“Neem onzekerheid weg maar vermijd de uitdaging niet” .. autisme en contextblindheid

Op het vijfdaags onlinecongres ‘Autism Explained’ dat vorige maand plaatsvond, kwam dr. Peter Vermeulen van Autisme Centraal op de derde dag, met als thema ‘autisme verstaan’, spreken rond autisme en contextblindheid.
De voertaal op dit congres was Engels. Op basis van een zelf gemaakte geluidsopname heb ik hiernavolgend verslag gemaakt. In deze sessie werd ook verwezen naar het boek ‘Autisme en Contextblindheid’. Van dit boek heb ik tevens een leesverslag gemaakt. Een overzicht van alle 45 leesverslagen, met ook andere boeken van Peter Vermeulen, kan u vinden op mijn overzichtspagina ‘Leesverslagen‘.
Dr. Peter Vermeulen heeft het onder andere over het belang van context, het begrip contextgevoeligheid, waarom mensen met autisme soms sociaal vaardiger en flexibeler zijn dan algemeen verwacht, de positieve kant van contextblindheid, waarom veel autistisch gedrag een menselijke reactie op grote onzekerheid is, het dubbele empathieprobleem in communicatie tussen mensen met en zonder autisme, het belang van ondertitels geven en het belang van context eerder dan vaardigheden onderwijzen.
Het belang van context
Het belang van context in onze samenleving is volgens Peter Vermeulen niet te onderschatten. In de wereld geldt er immers niets absoluut. Alles in ons leven heeft veel verschillende betekenissen.
Een rood licht kan betekenen dat je moet stoppen en wachten als weggebruiker. Ook als je als voetganger nog niet bent begonnen met oversteken is dat zo. Wanneer je echter halverwege op het zebrapad bent, betekent een rood licht echter het tegenovergestelde. Dan mag je helemaal niet stoppen met oversteken. Als je tenminste heelhuids aan de andere kant van de straat wil geraken.
Zo zijn er talloze voorbeelden. Een traan op je gezicht kan betekenen dat je verdriet hebt, of net heel hard gelachen of geniest hebt, of gevoelig bent voor de snijdende wind, maar zo’n traan kan ook het effect zijn van het pellen van een ui op je traanklier.
De ontwikkeling van contextuele sensitiviteit
Omdat er niets is dat een vaste betekenis heeft, hebben mensen in de loop der tijd een contextuele sensitiviteit ontwikkeld. De meeste mensen hebben het vermogen om zeer snel en onbewust de context te overzien om erachter te komen welke van de vele betekenissen van toepassing zijn en gebruikt moeten worden in een specifieke context.
Langzamerhand ontdekte Peter Vermeulen dat die contextuele sensitiviteit bij mensen met autisme anders ontwikkeld is. Dat inzicht heeft hem naar eigen zeggen een stuk vooruit geholpen in zijn werk met mensen met autisme. In het begin probeerde hij, zoals veel anderen in zijn werkgebied, om mensen met autisme gewoon allerlei vaardigheden, zoals sociale vaardigheden aan te leren.
Mensen met autisme even sociaal vaardig als niet-autisten als je de context verduidelijkt
Na een tijd ontdekte hij dat het probleem niet zozeer bij die sociale vaardigheden ligt. Het probleem voor veel autistische mensen is volgens Vermeulen eerder het vlot gebruiken van de context om erachter te komen hoe ze op een bepaalde persoon of bepaalde situatie moeten reageren.
Als je op een zogenaamde ‘contextknop’ drukt, als je de context verduidelijkt, blijken de meeste mensen met autisme volgens Peter Vermeulen even sociaal vaardig als niet-autistische mensen, en hebben ze dezelfde theory of mind als mensen zonder autisme.
De context verduidelijken kan iedereen doen, en is een houding die je je eigen maakt
Die context verduidelijken is iets dat elke ouder en elke leraar kan doen, stelt Peter Vermeulen. Daar hoef je helemaal geen gekwalificeerde trainer voor te zijn, en veel geld te betalen voor een peperdure opleiding in wat dan ook. Het is iets waardoor iedereen kan bijdragen tot een autismevriendelijker samenleving. Of je nu ouder bent, beroepskracht, buur, broer of zus, je kan mensen met autisme op een heel eenvoudige manier ondersteunen.
