Journaliste Hind Fraihi in Het kleine grootouderboek: ode aan oma en opa van Manu Adriaens over haar zoon Liam, met autisme, als een jongen die het leven tot het piepkleinste detail waarneemt, en wat dit voor effect had op haar kijk op de wereld en andere mensen.
A., jongere met autisme, in een reactie op een vraag over autisme in het gezin, in het niet afgeschermde deel van Awel.be: vragensite voor kinderen en jongeren, waarom zij woedeaanvallen krijgt, en dat dit niet opzettelijk gebeurt.
citaat van geerdt magiels uit het boek ‘ingewikkeld: (over)leven met een psychische aandoening’ (Vrijdag, 2016) over de volgens hem succesvolle beweging van destigmatisering van autisme van de afgelopen tien jaar.
Janneke, Nederlandse ervaringsdeskundige autisme bij Dichterbij in ND, 10 maart 2016 als reactie op het voorheen vernoemd opinie-artikel rond ‘het nieuwe autisme’, dat volgens haar geen link heeft met autisme maar eerder met egoïsme.
Intussen zijn we al aan nummer vier van de 1000 vragen. Vier is mijn lievelingsnummer en klinkt als de meest geschikte vloer om tal van ideeën op te ontwikkelen. In vier woorden kan ik ook de liefde verklaren: ik hou van jou. Dat terzijde, is vier ook kort, en krachtig. Net zoals de antwoorden in dit vierde deel. Over welk boek ik voor het last las, of ik naar de kerk ga, over verslaving aan telefoon, of ik weet of en wanneer het tijd is om te vertrekken en naar welke winkel(s) ik het liefst ga.
Onlangs verscheen in de krant De Standaard een respectvol en informatief interview van zanger Jasper Steverlinck over zijn zoon met autisme, die dermate beperkingen heeft dat thuisonderwijs de beste/enige oplossing bleek. In deze blog bespreek ik het interview vanuit mijn perspectief.
In de derde aflevering van 1000 vragen aan jezelf dit keer over ‘guilty pleasures’, of het uitmaakt wat anderen van me zeggen, wat mijn favoriete dagdeel is, of ik goed kan koken (en waarom (niet)), of ik een gelukkig kind was, wat mijn droom is en wanneer ik voor het laatst helemaal niets heb gedaan.
Hebben mensen met autisme buitengewone talenten? Volgens de ene wel, volgens de andere niet. In The New York Times verscheen over dit thema vorige week een opinieartikel van de twee auteurs van een pas verschenen boek hierover: ‘The Prodigy’s Cousin: The Familiy Link between Autism and Extraordinary Talent’. Dat gaat dieper in op wat ‘prodigy’s’ of wonderkinderen zijn, op hun empathie en het mysterie rond hun mogelijkheden (en soms ook beperkingen). Het boek zelf heb ik niet gelezen, het is nog maar pas uit, maar het artikel leverde alvast stof tot nadenken. Daar ga ik op deze blog op in, met de nodige twijfels over het begrip en vragen waarom wij wonderkinderen nodig hebben.