Wereldberoemd in eigen dorp … autisme en wedstrijden

Wellicht het meest gedraaide Vlaamse liedje is gekend onder de naam ‘Mia’. Wijlen de zanger ligt al een tijdje vier diep, de drank (of zijn tedere inborst, volgens zijn fans) werd hem vermoedelijk fataal. Zijn schets over het troosteloze leven in het tranendal waar zelfstandige ondernemers regeren, klinkt echter nog steeds in winkelstraten en op menig feest. Het zou zo ons dorp kunnen zijn waarover hij kweelt. Ons dorp, waar, behalve een jaarlijkse evocatie over de plaatselijke heilige, verder weinig gebeurt, en waar het in de zomer muisstil is.
Om toch wat animo te brengen, is daarom een ‘wilde winkel wedstrijd’ in het leven geroepen. ‘Wild’ zal er vast aan toegevoegd zijn om de heldhaftigheid van de zelfstandig ondernemers in ons dorp te benadrukken. ‘Onze plaatselijke handelaars zijn niets minder dan onze helden’ verklaarde de afgevaardigde van ondernemen in elk geval in het dorpsblaadje. ‘Zij bieden als de Galliërs in Asterix en Obelix weerstand tegen grote discounters en warenhuisketens, en hebben toverdrank nodig. In de vorm van een financiële injectie.’ Geef mij maar gewoon een enveloppe met geld in plaats van een injectie, dacht ik toen ik het hoorde.
Om kort te gaan, er kwam een winkel wedstrijd, met de eenvoudige vraag zoveel mogelijk verschillende handelaars te bezoeken, en daardoor stempeltjes op een kaart te verzamelen om die vervolgens in een bus bij een van de handelaars te deponeren. Uit alle ingediende kaarten werd dan door een ‘onschuldige hand’ (Miss Aardbei van dit jaar) een winnaar uitgehaald die een bon met een redelijk groot bedrag kreeg om in een winkel in ons dorp iets te kopen. Er waren natuurlijk ook nog troostprijzen en iedereen die wilde mocht op de receptie een hapje en drankje en op de foto met het bestuur, de handelaars en de notabelen. Die foto zou dan in de provinciale courant verschijnen.
Mijn liefste is dol op dat soort wedstrijden, zeker als er een behoorlijke prijs mee valt te winnen. Het is een motivatie om inkopen te doen en toch het gevoel hebben iets dat het zinvol was. Mijn liefste deed dat, zoals in veel wedstrijden, voortreffelijk en wist een behoorlijk aantal stempels te verzamelen. Net als ik, is mijn liefste niet competitief maar ze wil het net als ik zo goed mogelijk doen. Wij winkelen dan ook zelden bij discounters, super – of hypermarkten. In ons dorp ligt de kleinhandel niet alleen op een steenworp, we kunnen er zo op maat kopen dat we minder dan 1 kleine zak restafval per maand hebben in ons gezin. In het sociale flatgebouw aan de rand van het dorp, waar ik woon, willen ze daar niet van weten. Mijn medebewoners zweren bij de kille en schreeuwerige magazijnen van Lidl, Aldi, Okay en Jumbo, ook al moeten ze daar met de bus, de taxi of een mindermobielenauto naartoe. Niet voor mij, ik word alleen al misselijk bij de herinnering aan de geuren, de luchtstromen en de lelijkheid van die magazijnen.
Om kort te gaan, mijn liefste werd uit de massa inzendingen getrokken en werd opgebeld door niemand minder dan ‘Madame Julie’, het beruchte administratieve hoofd van het kabinet van de burgemeester dat onder andere voor ons dorp instaat. Mijn liefste zat net neer om een nieuw paar werkschoenen te passen, en dacht dat ze een aalmoes had gewonnen, zoals dat vaak gebeurt. Ze viel letterlijk van haar krukje toen Madame Julie haar belde dat ze uitgenodigd werd voor een persmoment met het voltallige gemeentebestuur en de 5 handelaarsbonden van ons dorp. Het liefst smaakvol gekleed, en met de man mee. Daar hebben wij ons natuurlijk niets van aangetrokken. We gingen zoals we gekleed waren op dat moment, mijn liefste inclusief haar ortheses, en gedroegen ons niet anders dan anders. Uiteindelijk bleek alleen het meeste volk liever niet met ons op de foto te gaan. Ook het interview met de pers bleek herleid tot enkele trefwoorden waarmee de journalist ‘iets moois’ zou maken. Een kort stukje op de laatste pagina, zo bleek. Voor ons was dat alvast geen reden om te klagen. Hoe minder aandacht voor ons hoofd, hoe beter.
Sindsdien is mijn liefste, en in het verlengde ook uw blogger, wereldberoemd in ons dorp. Sinds we beiden geposeerd hebben en de foto zowel in het dorpsblaadje, het leden magazine van de ondernemers als de provinciale krant is verschenen, wordt ik overal gefeliciteerd. Terwijl ik maar blijf herhalen dat mijn liefste de winnares is, en ik er absoluut geen verdienste aan heb. Ook mijn liefste kan geen kleinhandelszaak meer binnenstappen of ze wordt onthaald alsof ze een rit in de Ronde van Frankrijk heeft gewonnen. Toen we de eerste prijs overhandigd kregen, moest mijn liefste wel even lachen. Ze rijdt immers al jaren met een driewieler, door fysieke beperkingen, en kreeg als eerste prijs een racefiets waarmee een beetje fietser gerust een kermiskoers zou kunnen winnen. Gelukkig kan ze hem inruilen voor iets wat beter van pas komt. Een fijn vrouwelijk wielrennerspakje bijvoorbeeld, knipoogde ik. Waarna ik een liefdevolle duw kreeg van de winnares van de winkelwedstrijd 2023.