De context verduidelijken, ‘de contextknop gebruiken’, is echter wel iets dat je je eigen moet maken, vertelt Vermeulen verder. Het gaat volgens hem toch eerder om een houding aannemen, dan een bepaalde vaardigheid die je aanleert. Je moet de houding aannemen de context te verduidelijken. Uiteraard moet je dat doen in een taal die de persoon met autisme waarmee je in contact bent verstaat. Niet elke autistische persoon heeft immers hetzelfde taalbegrip of taalniveau.
Absoluut denken kan een voordeel zijn in sommige contexten
Wat Peter Vermeulen daarnaast nog ontdekte, was dat het begrip contextblindheid, dat hij eerst zag als niet of minder in staat zijn om de context te gebruiken, ook op een positieve manier gekaderd kon worden.
Als mensen met autisme geen context gebruiken, betekent dat volgens Vermeulen ook dat ze heel absoluut in hun denken zijn. Ze schakelen minder gemakkelijk tussen verschillende betekenen. Als de context waarin je bent vraagt om flexibel te zijn, kan het inderdaad een negatieve impact hebben. Als de context er echter een is, waarin regels en absoluut denken belangrijk is, zoals in veel STEM-gebieden, dan kan autisme net een talent zijn.
De belangrijke rol van onzekerheid in het leven met autisme
Wat Peter Vermeulen al vanaf het begin van zijn carrière deed, was verder kijken dan het gedrag dat hij bij autistische mensen zag en proberen te begrijpen waarom ze zich gedroegen zoals ze zich gedroegen. Dit is op zich niet zo bijzonder, vind hij, het is eenvoudigweg empathisch proberen te zijn. Het is proberen te begrijpen waarom iemand doet wat hij doet, en daarop proberen in te spelen.
Het idee van contextblindheid heeft hem geholpen om een beter begrip te krijgen van wat er achter het gedrag schuilgaat. Daarin is één woord heel belangrijk voor hem geworden: onzekerheid.
Wat te doen als je een rood verkeerslicht ziet?
Peter Vermeulen legt het uit aan de hand van de betekenissen van een rood verkeerslicht.
Als je brein absoluut is in denken, en je brein leert dat als je een rood verkeerslicht ziet, je moet stoppen, doet het dat. Wanneer in elke situatie mensen dat rode verkeerslicht anders interpreteren en andere uitleg geven hoe je het beste handelt, dan wordt het ingewikkeld.
De ene zegt : “Nee, wacht, hier moeten we sneller wandelen, om niet overreden te worden”. Een ander zegt dan weer “Weet je, als het midden in de nacht is, en er zijn geen auto’s, dan kan je gewoon oversteken, ook al is het rood.” En nog iemand anders zegt misschien nog iets anders. In zo’n geval wordt de wereld erg onzeker. Want wat betekent zo’n rood verkeerslicht dan nog? Van alles tegelijk. Wat eigenlijk ook het geval is.
Veel autistisch gedrag is een menselijke reactie op onzekerheid
Voor iemand met autistisch denken, die absoluut denkt, wordt de wereld dan zeer onvoorspelbaar, zeer onzeker en zeer vluchtig. Dat leidt tot onzekerheid. Wat dan weer leidt tot vreselijke angst en stress. Er is immers weinig of geen houvast.
Veel autistisch gedrag ziet Vermeulen dan ook als natuurlijke, menselijke reacties op onzekerheid, stress en angst. Dat is volgens hem ook een reden om vooral niet te proberen het gedrag te veranderen in meer ‘normaal gedrag’, maar om de onzekerheid erachter te zien. Als je die onzekerheid kent, blijkt dat autistisch gedrag vooral een menselijke reactie op stress en onzekerheid.
Een empathische houding en kennis van het idee van contextblindheid
Als je geconfronteerd wordt met ‘autistisch gedrag’ is het dus goed ons af te vragen of iemand met autisme de context in een bepaalde situatie misschien niet begrijpt, mogelijks reageert op onzekerheid en hoe we daar op kunnen reageren.
Het is iets wat we volgens Peter Vermeulen allemaal moeten doen. Niet alleen in contact met mensen met autisme. Het is een empathische houding die we volgens hem in al onze contacten zouden moeten aannemen. Alleen, wanneer je iemand met autisme ontmoet, is het volgens hem wel belangrijk dat je iets weet over die contextblindheid. Die kennis van het idee van contextblindheid kan volgens hem helpen jezelf de juiste vragen te stellen wanneer je je empathisch wil opstellen.
