Kamran Nazeer in zijn boek ‘Daar komen de gekken’ (De Arbeiderspers, 2007) over de vooroordelen die bestaan over (mensen met) autisme en wat volgens hem het verschil maakt als het gaat om autisme ‘verlichten’.
‘Onlangs las ik met veel interesse uw artikel rond autisme en vertrouwen’, schrijft Barbara (44), lezeres van deze blog. “Ik was op zoek naar wat een vertrouwenspersoon kan betekenen voor mensen met autisme. Als beroepskracht kom ik veel in contact met ombudsdiensten, partners, ouders, familie, vrienden en persoonlijk assistenten die iemand met autisme bijstaan. Ik vroeg me af hoe u een vertrouwenspersoon zou omschrijven, en of een van die mensen die ik noemde daarvoor in aanmerking zouden kunnen komen. Misschien is dat een idee om eens op uw fascinerende blog te schrijven?”
Een auto door het verkeer loodsen is een huzarenstukje. Een recent onderzoek stelt dat mensen met autisme minder bumperkleven, maar iets minder snel reageren op snel veranderende verkeerssituaties. Hoe ik daar mee omga, en welke ervaringen ik heb met rijden en de perceptie daarvan, schrijf ik in dit stuk.
Rani (25), een vrouw (en moeder, partner, bediende, loopster) met autisme, volgt al een tijdje mijn blog. Ze zit met veel vragen, over van alles. Op dit moment is haar belangrijkste bekommernis hoe ze, liever vroeg dan laat, van haar autisme af komt. Haar vraag is of ik daar misschien tips voor heb en ze hoopt dat ik haar bekommernis versta. In deze blog probeer ik, in de mate van het mogelijke, en vanuit eigen beleving, op haar vraag een antwoord te geven. Rani (schuilnaam) ging akkoord om het antwoord herwerkt te publiceren.
Het magazine Vrij Nederland vroeg haar lezers onlangs te beschrijven wat zij verstonden onder ‘normaal’. Een selectie daarvan verscheen in het meest recente nummer. In dit stukje probeer ik hierop verder te borduren, en te verwoorden wat ik ervaar als normaal, en waarom ik zelf normaal doen en zijn slechts kan benaderen.
Bespreking van het artikel ‘What should autism research focus upon?’ van Elizabeth Pellicano van de Universiteit van Londen over autisme onderzoek van nu, voorgestelde toekomstige prioriteiten van autisme onderzoek en de betrokkenheid van mensen met autisme, ouders en beroepskrachten.
De (Wereld) Autisme Week is voorbij. Elk jaar is er één dag, één week om te spreken over autisme zonder meteen afgewend te worden. Het is kort, die dag, die week. Er is zoveel te doen. Zoveel te vertellen. We willen graag bewustzijn en inzicht. We willen graag geduld en begrip. En zoveel meer. Tot het een oud nieuwtje is. Tot het gearchiveerd is. Met aardappelschillen, oud brood en wortelrestjes in vuilnis beland. Op naar Wereld Autisme Dag 2018? Of wordt bewustzijn dit jaar bij sommige mensen toch een aanzet tot acceptatie? Ook van de minder charmante, mediagenieke en minder communicatieve mensen met autisme? In dit stukje enkele gedachten over wat na de (wereld) autisme week 2017.
Binnen drie dagen, op 2 april 2017, is het zover, de negende World Autism Awareness Day, vrij vertaald als Wereld Autisme Dag. Niet iedereen is gelukkig met het blauwe gedoe, of de achterliggende gedachte, maar dat even terzijde, kijk ik terug naar wat ik zelf aanvoel als enkele rode draden in de afgelopen negen jaar met autisme leven en ervaringen uitwisselen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.