Je kent ze vast, die plaatjes met twee cirkels, waarvan de kleinste benoemd is als ‘comfortzone’ en de grotere als ‘het leven van je dromen’ of ‘where the magic happens’. Steeds vaker wordt die schadelijke mythe, gebaseerd op muizenonderzoek, gelukkig doorprikt. Geïnspireerd door een recent opinie-artikel in De Standaard probeer ik in deze blog mijn ervaring met comfortzones te beschrijven en waarom het beste daarbinnen gebeurt (en dat erbuiten slechts een van de elementen is die bijdraagt tot een goede comfortzone).
Nummer drieënveertig in de reeks van 1000 vragen aan jezelf-blogs. Of ik het belangrijk vind mijn opinie te laten horen. Wat vrouwen willen. Hoe ik een derde oog zou gebruiken mocht ik dat hebben. Of ik gemakkelijk negatieve ervaringen of gedachten van me kan afzetten. Wat er in mijn boekenkast staat. Wat mijn handschrift zegt over mij. Hoe mijn handigheid zich verhoudt tot mijn verstand. Welk lichaamsdeel ik met wie zou willen delen mocht ik daartoe de kans krijgen. Mocht er een broodje naar mij genoemd worden (wat een idee!) wat er dan zou op mogen. En niet in het minst en tot slot hoe goed ik kan zwijgen.
Els van Peborgh ( Filosoof, lid van het centrum voor Europese Filosofie aan de UAntwerpen en aspirant van het FWO, tevens moeder met een zoon met autisme) in ‘Het bedrieglijke normaal van autisme’ (De Standaard, 28 maart 2017) over hoe het label autisme kan bevrijden.
Hebben mensen met autisme buitengewone talenten? Volgens de ene wel, volgens de andere niet. In The New York Times verscheen over dit thema vorige week een opinieartikel van de twee auteurs van een pas verschenen boek hierover: ‘The Prodigy’s Cousin: The Familiy Link between Autism and Extraordinary Talent’. Dat gaat dieper in op wat ‘prodigy’s’ of wonderkinderen zijn, op hun empathie en het mysterie rond hun mogelijkheden (en soms ook beperkingen). Het boek zelf heb ik niet gelezen, het is nog maar pas uit, maar het artikel leverde alvast stof tot nadenken. Daar ga ik op deze blog op in, met de nodige twijfels over het begrip en vragen waarom wij wonderkinderen nodig hebben.