Aan empathie zijn er volgens Vermeulen minstens twee kanten. Er is niet alleen de houding en de bereidheid om een andere persoon te verstaan. Je moet ook enkele dingen weten. Je kan anders heel empathisch zijn, maar toch de verkeerde dingen doen, omdat je geen goede verklaring vind waar het gedrag van die ander vandaan komt.
Neem nooit aan dat je weet wat een ander denkt
In contacten met mensen met autisme is het ook belangrijk autisme niet absoluut te benaderen. Zelfs als gezegd wordt dat mensen met autisme absolute denkers zijn, moet je altijd rekening houden met de unieke persoon die voor je staat.
Het is volgens Vermeulen ook niet zo dat autistisch verstand de hele tijd absoluut denkt. Dat zou een te absolute uitspraak zijn over autistisch denken. Daarom is het volgens Peter Vermeulen niet alleen erg belangrijk om kennis en ervaring over autistisch denken en het autistisch brein te hebben. “Wat ik in de loop der tijd heb geleerd is vooral: neem nooit aan dat je weet wat een ander denkt. Vraag het hem of haar. Praat erover. Deel je mening. Op die manier kan je van elkaar leren”, benadrukt hij.
Het dubbele empathieprobleem
“Het is wat Damian Milton voorstelt als het zogenaamd dubbele empathieprobleem”, gaat Vermeulen verder. “Als twee hersenen op een ander besturingssysteem draaien, kunnen we beter proberen elkaar halverwege te ontmoeten en van elkaars besturingssysteem proberen te leren. Dat is een uitdaging, zowel voor iemand met autisme als voor een neurotypische persoon. Vooral omdat je niet weet hoe die ander precies denkt.”
Wat Peter Vermeulen in zo’n situatie van onzekerheid probeert te doen, is niet aan die andere te vragen wat hij of zij denkt, maar om te praten over de situatie waarin ze zich bevinden. Dit is een meer concrete manier om te leren wat die andere persoon denkt. Zowel voor mensen met als zonder autisme is het immers niet zo eenvoudig om te denken over hun gedachten. Weinig mensen stellen zich in een gesprek de vraag “Wat denk ik nu eigenlijk?”.
“Als je me vragen stelt over wat hier op dit moment gebeurt, en wat we allebei zien en wat we allebei horen, dan denk ik dat het gemakkelijker zal zijn, en het zal ook sneller zijn om erachter te komen wat jouw standpunt is en wat mijn standpunt is. Dus ook hier, probeer de context te verduidelijken. Praat over de context, niet over jou en je hersenen. Dat zou theoretisch wel kunnen, maar ik denk dat dat iets is dat filosofen en therapeuten zouden moeten doen”, vertelt Peter Vermeulen.
Neem de onzekerheid weg, niet het autistisch denken
Context is iets waar iedereen over kan praten. Het wordt iets dat we beiden gemeen hebben, in plaats van er een ‘wij tegenover zij’-verhaal van te maken. In elk contact zitten wij in dezelfde boot, zijn we in dezelfde context. “Misschien begrijp je iets verkeerd door je absolute denken, en misschien heb ik iets over het hoofd gezien door mijn relatieve denken”, stelt Vermeulen.
In sociale omgang met mensen met autisme draait veel dus om misverstanden en onzekerheid. “Het gaat niet zozeer om het corrigeren van iemands ideeën”, stelt Vermeulen. “Omdat het punt voor mij niet is om de autistische geest te veranderen. Voor mij gaat het alleen om “Wat is het gevolg?”. Als je ideeën over een context, als je begrip van een bepaald woord, over een vraag die ik stel, of een instructie die ik gaf, tot onzekerheid en angst leiden, wil ik dat vooral zoveel mogelijk wegnemen. Niet het autistisch denken. Ik zou ook niet weten hoe ik de hersenen van een ander verander.”
“Het enige dat we allemaal willen is gelukkig zijn en een goed leven hebben. Iedereen heeft een uniek brein. Als je hersenen van tijd tot tijd tot negatieve emoties leiden, moet het de focus zijn om die negatieve gevoelens, die stress en angst weg te nemen. Niet om te praten over normale en abnormale hersenen. Als je anders denkt maar je je verder goed voelt, waarom zou je dat dan proberen te veranderen? We moeten situaties en stress veranderen, niet mensen. Dat betekent niet dat mensen met autisme bepaalde dingen niet moeten leren, maar we moet nu eenmaal allemaal dingen leren om te overleven”, gaat Peter Vermeulen verder.
