Vlak voor ik naar de hogeschool vertrok, rond mijn negentiende, mocht ik deelnemen aan een interscolaire schrijfwedstrijd. In dit stuk vertel ik over mijn ervaringen daarbij, over het onderwerp (Fingerspitzengefühl) en hoe ik uiteindelijk verdienstelijk eindigde (zij het naast de hoofdprijs).
Geïnteresseerd in dit artikel? Het is opgenomen in mijn nieuwste boek ‘Gedurfde vragen’, uitgegeven bij Cyclus (een imprint van Garant). U kan het bestellen via de uitgeverij of een boekhandel. U kan kiezen voor een gesigneerd exemplaar met persoonlijke boodschap, en het boek bestellen via het contactformulier op deze blog.
‘Kijk mij in de ogen. Hier, kijk. Kijk, hier. Kijk, kijk, kijk. Kijk eens diep in mijn ogen. Ja hoor, je kan het. Je kan het goed. Zo, ja, mooi …’ Zo herinner ik me het jaren geleden, in de therapeutische sessies die ik als kind volgde. Later werd de toon minder liefelijk, en zagen mensen in (kwalitatief tekort aan) oogcontact en lichaamstaal iets wat er niet altijd was. In deze blog vertel ik hoe ik lichaamstaal beleef en wat ik er aan heb gedaan om het (iets) beter te maken. Al zijn er uiteraard ook beperkingen waar ik probeer mee te leven.
Een tijd geleden las of liever bekeek ik het boek The obsessive Joy of Autism (de bezeten blijdschap van autisme) van Julia Bascom & Elou Carroll (Jessica Kingsley, 2015). In dit stuk probeer ik dit (prenten)boek geschreven door een vrouw met autisme te bespreken. Een leesverslagje dus, maar zonder echt lezen.
Een jaar of tien geleden maakte ik voor het eerst kennis met het woord. Bavardage werd toen voorgesteld als een wondermiddel, een techniek die alle deuren deed open gaan. Ik heb erop getraind maar helaas ben ik er nog altijd niet goed in. Hoe dat in elkaar zit, vertel ik in deze blog.
Als kind al overkwam het me wel eens dat ik me afvroeg hoe het zal aflopen, hoe de toekomst zou stoppen, en wat er daarna zou komen. Aanvankelijk was ik erg triest dat ik het niet zou meemaken. Na al die jaren denken heb ik daar een voorlopige theorie over, en ben ik ook enigszins over mijn verdriet (of ik maak me dat toch wijs).
Tijdens het wachten op een onderzoek medische beeldvorming, in wachtzone 7 – er zijn immers geen wachtzalen meer maar in elkaar overvloeiende zones – gebeurt teveel om op te noemen, maar toch doe ik een poging om een indruk te geven in dit stukje tekst.
Een auto door het verkeer loodsen is een huzarenstukje. Een recent onderzoek stelt dat mensen met autisme minder bumperkleven, maar iets minder snel reageren op snel veranderende verkeerssituaties. Hoe ik daar mee omga, en welke ervaringen ik heb met rijden en de perceptie daarvan, schrijf ik in dit stuk.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.