Wat het psychoanalytisch kan betekenen wanneer een jongere met autisme op het scheldwoord ‘autist’ opwerpt dat hij een ‘aspie’ is en de andere “een echte autist”. Uit Verstandelijke beperking en psychoanalyse: echo’s van een verlangen / gered. door Johan De Groef, Rudi Vermote (Garant Uitgevers, 2016)
In deze vijfde aflevering van 1000 vragen aan jezelf opnieuw 10 vragen over mijn favoriete ruimte in huis, of ik goed was op school, welk cijfer ik aan mijn gezicht zou geven, hoe laat ik opsta, wanneer ik voor het laatst een huisdier heb geaaid en wanneer ik op mijn best ben.
A., jongere met autisme, in een reactie op een vraag over autisme in het gezin, in het niet afgeschermde deel van Awel.be: vragensite voor kinderen en jongeren, waarom zij woedeaanvallen krijgt, en dat dit niet opzettelijk gebeurt.
Bij het televisieprogramma ‘Iedereen Beroemd’, de rubriek ‘Mijn straat’ waar ene Lidewij haar straat portretteert, dacht ik terug aan de opdracht die ik ooit kreeg om mijn straat te portretteren. En met welke taal – en anderen clichés dat gepaard ging.
Een autismespectrumstoornis verdwijnt niet door therapie. Maar hoe jonger de begeleiding van de kinderen begint, des te groter de kans dat hun taal zich goed ontwikkelt en dat ze later zelfstandig zijn. (…) We weten niet of de hulp die gezinnen krijgen wel goed is. De methoden waarmee de centra werken verschillen nogal. Wie zich op welke methode baseert, en of die wel rekening houdt met wetenschappelijke inzichten, controleert niemand. Het is een jungle waar iemand de ouders doorheen zou moeten gidsen. (…) Niemand heeft een overzicht van welke hulp… Read more ‘Kinderen met autisme blijven in de kou staan’ →
Ja, je kent mij. Ik ben die jongen die wat anders is. Slim in heel wat aspecten, goed in wiskunde en wetenschappen. Mode en sport kunnen me niet boeien. Ik hoor nergens bij. Ik ben diegene die je graag alternatief, wijsneus, rare snuiter en nog van alles noemde. Op school ben ik meestal degene waarmee gesold wordt, die geplaagd en gepest wordt. Omdat ik afwijkend ben. Ik denk dat heel wat mensen onder jullie dat doen omdat je van nature bang bent voor mensen en dingen die vreemd zijn aan… Read more Het autisme heeft mij niet →
Alles kan beter. Dat was de rode draad op school tussen mijn zesde en negentiende. Dat werd stevig op het hart gedrukt, in de oren geknoopt en in onuitwisbare inkt getatoeëerd. Nog niet op de huid, maar alleen omdat tatoeages alleen voor onderkruipsels waren. Wij, daarentegen, waren Gods kinderen. Neem dat vooral niet te letterlijk, zei mijn moeder toen ik dat thuis vertelde, je bent gewoon een jongen zoals alle anderen. Kan je écht niet beter? Gods kind of gewoon een zoon … in die tijd was ik niet zo… Read more Niet perfect, toch geprobeerd →
Als kind wou ik heel graag vriendjes hebben. Alle kindjes hadden vriendjes. Ik wou met andere woorden vriendjes hebben om mij niet abnormaal te voelen. Maar als ik op de speelplaats was en er kwam iemand naar mij toe, deed ik vervelend want ik kan er niet mee overweg. Dominique Dumortier