Twee sporen: context verduidelijken en leren over de context
Verderop in zijn dialoog heeft Vermeulen het over twee sporen die hij als visuele denker rond omgaan met (mensen met) autisme ziet. “Het ene zegt: ik probeer de context te verduidelijken aan de autistische persoon. Het andere is: de autistische persoon kan ook over context leren”, verduidelijkt hij.
Ondertitels geven is beter dan zeggen wat te doen
Het komt er, vooral bij jonge kinderen op aan, om zogenaamde ‘ondertitels’ mee te geven, volgens Vermeulens. “Je vertelt wat je doet, waarom je het doet, door te praten over de context. Dus in plaats van te zeggen “Trek je jas aan. We gaan naar Oma”, zou je kunnen zeggen: “Hier is je jas. Het is koud buiten. En als het koud is, dragen mensen jassen. We trekken dus onze jas aan. En nu vertrekken we naar oma.”
De sociale verhalen van Carol Gray zijn bij veel mensen bekend. Het zijn prachtige hulpmiddelen. Ze vertellen kinderen niet wat ze moeten doen. Ze proberen veeleer context te vinden. Je kan uiteraard niet elke dag verhalen maken en opschrijven. Maar je kan wel kleine verhalen de hele dag door vertellen, door ondertitels te geven over wat er gebeurt. Zodat kinderen niet alleen leren dat ze hun jas aantrekken maar ook waarom mensen jassen hebben en waarom ze die dragen. Misschien zal een kind daar niet van alles oppikken, maar meer dan wanneer je hen gewoon zegt “Trek nu je jas aan.”
Eerst context verduidelijken, dan beginnen denken aan leren
Vermeulen heeft het over een dubbel spoor. In sommige situaties kunnen we niet verwachten dat iemand met autisme klaar is om te leren.
“Als een autistisch persoon zodanig gespannen is dat hij of zij ineenstort, zullen we eerst alle energie en moeite gebruiken om de context te verduidelijken en een positieve context te vinden. Ik verwacht in zo’n geval niet dat de persoon in kwestie zal leren. Niemand leert wanneer je overstuur of angstig bent. Op het moment dat iemand open staat om te leren, zal ik proberen de autistische persoon aanzetten om vooruitgang te boeken in zijn of haar begrip. En daarbij de dingen benoemen”, verduidelijkt Peter Vermeulen.
Maskeren van gebrek aan begrip in situaties
Sommige mensen met autisme zijn erg goed in het maskeren van hun gebrek aan begrip in situaties. Zoals scripten bijvoorbeeld. Als persoon met autisme kan je iets heel goed voorbereiden en plannen zonder dat je echt begrijpt wat er aan de hand is.
“Toen ik mijn promotieonderzoek deed, onderzocht ik de redenen waarom sommige autistische mensen alleen een late diagnose stellen” reageert Peter Vermeulen. “Dit maskeren, dit camoufleren door te proberen hun situaties intellectueel te maskeren door scripts te maken en het script toe te passen, was een van de redenen waarom sommige mensen een late diagnose kregen” stelt hij.
“Nu is er niets mis met het maken van scripts. Ik denk dat we allemaal scripts maken. Het enige is dat je vast kunt komen te zitten in een script, of dat de context, een klein detail, ervoor kan zorgen dat je het script daadwerkelijk verandert. Dan wordt het verschil tussen autistisch en niet-autistisch denken duidelijk. Bij mensen zonder autisme is de contextgevoeligheid zodanig dat zij niet altijd scripts hoeven te maken, of zich niet teveel moeten inspannen om die scripts vlot te wijzigen. Mensen zonder autisme hebben vaker de houding van ‘Ok, we zullen wel zien wat het wordt”, duidt Vermeulen.
Doordat mensen met autisme van alles proberen om dat ‘we zullen zien wat er gebeurt’ te vermijden, gebeurt het dat autisme in bepaalde contexten gemist wordt. Net zoals Temple Grandin zien ze zich vaak als antropologen op Mars, en bestuderen ze op een zeer intellectuele manier het menselijk gedrag.
“Dat is wat veel autistische mensen doen”, reageert Vermeulen. “Maak een script en pas het toe. Als dat in een context is waarin dat script geldig is, zal niemand het autisme opmerken. Als je iemands autisme wil opmerken, kan je in dat opzicht beter naar een café gaan, naar een bar, het weekend doorbrengen. Je kan immers niet voor elke situatie een script hebben. Het moment waarop er geen script is, zal je het autisme zien. Daarom geloof ik niet in een snelle diagnose van autisme. Het kost best wat tijd om door het masker te kijken”, gaat Vermeulen verder.
