10 autismevriendelijke communicatietips … autisme en communicatie

Communicatie is de kern van ons leven. Het is tevens iets waar de ene al beter in is dan een ander. Mensen met autisme hebben in min of meerdere mate een beperking in (sociaal-emotionele) communicatie. Iedere persoon met autisme is immers anders en heeft ook een eigen communicatiestijl.

Doorgaans wordt verwacht dat mensen met autisme hun communicatiestijl aanpassen. Dat getuigt echter van weinig respect tegenover welke inspanningen ze al doen in het dagelijks leven. In een gelijkwaardig gesprek komt respect steeds van twee kanten. Daarom maakte de Vlaamse Vereniging Autisme een mooi vormgegeven flyer met 10 autismevriendelijke communicatietips. Deze tips werk ik hierna uit vanuit mijn eigen beleving. Voor meer informatie over autismevriendelijkheid kan je ook terecht bij Autisme Centraal.

Communicatietips autisme

  1. Gebruik korte, directe en helder geformuleerde zinnen

Korte, bondige zinnen verkleinen de kans op onduidelijkheid. Als je verstaanbaar en vriendelijk wil zijn, doe je dat beter door positief en duidelijk te zijn. Eerder dan door lang en verwarrend te spreken.

  1. Wees expliciet en volledig

Zeg wat je bedoelt. Toon wat je zegt. Doe wat je belooft. Vermijd dus dat je ‘straks’ zal langskomen en ga voor ‘binnen 15 minuten’. Wees er dan ook. Of verwittig hoeveel minuten je te laat zal zijn en waarom.

  1. Verwoord je boodschap positief

Vertel wat je wil, en laat weg wat je niet wil. Vertel wat er gebeurt, laat weg wat er niet gebeurt. Zeg wat je verwacht, omschrijf het gewenste gedrag en niet het ongewenste (doe dat niet! Stop!).

  1. Vermijd figuurlijk en dubbelzinnig taalgebruik

Figuurlijk taalgebruik (Schiet op!) is verwarrend. Sommige mensen met autisme verstaan het (te) letterlijk. Soms roept het ook angst op. Ook dubbelzinnig taalgebruik en metaforen zijn vaker versiering dan zinvol. Vertel het dus puur, als je verstaanbaar wil overkomen. Als je niet verstaanbaar wil zijn, kan je beter tot jezelf spreken.

  1. Zorg ervoor dat jouw verbale en non-verbale boodschap elkaar niet tegenspreken

Als je ‘ja’, en je schudt je hoofd, is het niet duidelijk wat je wil. Dat geeft geen vertrouwen. Hoe kan iemand je dan geloven als je iets belooft?

  1. Ondersteun je boodschap met visuele informatie

Woorden uit je mond zijn vluchtig. Geef ze schriftelijk weer op een manier die past bij wie je aanspreekt. In geschreven woorden, schema, pictogrammen, tekeningen, foto’s, voorwerpen … Denk eraan dat mensen met autisme heel verschillend zijn, en niet allen picto’s of schema’s gebruiken.

  1. Vertraag je communicatiesnelheid en geef bedenktijd

Geef de ander tijd om te vatten wat je zegt en bedoelt. Laat af en toe een stilte vallen. Geef ademruimte tussen zinnen en vragen. Herhaal gerust letterlijk als je na een tijd geen reactie krijgt. Behandel de ander als gelijkwaardig (niet betuttelend) en stel vraag per vraag.

  1. Vermijd aanrakingen en dwing niet om je aan te kijken

Vraag de ander eerst of een aanraking (handdruk, schouderklopje, knuffel) in orde is. Interpreteer een wegkijkende of vermijdende blik niet als wantrouwen, maar als een deel van de eigenheid van de ander. Mensen met autisme zijn vaak over – of ondergevoelig voor zintuiglijke prikkels. Ze hebben elk hun eigen unieke zintuiglijke eigenheden.

  1. Zorg voor rust in het gesprek

Voer je gesprek in een omgeving waar je elkaar kan verstaan en geconcentreerd blijven. Zo kan belangrijke en onbelangrijke informatie van elkaar worden onderscheiden. Geluiden, lichtinval, geuren (ook je eigen geur) … kunnen afleiden of storen. Dit zorgt voor stress en leidt af van wat je wil zeggen.

  1. Stem regelmatig af

Verzeker je er van dat je boodschap duidelijk is overgekomen bij een ander. Beschouw een emotionele reactie niet als een persoonlijke aanval of kritiek maar als een reactie op je manier van communicatie of hoe je overkomt. Toon begrip voor die reactie.

6 Comments »

  1. Beste Bie zonder,
    De spreuk komt uit het pleidooi van de redenaar/advocaat/politicus Cicero. Hij verdedigde de Staat in een proces tegen zijn tegenstrever Catilina die een al dan niet vermeende – doch verijdelde – staatsgreep had beraamd tegen de Romeinse Republiek (de periode tussen het koninkrijk en het keizerrijk toen Rome bestuurd werd door 2 consuls).
    De beroemdste quote daaruit is wellicht: “Hoelang nog Catilina zult ge ons geduld nog op de proef stellen?”
    Ik heb hier Catilina zeer vrijmoedig vervangen door “normale mensen” – neurotypicals .
    Neurotypicals zijn heus niet allemaal zo, maar er zijn er toch die graag misbruik maken van de mindere punten van de die 1% van de menselijke subsoort van de zoogdieren.

    Like

  2. Hey Geert,
    bedankt voor je reactie.
    Ik heb inderdaad wel een passie voor taal al heb ik nooit klassieke talen gestudeerd.
    Zelf ben ik dus heel vatbaar voor metaforen en beeldspraak.
    Het is zowat de enige manier om me de meer abstracte zaken zoals emoties en sociale interactie duidelijk te maken.
    (Wil je zo goed zijn om je Latijnse spreuk voor me te vertalen? Veel verder dan “normale mensen” en iets met “geduld” geraak ik niet 🙂 )

    Like

  3. Daar kan ik wel in komen.
    Afhankelijk van je passie voor taal en letterkunde, voor Latijn en klassieke schrijvers, en hoe je leraar klassieke talen het op jou kon doen overkomen, zul je meer of minder vatbaar zijn voor metaforen of er zelf mee te spreken.
    Persoonlijk doe ik dat ook wel. Maar als ik mijn diagnostisch verslag lees staat daar het woordje “echolalie”. Nu zit ik me af te vragen of ze met die echolalie bedoelen dat je graag in beelden spreekt? Uiteraard zijn die beelden geijkte uitdrukken. Ze komen natuurlijk wel ergens vandaan. Liefst van Ovidius of Cicero.

    Quousque tandem, homines “normales”, patientem nostram uteremur.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.