijk is verbonden. De invloed van de omgeving, in de ruimste zin van het woord, is volgens mij nog sterker bepalend bij autisme dan bij depressie.
Dat er geen specifiek tegengif voor autisme bestaat, heeft er natuurlijk ook mee te maken dat autistische mensen in min of meerdere mate niet slechts autistisch zijn en volkomen uniek zijn, maar ook in andere levenssituaties leven en op een andere manier hun autisme en hun omgeving beleven. Ze zijn in de eerste plaats mensen die elk een eigen mix hebben van beperkingen en mogelijkheden, die niet altijd evenveel te maken hebben met autisme. Bij de een bepaalt autisme meer hun leven en omgang met de omgeving en samenleving dan bij de andere. Daarnaast kan iedere persoon met autisme ook bijkomende mogelijkheden en beperkingen hebben, die niet altijd goed te onderscheiden zijn van hun autismebeleving.
Sommige mensen zien een tegengif in chemische behandelingen, zoals het gebruik van antipsychotica, antidepressiva of stimulantia; psychologische behandelingen, zoals cognitieve gedragstherapie, sociale vaardigheidstraining en gedragstherapie en ondersteuning voor gezinnen en hulpverleners om hen te helpen autistisch denken en autismebeleving te verstaan en er mee om te gaan. Uiteraard zijn er bij elk van deze behandelingen (ongewenste) neveneffecten, hoewel niet altijd duidelijk is hoe deze ontstaan.
De voorbije jaren verplaatst de klemtoon stilaan van het verdringen of wegwerken van autistisch gedrag naar het verbeteren van de omstandigheden voor alle betrokkenen zodat de autistische persoon zowel als zijn/haar/hun omgeving meer geluksmomenten en volledig leven kunnen ervaren. Zelf vind ik dat inzicht krijgen in wat je goed kan, de oplossingen die bij jou je leven vooruithelpen, en de omgevingen waarin je je goed voelt, hoe je autisme daarbij kan helpen (of net niet), en hoe je ook mensen in je omgeving kan de hand reiken, nog het belangrijkste ‘tegengif’ kan zijn. Een tegengif tegen bij de pakken blijven zitten, denken dat er geen plaats bestaat voor jou of voor mensen met autisme in je omgeving, alles verwachten van anderen of hogerop, en een antigif tegen cynisme en tegen verwaarlozing van jezelf en je eigen talenten.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.