Het verhaal van Aart

Ik heb lang getwijfeld om mijn verhaal te vertellen. Nochtans herken ik zoveel van wat andere mensen hier schrijven. Ik ben Aart, sinds enkele jaren benoemd als autist voor het leven. Dat zeg ik niet te veel, ik blijf het vreemd vinden dat zoiets kan en moet benoemd worden.

Het begon allemaal met mensen om heen, kennissen en familie, die me steeds weer wezen op het ‘gebrek’ of tekort aan hobby’s of tijdsbesteding in mijn leven. Ik geef toe dat ik vaak de indruk geef dat ik drijf op een zee van eentonigheid zonder echt goed te weten waar het heen gaat.

Ik vind dat eigenlijk niet zo erg. Ik zet mijn zeilen nu ook niet bepaald meteen naar elk zuchtje verandering. Activiteiten, zinvol of anders, heb ik niet meteen nodig. Ik mis alleen af en toe mensen die net zo diepgaand als ik de onbegrijpelijke wereld aanvoelen en zoeken naar betekenis. Tot ze zich aanbieden, denk ik dan meteen. Ik vrees dat ik dan in geen tijd in het angstzweet baadt.

Toen ik nog jonger was, in mijn vroege dertiger jaren, was ik meer bezig met de toekomst, of minstens het ongeplaveide, ontmoedigende en onvoorspelbare van de wereld om me heen. De maatschappelijke mijlpalen die anderen leiden, zoals bijvoorbeeld loopbaan, relaties en status, daar heb ik nooit echt voeling mee gehad. Voor mij waren dat altijd al verre landen op een kaart die ik niet kon lezen.

Tijdens oudercontacten kregen mijn ouders al vroeg in mijn kindertijd te horen dat ik weliswaar geen ambitie of verlangen miste maar de anderen vanop een afstand bekeek alsof ik vond dat ze niet wisten waar ze mee bezig waren. Ik heb zelf al vroeg de indruk dat de wereld in een frequentie sprak waarop ik me maar niet kon afstemmen. Ze zaten letterlijk en figuurlijk op een andere golflengte. Ik leek hen maar niet te kunnen ontvangen maar raakt door de vreemde geluiden en signalen die ze uitten sterk gefascineerd.

Op een dag vertelde een arts aan mij, na een lang onderzoek, dat ik autistisch was. En dat dit voor een stuk verklaarde hoe ik de wereld zag, en waarom ze vreemd overkwam. Ik geloofde dat maar ik vond het wel vreemd dat zoveel anderen wegkwamen met hun onverstaanbaar gedrag zonder dat dit verklaard moest worden. Ik kreeg een briefje mee met enkele telefoonnummers, terwijl ik al meerdere keren had gezegd dat ik een hekel had aan bellen, dat was dat.

Ik besloot mij dan maar te storten op de studie van de mensheid. Ook al blijft veel van menselijk contact na al die jaren van observatie, studie en imitatie nog steeds een mysterieuze code van signalen en handelingen voor mij. Zoals ik na tien kinderen bij vier relaties, en drie scheidingen, nog steeds niet goed snap wat liefde, genegenheid, intimiteit en al die dingen precies betekenen.

En dus leef ik nu zo’n beetje aan de rand, observerend maar twijfelend en worstelend om nog deel te nemen. Maar ik wil niet dat je mijn verhaal als een klaagzang ziet. Al die jaren heb ik ontzettend veel geleerd en gezien. Het is een boeiende reis geweest die nog steeds voortgaat. Ik zeg nog elke dag hallo tegen vreemden, en hoop dat ze iets terugzeggen. Ik probeer af en toe vrijwilligerswerk te doen, ook al loopt dat vaak op een sisser af. Misschien leiden mijn pogingen ooit tot een grootse openbaring of een plotseling gevoel van ergens of bij iemand thuis te zijn. Intussen geniet ik van elk moment van duidelijkheid, elke mogelijkheid van begrip en elk gevoel van verbondenheid van anderen die door het leven gaan zoals ik.