Nummer eenenveertig in de reeks van 1000 vragen aan jezelf-blogs.  Over wat ik over sla in de krant, wat ik doe met (mijn) grijze haren en wat er op de meest recente foto op een van mijn sociale media staat. Ook of ik liever op de voorgrond of op de achtergrond sta, of ik liever een briefje van vijf euro zou vinden op straat of mijn sokken die ik dringend nodig heb, en of ik liever nooit meer in de opstopping zou staan of het nooit meer koud hebben. Tot slot voor welk televisieprogramma ik mezelf graag zou opgeven, hoe ik mijn boterham het liefst beleg, als ik zou mogen kiezen als ik op een onbekende plaats zou ontwaken of dat het midden van de woestijn zou zijn of het midden van een onbekend plas water in een roeibootje, en hoe amicaal ik eigenlijk ben.

411. wat sla jij over in de krant?

Niets. Ik lees de krant helemaal. Van voor naar achter en andersom. Hetzij in de papieren versie, hetzij op mijn tablet. In iedere katern en op iedere pagina krijgt natuurlijk niet alles evenveel aandacht, maar er is niets dat ik volledig oversla. Hoogstens lees ik het diagonaal.  Aan aandelenkoersen, sport, strips en televisieprogramma’s besteed ik het minste aandacht. Het meeste aandacht gaat naar welzijn, cultuur, wetenschap en de boekenbijlage. Het gebeurt maar weinig dat ik echt doelgericht iets in de krant opzoek.

412. wat doe je met grijze haren?

Het verbaast dat sommige mensen grijze haren weg willen steken of zich erover lijken te schamen. Sommige mensen staan zelfs mooier als ze grijs of wit-grijs zijn. Grijs is per slot van rekening ook maar een variatie op asblond. Voorlopig moet ik mijn grijze haren nog zoeken met een vergrootglas, ik ben dus nog lang niet wijs. En ik heb het moeilijker met kaalheid dan met grijze haren.

413. wat sta er op je laatste foto op een van de sociale media?

Waarschijnlijk zal dat een foto zijn van onze kat, die er nog een grotere hekel aan heeft om gefotografeerd te worden dan haar baasjes.  Ik zet bijna nooit foto’s van mezelf op sociale media.  Dat zegt immers zo weinig over wie ik ben. Als ik andere foto’s dan van onze kat trek, dan is het van een detail uit de natuur of een ufo die net voorbijkomt.

414. sta je liever op de voorgrond of op de achtergrond?

Het maakt me eigenlijk niet veel uit, ik mijdt de voorgrond niet maar ook op de achtergrond kom ik goed tot mijn recht. Als ik echt moet kiezen gaat een lichte voorkeur uit naar de achtergrond. Gewoon omdat ik dat het gemakkelijkste vind, dat ik me minder blootgesteld wordt aan negativiteit en degene die vooraan staat krijgt vaak ook de moeilijke vragen (of rotte tomaten). Ik vind het belangrijker te weten waarom ik voor – of achteraan zou moeten staan.

415. zou je liever een briefje van 5 euro op straat vinden of de sokken die je dringend nodig hebt? 

Zo’n briefje van vijf euro sla ik natuurlijk niet af, maar zonder sokken lopen vind ik ook wel erg onaangenaam. Het moeilijkste aan deze vraag is het aspect ‘op straat vinden’. Een briefje van vijf euro dat op straat ligt, kan vies zijn. De sokken zullen wellicht al evenmin fris ruiken.  Met het briefje zou ik misschien wel een paar propere sokken kunnen kopen. Omdat in de vraag niet staat dat ik op blote voeten loop (en het bovendien te koud of te nat is om blootsvoets te lopen) kies ik dus voor het vijf euro-briefje. Het geld dat ik eventueel terugkrijg na de aankoop van mijn sokken doneer ik dan natuurlijk aan het fonds voor mensen die geen sokken kunnen kopen of verdragen.

416. zou je liever nooit meer in de opstopping staan of nooit meer koud hebben? 

Koud hebben is zeker niet aangenaam, maar ik kan er mij naar kleden, en voel volgens mensen om mij heen niet zo gauw dat het koud is. Het hangt er natuurlijk hoe koud koud zou zijn. Als ik dan toch één van die twee moet kiezen, zou ik liever niet meer in de opstopping staan, al overkomt me dat eigenlijk niet zo vaak.

417. voor welk televisieprogramma zou je jezelf opgeven?

Voor een boekenprogramma of een heel traag laatavondprogramma waarbij de centrale gast een tekst mag voorlezen en bespreken. Het zou in elk geval geen veelbekeken programma mogen zijn, en evenmin een programma waar veel spel of vermaak aan te pas komt.

418. hoe beleg je het liefst je boterham?

Met een broodmes dat goed smeert, terwijl ik de boterham vasthoud, zodat ik niet in mezelf snijdt (wat wel eens gebeurt bij het beleggen van een boterham) en ook niet in de tafel.

419. als je op een onbekende plaats zou ontwaken, zou je dan liever in het midden van een woestijn ontwaken of op een roeibootje in het midden van een onbekende watervlakte?

Geen van de twee, maar het ergste zou ik toch dat roeibootje vinden. Ik heb immers een hekel aan roeibootjes en aan watervlaktes die ik niet ken. Voor hetzelfde geld is er even verderop een gigantische waterval.

420. hoe amicaal ben je?

Als daarmee bedoeld wordt hoe vriendschappelijk ik ben, vind ik dat moeilijk, omdat ik niet zo goed weet wat vriendschap inhoudt. Ik doe volgens mezelf wel mijn best om amicaal over te komen, maar het zit niet in me om goedhartig over te komen. Bij mensen die ik al beter ken en vertrouw lukt dat al beter, maar de eerste indruk die ik geef is meestal niet de beste.