“ik ben een aspie, jij bent een echte autist!”
Als jongeren op onze afdeling elkaar uitschelden, gebruiken ze vaak de woorden ‘dommerik’, ‘mongool’, ‘gehandicapte’, enz., vooral bij de jongere patiënten valt op hoe vaak die woorden terugkomen in het agressieve spreken. Ooit praatte ik met een jongen die op een school zat voor mensen met autisme; hij verstelde me dat het grootste scheldwoord daar “autist!” was. Als iemand dan daarop reageerde met “jij bent zelf ook een autist” was het antwoord soms “ik ben een aspie, jij bent een echte autist!”. Het lijkt er hier om te gaan dat mensen op deze manier iets van de moeilijkheid van de betekenaars waarmee zij worden aangeduid proberen af te weren. Het woord hoeft niet langer op de eigen persoon te kleven, maar kan op de ander worden afgewenteld.
Uit : Verstandelijke beperking en psychoanalyse: echo’s van een verlangen / gered. door Johan De Groef, Rudi Vermote (Garant Uitgevers, 2016)