Omgaan met begrensd zijn … autisme en grenzen

Foto van Pascal Meier op Unsplash

 

Als wij iets gemeen hebben, u en ik, ieder van ons, is dat we grenzen hebben. Dat lijkt soms anders. Zo denken sommige mensen in termen van met en zonder beperkingen, geldig en ongeldig, relevant en niet relevant voor de doelgroep. Toch is dat slechts een kwestie van verwarrend taalgebruik.

Ook ‘geldige’ en ‘relevante’ mensen zonder beperkingen zijn begrensd. Ook al schrijven ze dat vaak toe aan omstandigheden waar ze voorlopig overzicht of inzicht in tekort schieten. Mochten anderen maar het licht hebben gezien, voldoende budget voorzien en prioriteiten weten te stellen, klinkt het, dan zouden ze pas werkelijk kunnen laten zien wat ze in hun mars hebben. Mankementen genoeg dus, bij die groep met niet nader omschreven of zelf erkende beperkingen.

Ook al ben ik nog vrij jong, ik heb intussen gemerkt dat sommige mensen het interessanter vinden om over de begrenzingen van een ander te spreken en te schrijven dan over die van zichzelf. Meestal om die grenzen in vraag te stellen, te ontkennen of om anderen aan te sporen die te overschrijden. Dat kan best goed bedoeld zijn, maar soms is het gewoon projectie van eigen grenzen op die van een ander.

Het is voor mij intussen, door de verrijkende invloed van veel verschillende mensen, duidelijk geworden dat ik enorm veel grenzen heb. Dat vind ik trouwens niet erg, het is niets om me over te schamen. Het maakt me wel enorm kwetsbaar als ik er over spreek of schrijf, omdat het meteen in vraag wordt gesteld als er geen hulpmiddelen, medicatie of medische erkenning tegenover staat. Toch zijn die beperkingen, welke term er ook aan gegeven wordt, integraal deel van mij, iets waar ik mij bewust van ben.

Het tegendeel beweren zou pas erg zijn. Dat zou dan meteen de zoveelste bevestiging zijn van een vaak gebruikt cliché over mensen met autisme, dat ze zich niet bewust zijn over hun eigen grenzen en beperkingen. Dat is vaak het geval, maar niet zo vaak dat het veralgemeend mag worden. Het heeft volgens mij meer te maken met de mate van absoluut denken, verstandelijke vermogens (zowel ‘hoog’ als ‘laag’), de kracht of onmacht van verbeelding en tal van andere factoren die misschien minder met autisme te maken hebben. Veel mensen zonder autisme, maar met beperkingen op vlak van persoonlijkheid, karakter, emotionele schade of statusangst hebben het vaak moeilijker met grenzen, die van zichzelf maar nog meer die van anderen.

Als ik over mijn grenzen spreek (en schrijf), bijvoorbeeld tijdens lezingen over autisme(beleving, – ervaring), bedoel ik niet zozeer dat ik beperkt zelfredzaam ben. In de zin dat ik door aangeboren beperkingen meer professionele en financiële ondersteuning nodig heb dan de meeste andere mensen. Ik zie mijn begrenzingen veeleer tussen het nemen van een initiatief en geconfronteerd worden met een stootbalk, een schijnbaar onoverkoombare hindernis, een materiële of immateriële lijn, waardoor ik, met de beste wil van de wereld, niet verder kan.

Soms begint dat al bij het nemen van een initiatief. Soms slaag ik er niet een bepaald initiatief te nemen omdat het niet opkomt in mijn verbeelding dat zoiets zou kunnen, dat ik zoiets zou kunnen, dat zoiets überhaupt mogelijk zou kunnen zijn. Dat zie ik overigens ook bij mensen zonder autisme, dat hun verbeelding tekort schiet om bepaalde stappen te zetten waarvan ik denk: doe dat toch, in godsnaam, zo moeilijk kan dat toch niet zijn.

De voorbije jaren heb ik vaak gehad dat een ouder, familielid, vriend/kennis, hulpverlener of nog iemand anders mij vroeg waarop ik dan wachtte om een bepaald initiatief te nemen. Toch is het niet zo eenvoudig dat iemand mij  vanuit de eigen logica en verstandelijk probeert te overtuigen van iets te doen, met de verwachting dat ik dan ook zal doen.

De meest zinnige initiatieven die ik heb genomen in mijn leven, zijn volgens mij niet logisch, en veeleer een gevolg van een langzame opeenvolging van stappen die voor anderen die, bijvoorbeeld bij mij, verandering willen zien, vaak niet te overzien zijn. Als ik dan toch initiatieven neem die ik me niet meteen kan voorstellen, of die ik op dat moment gewoon waanzinnig vind, is dat vaak door een sprong te nemen in het diepe, met doodsverachting, vanuit langzaam opgebouwd vertrouwen in die ander.

Waar ik het meest op mijn grenzen stoot, is, niet zo verrassend wellicht, in het dagelijks leven. Als ik een praatje maak met een van mijn buren, bijvoorbeeld. Of tijdens het uitvoeren van een opdracht voor iemand die graag wil dat ik het beste van mezelf geef. Ook als ik een van mijn hobby’s beoefen merk ik het. En natuurlijk ook bij het omgaan met zintuiglijke, lichamelijke en sociale stress. Op die momenten kan ik over – of onderprikkeld geraken, in een implosie of explosie vervallen, en uiteindelijk vast geraken. Onwrikbaar vast vaak.

Op zo’n moment verlies ik elke aangeleerde truc en tegelijk ook elke drijfveer om nog gezellig te doen of nog verder engagementen op te nemen. Dat kan geleidelijk aan maar ook abrupt gebeuren, en vaak onvoorspelbaar, waardoor sommige mensen zich wel eens afvragen of ik intussen geen andere persoon ben geworden, of dat het misschien aan hen ligt, of ze iets verkeerd hebben gezegd.

Hoe graag ik hen dan ook zou uitleggen hoe het precies zit, dat ik van goede wil ben, en waar ik precies ontspoorde, ik kan het op dat moment niet, en later ben ik al weer volledig ingenomen door de draaikolken van dat moment. Het kan een tijd duren, vooraleer ik uit de storm geraak, op een gegeven moment aanspoel, en ik me afvraag, als het stof is neergedwarreld, wat ik mezelf toch aandoe.

Vroeger probeerde ik dan, vanuit een vreselijk schuldgevoel, meteen weer alles op te pikken, mij te excuseren en verloren afspraken recht te zetten. Intussen weet ik dat dit voor mij de beste manier is om het nog erger te maken. Grenzen laten zich immers niet zomaar opheffen, en doen gewoon hun taak, aangeven dat de weg waarop ze staan niet de juiste is voor mij.

Net zoals het aan mij is er af en toe tegen te lopen met mijn hoofd. Daar kan niemand iets aan doen. Het enige wat mij dan rest, is dat te noteren op mijn innerlijke kaart, en een andere weg te kiezen, die mogelijks veel verder leidt dan de vorige. Zonder iemand of iets de schuld daarvoor te geven, maar door vooruit te gaan. Met af en toe een pauze om van de omgeving te genieten. Op een bankje, samen of alleen, omgeven door een groen glooiend landschap.

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.