
Mijn thuisloze hoofd … autisme en verhuizen
Telkens ik verhuis, intussen al zes keer in mijn leven, heb ik een moment tussen ‘thuizen’, wanneer ik al verhuisd ben maar mijn hoofd het nog niet beseft. Op zo’n moment heb ik een thuisloos hoofd.
Telkens ik verhuis, intussen al zes keer in mijn leven, heb ik een moment tussen ‘thuizen’, wanneer ik al verhuisd ben maar mijn hoofd het nog niet beseft. Op zo’n moment heb ik een thuisloos hoofd.
Bespreking van het interview van Anke van Puijenbroek, autistische auteur van ‘Spoor ik wel? : een kijkje in het hoofd van een autist’ (Boekscout, 2019) in Dag Allemaal, van 6 augustus 2019
Om te schrijven heb je handen nodig, een hoofd en een hart. Die lieten het de laatste tijd wat afweten. Dat is nu verbeterd, en vergde wat rust. Hoe dat kwam en hoe ik de rust vond (of iets dat rust benaderde) beschrijf ik in deze tekst.
Nummer zesenveertig in de reeks van 1000 vragen aan jezelf-blogs. Over de momenten in mijn leven waarop er een rood licht gaat knipperen, of ik wel eens een wereldwonder heb gezien, hoe mijn land zou veranderen mocht iedereen kunnen stemmen, waar ik mijn nieuws vandaan haal, welke decoratie ik in huis heb, met wat ik voor het laatst hard heb gelachen, welke vreemde voedingscombinatie ik lekker vind, of ik soms fantasiegesprekken heb in mijn hoofd, of ik een geheim goed kan bewaren, en wanneer ik voor het laatst een feest heb meegemaakt.
Het is dinsdag. En het regent niet, voor de verandering. Of minstens bij het begin van de dag. Er is wel zoveel grijs dat er vast genoeg is om het hele olifantenverblijf van de Zoo mee te voorzien. In mijn hoofd is het voor het eens veelkleurig, valt de verwarring van wringende bochten nog mee, en klinken de slogans van anderen eens niet al te luid. Welkom op dinsdag, mijn lievelingsdag.
Nummer vijftien in de reeks van 1000 vragen aan jezelf-blogs. Over welke landen ik nog wil bezoeken, welke (super)kracht ik graag zou hebben, en wanneer ik wel eens door grond zakte (van schaamte). Van welk liedje ik vrolijk wordt, hoe flexibel ik wel (of niet) ben. Of er vreemde eetcombinaties zijn waar ik gek op ben. En wat ik zoal doe tijdens het wachten in een rij. Tot slot ook nog enkele moeilijker vragen: waar ik afleidt dat ik van iemand houd, of verzoeningen altijd tot littekens leiden, en of ik vaak gesprekken voer in mijn hoofd.
Georgina Derbyshire in ‘Mijn hoofd heeft het nogal druk vandaag: een moeder, een zoon en hun wonderlijke reis in de wereld van autisme’ (Lannoo, 2011) over de betekenis van lachen in haar boek en haar leven met haar zoon met autisme.
“Ik heb een ander leven dan ik voor mezelf gedacht had. Ik begrijp hoe het had kunnen zijn. Ik wilde slimmer zijn dan het leven en alles uitdenken. Ik heb volmaaktheid geëist. Even had ik het bijna. Alsof het leven mij voor de gek gehouden heeft. Waarom ben ik in mijn hoofd gaan wonen?” – Matthijs van der Meer in ‘De Regels van Matthijs’ (een documentaire van Marc Schmidt)
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.