Angie, lezeres van deze blog, voelt zich schuldig om zoveel dingen, schrijft ze, en ze wil graag weten of dit iets met autisme heeft te maken en hoe er mee om te gaan.
Ik lijd aan overschatting. Het is misschien niet zo ‘bon ton’ om het te zeggen, maar het is zo. Waar mensen mij het meest in overschatten is mijn vergevingsgezindheid. Hoe dat zit, en hoe ik met ‘vergeven’ om ga, in een poging vrij te ademen probeer ik in deze korte tekst uiteen te zetten.
Kenzo (29) mailde me gisteren deze bedenkingen bij mijn blog, met name dat autisme als te speciaal, te negatief wordt voorgesteld op deze blog. Dat mensen met autisme helemaal niet zo speciaal zijn, iedereen wel een barst in zijn bovenkamer heeft., en dat de samenleving zelf ‘schuld’ heeft aan hoe het met ‘ons’ (mensen met autisme) gaat. Ik probeer hier kort op te reageren.
Het voornaamste dat iemand met autisme nodig heeft is een cheerleader, iemand die hem aanmoedigt op te houden met denken wat hij niet kan en zich goed te voelen over wat hij wel kan. Mijn voornaamste doel is hem te helpen bij het zich goed voelen over wat hij kan. en is. Als hij tevreden is over zichzelf, zullen alle therapieën beter werken. Hij moet ons ontmoeten, misschien niet halfweg maar ergens. Ik laat hem niet toe het hoofd te laten hangen, ik laat hem niet in bed liggen en… Read more ‘Mensen met autisme hebben een cheerleader nodig’ →
We zeggen tegenwoordig dat je kan zien welke gebieden anders zijn in de hersenen als iemand autisme heeft? Oké, we hebben dat gezien. Maar is autisme daarom een probleem? Autisme is een probleem omdat we in onze samenleving heel communicatief, heel extravert met elkaar willen omgaan. Daarom vallen mensen die minder communiceren, of die dat anders doen, meer op. Niet omdat ze een verschillend soort hersenen hebben. Ongetwijfeld zie je ook verschillen in de hersenen tussen mannen en vrouwen. Kan je daarom ook zomaar zeggen: we gaan een van die… Read more ‘Is autisme daarom een probleem?’ →
Alles kan beter. Dat was de rode draad op school tussen mijn zesde en negentiende. Dat werd stevig op het hart gedrukt, in de oren geknoopt en in onuitwisbare inkt getatoeëerd. Nog niet op de huid, maar alleen omdat tatoeages alleen voor onderkruipsels waren. Wij, daarentegen, waren Gods kinderen. Neem dat vooral niet te letterlijk, zei mijn moeder toen ik dat thuis vertelde, je bent gewoon een jongen zoals alle anderen. Kan je écht niet beter? Gods kind of gewoon een zoon … in die tijd was ik niet zo… Read more Niet perfect, toch geprobeerd →