Leer kinderen de context, niet vaardigheden in één context
Voor kinderen met autisme is een van de grote problemen volgens Vermeulen vooral dat vaardigheden zich in andere situaties laten vertalen. Soms is dat te wijten aan het niet verstaan van het doel, niet weten waarom die vaardigheid precies aangeleerd moet worden. Terwijl de context in een andere situatie waarin de vaardigheid gevraagd wordt volledig anders is.
“Wat ik aan ouders en leerkrachten die dat ervaren, wil zeggen is: begin niet met vaardigheden aan te leren, maar begin vanuit context. Leer kinderen dus geen vaardigheden maar context” stelt Vermeulen.
“Je kan een kind bijvoorbeeld leren om mee te doen met andere kinderen. Maar in elke situatie zal het iets anders betekenen om mee te doen. Op school gelden andere regels om samen te spelen da thuis of op een familiefeest. In plaats van proberen aan te leren hoe ‘mee te doen’, kan je ook de context van de speelplaats van de school verduidelijken: wat doen kinderen hier, wat kan jij doen, enzovoort. Hetzelfde kan met de context van een familie – of een verjaardagsfeest. Leer context, want dan hoef je niet telkens te generaliseren”, legt Peter Vermeulen uit.
In het aanleren van vaardigheden aan kinderen met autisme gaan mensen er volgens Vermeulen soms ook te vlug van uit dat het kind een vaardigheid onder de knie heeft.
“Veel mensen denken dat een vaardigheid aangeleerd is als het in een bepaalde context lukt. Nee, het kind heeft nu een script voor deze specifieke context. Als je werkt aan vaardigheden, is het belangrijk om heel actief aan de overdracht te werken. Het gaat daarbij ook om het flexibeler maken van kinderen. Als je geen aandacht schenkt aan de overdracht, denken kinderen met autisme vaak “Ah, zo doe je dat.” Dan treedt het absolute denken in actie. Zodra een kind een bepaalde vaardigheid in een context heeft geleerd, kan je opzettelijk telkens iets in die context veranderen, zodat het kind kan leren hoe daarmee om te gaan. Zo worden kinderen met autisme ook flexibeler. Het voorkomt ook voor een stuk dat ze later eigen, weinig flexibele scripts zullen ontwikkelen.”
Begin in de klas, maar neem het mee naar buiten
Wat ouders en leraren vaak vergeten volgens Peter Vermeulen is doelbewust na te denken over contexten. Ons schoolsysteem is volgens Vermeulen vooral gebaseerd op leren in de klas, waardoor het moeilijker is om de context te variëren.
Een klaslokaal is volgens Vermeulen nodig om te beginnen. Het is idealiter een voorspelbare, gestructureerde omgeving, met voldoende basiscomfort om open te staan voor het aanleren van nieuwe vaardigheden. Zodra een kind met autisme iets heeft geleerd, is het volgens Vermeulen nodig dat mee te nemen naar het echte leven, buiten het klaslokaal. Je kan weliswaar leren winkelen op school, maar dan wel door echt te winkelen. Zo zal je volgens Vermeulen ook kunnen merken of een kind het concept van winkelen echt heeft verstaan en wat er precies niet duidelijk aan was. Dat betekent dat leraren hun klaslokalen af en toe moeten verlaten.
“Als een kind bijvoorbeeld in de wiskundeles moet leren hoe rente te berekenen, en zo’n kind heeft veel meer interesse in concretere zaken, breng dan een bankdirecteur naar je klas. Laat hem bijvoorbeeld praten over de taken van banken. Ze lenen bijvoorbeeld geld uit. Om huizen te kopen. Om auto’s te kopen. Hij kan daar foto’s van een huis, van een auto bij plaatsen. Dan wordt het duidelijker waarom een kind moet leren hoe een leningrente wordt berekend. Breng dus de echte context in je klaslokaal. Leer als leraar niet alleen over verkeersregels in je klas, maar breng een politieagent naar je klas. Omdat autistische kinderen concrete denkers zijn, maar ook meer zullen verstaan waarom je het later nodig hebt.”
“Het is voor mij een raadsel waarom neurotypicals dat niet begrijpen. Als ik mensen vraag waar ze al hun vaardigheden hebben geleerd, zeggen de meesten niet ‘Ik heb het op school geleerd” maar “ik heb het geleerd in het echte leven”, gaat Vermeulen verder.
