Lezeres Sarita komt als autismeconsulente beroepshalve regelmatig in contact met volwassenen en ouderen met autisme. Als ze bij kennissen en vrienden laat weten welk werk ze doet, krijgt ze soms te horen dat autistische mensen bekend staan om hun ouderwetse houding. ‘Hoe zou dat komen volgens jou?’ vraagt ze mij in een mail. In deze blog probeer ik Sarita een genuanceerd antwoord te geven vanuit eigen ervaringen en kennis.
Veel mensen met autisme zijn sterk gemotiveerd om vrienden, relaties en hechte familiebanden te hebben, hoewel autisme vaak veralgemeend wordt als een aandoening die de sociale interactie negatief beïnvloedt. In verhalen van mensen met autisme, uit de eerste hand, lijkt het vooral dat autistische mensen zich comfortabel en op hun gemak voelen bij andere autistische mensen. Maar is dat werkelijk zo? In deze blog lees ik een onlangs gepubliceerd onderzoek vanuit mijn eigen ervaringen als mens met autisme bij andere autisten.
Op het vijfdaags onlinecongres ‘Autism Explained”, kwam dr. Peter Vermeulen van Autisme Centraal op de derde dag, met als thema ‘autisme verstaan’, in het Engels spreken rond autisme en contextblindheid. Daarin ging het onder andere over het belang van context, het begrip contextgevoeligheid, waarom mensen met autisme soms sociaal vaardiger en flexibeler zijn dan algemeen verwacht, de positieve kant van contextblindheid, waarom veel autistisch gedrag een menselijke reactie op grote onzekerheid is, het dubbele empathieprobleem in communicatie tussen mensen met en zonder autisme, het belang van ondertitels geven en het belang van context eerder dan vaardigheden onderwijzen. Op deze blog een verslag van deze uiteenzetting op basis van de geluidsopname op het moment zelf.
Toen ik in De Volkskrant veralgemeningen las over autisme in het verkeer, de rijopleiding en het rijbewijs, en de verklaring op eer van al dan niet een diagnose autisme, was ik verbaasd. Ook ik heb een rijopleiding gevolgd, heb een verklaring ondertekend, een rijbewijs behaald, en sinds kort 25 jaar rij-ervaring. In deze blog vertel ik over wat volgens mij rijvaardigheid bepaalt, en hoe ik mijn autisme aangaf aan het begin van de rijopleiding. Ook verwijs ik naar mijn boek, en wat ik heb geleerd in die 25 jaar, hoe ik me heb moeten aanpassen.
Vrij vertaald abstract van het artikel Kristien Hens & Leni Van Goidsenhoven met als titel ‘Autisme als meerduidig en dynamisch fenomeen’ in Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte met een pleidooi voor het zien van autisme als een fenomeen dat in interactie met de context bestaat, als betekenisvolle reactie op de omgeving.
Of een eigen biografie (of auto/autibiografie) echt hoort te beginnen met een anekdote uit de actualiteit weet ik niet, maar ik las het onlangs in een schrijversgids. Wat zo’n levensverhaal dan zou kunnen zijn volgens mij, hoe ik sta tegenover actualiteit en anekdotes, en waarom mijn leven een aaneenrijging is van details … dat probeer ik in deze blog 432 woorden te verwoorden.
Wendy Schuchmann, vrouw met autisme over het vraagstuk van de onoprechte getoonde belangstelling in sociale omgang, in haar boek ‘Vreemde vogel: mijn leven met Asperger’ (Smashwords, 2014)
Met het nieuwe jaar komt er ook een stroom nieuwe vragen binnen in mijn mailbox. Jonathan, man (25) met autisme, heeft het moeilijk als mensen hem zeggen dat hij te weinig aanpassingsvermogen heeft. Hij voelt dat aan als een verwijt, maar vraagt zich tegelijk ook af wat dat eigenlijk betekent, wat mensen in het algemeen ermee bedoelen als ze zoiets zeggen. Wat zou ik daar bijvoorbeeld onder verstaan, vraagt hij me. En is daar iets aan te verhelpen? In deze blog een poging om daar iets zinnigs over te zeggen.