Mensen met autisme zijn daar dus geen uitzondering op. Het enige grote verschil is natuurlijk dat het echte leven chaotisch is en vaak erg stressvol. Dus daar komt de autisme-vriendelijkheid binnen. Je geeft zoveel mogelijk les in het echte leven, over het echte leven, maar je zorgt ervoor dat je leeromgeving zo veilig is dat het kind al zijn of haar energie kan steken in leervaardigheden, en niet om te begrijpen wat er gebeurt.
Neem de onzekerheid weg, vermijd niet de verandering
Het eerste dat je moet doen is de onzekerheid van de wereld niet verbergen. Wat ik vaak zie, is dat wanneer een kind een diagnose krijgt, mensen het idee krijgen van: “Oké, we moeten nu alles structureren”. En ook : “We moeten alles erg voorspelbaar maken.”
Ik denk dat dat waar is, we moeten dat ook doen. Toch betekent dingen voorspelbaar maken niet verandering mijden en onvoorspelbaarheid vermijden. Je kan ook het onvoorspelbare voorspelbaar maken en een kind leren hoe ermee om te gaan.
De onvoorspelbaarheid van de trein nemen voorspelbaar maken
Om dat concreet te maken geeft Peter Vermeulen het voorbeeld van de trein nemen. Iets minder voorspelbaar lijkt er, zeker in Belgie, niet te zijn,
‘Als we de trein nemen, zou ik niet zeggen: ‘We nemen de trein van vijf minuten na tien’. Ik zou zeggen: ‘We zijn van plan die trein te nemen. Maar treinen kunnen een beetje laat zijn’. We leggen ook uit wat we kunnen doen als de trein niet op tijd aankomt. Dat is eigenlijk het aanleren van technieken om met stress, met onzekerheid om te gaan. Leraren en ouders lijken zich een beetje verplicht te voelen om een kind altijd voorspelbaarheid te bieden. Wanneer een kind zegt: ‘Wanneer gaan we terug naar huis’, zeggen ze meestal ‘Wel, om zes uur. We komen om zes uur thuis’. Dat stelt het kind op dat moment misschien wel gerust, maar als het niet lukt om zes uur thuis te zijn, zal dat een enorme uitbarsting van woede geven. Dus vanaf het begin kan je zeggen: ‘Wel, we weten het eigenlijk nog niet. We vertrekken na het middagmaal. Maar als het laat is, kan het zijn dat we niet om zes uur thuis zijn”.
Op zo’n moment leer je volgens Peter Vermeulen coping-strategieën aan. Omdat de wereld nu eenmaal onvoorspelbaar is. Het komt er dus niet zozeer op aan de onvoorspelbaarheid altijd weg te nemen, maar je kan er wel iets mee doen, om het negatieve, de overspanning zoveel mogelijk weg te nemen.
Tot slot: mensen met autisme kunnen behoorlijk flexibel zijn, als je rekening houdt met hun denken
Dat laatste is trouwens niet alleen belangrijk bij kinderen maar ook voor volwassenen met autisme. Die ervaring heeft Peter Vermeulen bijvoorbeeld met vrijwilligers met autisme in het centrum waar hij werkt.
“Soms vragen autistische vrijwilligers mij “Ben je volgende week hier?’. Als ik het zeker weet, vertel ik hen dat ik op kantoor zal zijn op dat moment. Soms weet ik het nog niet, en zeg ik : ‘Nu weet ik het nog niet, maar ik zal het tegen dinsdag weten. Ik zal het je dinsdag zeggen.’ Ze weten nog steeds niet of ik er zal zijn, maar ze weten dat ik het dinsdag zal weten. Tot dinsdag hebben ze dan wel onzekerheid, maar ze weten dat ze uiteindelijk een antwoord krijgen. Dat neemt meer stress weg dan te zeggen “ik weet het niet” of “ja, ik zal er zijn” als het risico bestaat dat je er niet zal zijn.”
Overigens, sluit Vermeulen de sessie rond autisme en contextblindheid af, “Vaak wordt gezegd dat autistische mensen niet flexibel zijn. Als je echter rekening houdt met hen, en hun stress zoveel mogelijk wegneemt, kunnen mensen met autisme behoorlijk goed flexibel zijn en beter omgaan met onzeker dan de meeste mensen denken.”
Mooie samenvatting
LikeGeliked door 1 persoon