Voelt u een klik of een vonk?… autisme en communicatie

Foto van Tim Collins on Unsplash

Al jaren ben ik op zoek naar de klik. Of liever, het zou een kwaliteitskenmerk bij uitstek zijn van iemand die ik wil inhuren om een klusje te doen, of om mee samen te werken. Zoals die keer toen ik een nieuwe huisarts zocht, zei iemand “het komt wel goed, je moet gewoon even zien of er een klik is tussen jullie beiden. Als je geen klik voelt, of je voelt een vonk, kies je beter een andere”. Net zoals de autistisch verklaarde dichter Erik Jan Harmens onlangs schreef in zijn blog, heb ik lang gedacht dat die klik er nooit zou komen. Ik hoorde of voelde namelijk niks. Dus nam ik aan dat het keer na keer mis was, tot de voorraad huisartsen van de streek uitgeput was. Gelukkig heb ik al een tijdje een goede huisarts.

Tot ik bij een trainer sociale vaardigheden en communicatie van onze overheid kwam. Ze had zich in van alles en nog wat vervolmaakt. Ik was toen nog in de veronderstelling dat ik een regulier plekje in de samenleving zou vinden, dat ik zou samenwerken met mensen die niet zouden afhaken op mijn uitstraling, mijn communicatieve eigenaardigheden of mijn verstandelijke discrepanties. En ik had toen nog de energie om me maximaal aan te passen. Dus, dacht ik, die ‘klik’, dat leer ik wel even. Helaas bleek dat niet zo eenvoudig.

Sindsdien weet ik dat een klik iets zeldzaam is, zo zeldzaam dat ik er graag tijd voor maak. Het gebeurt niet zo vaak dat ik een klik ervaar. Ik weet sindsdien ook dat ik ‘het’ vooral niet letterlijk mag nemen, en het eerder een kwestie is van vinden dan van zoeken. Een klik ontstaat immers als een unieke, spontane en in mijn beleving magische verbinding die ontstaat wanneer twee mensen elkaar ontmoeten en haast woordeloos een sterke, positieve en wederzijdse aantrekkingskracht ervaren.

Een klik is volgens mij een gevoel van resonantie en harmonie die lijkt op een gevoel van herkenning, begrip en comfortabel zijn bij die andere persoon. Een klik mag je echter niet verwarren met een vonk. Een klik is gebaseerd op gedeelde interesses, waarden, humor, empathie en begrip. Een vonk verwijst daarentegen naar een intense en vaak fysieke aantrekkingskracht in een romantische context, die leidt tot een andere type relatie, minder oppervlakkig dan een klik, minder duurzaam en met een duidelijk intens fysiek verlangen.

Als het gaat over de ‘klik’ bij autistische mensen, bestaan er volgens mij nog veel misverstanden, mythes en stereotype beelden. Volgens de ene zouden autistische mensen klik noch vonk kunnen ervaren door hun egocentrische bewustzijn, en moeite om voldoende dicht contact te maken met anderen. Een andere bron vermeldt dan weer dat autistische mensen alleen met mensen met dezelfde interesses of met hetzelfde neurotype (autistisch of neurodivergent) de klik kunnen benaderen. Over ‘vonken’ wordt in de autistische context zelden gesproken of geschreven, omdat dit naar het schijnt nog moeilijker zou zijn. Ik heb nochtans al een paar keer vonken mogen ervaren, zo heftig dat ik in vuur en vlam stond.

Als autistische mensen bevraagd worden over wat ze verkiezen (een klik of een vonk) vinden de meeste mensen dat een klik niet altijd moet, want te veel gevraagd is, tenzij dan in een romantische relatie. Sommige autistische mensen hechten in een romantische relatie zelfs meer waarde aan een klik, ongeacht de relatie, op voorwaarde dat ze zich begrepen, geaccepteerd en comfortabel voelen. Voor hen is emotionele verbinding en intellectuele compatibiliteit veel belangrijker dan aantrekkingskracht.  Anderen vinden het een voorwaarde om een ‘klik’ te ervaren om goed samen te werken maar ze hechten meer belang aan een “vonk” of intense fysieke aantrekkingskracht in een romantische relatie. Ze kunnen het gevoel hebben dat een sterke fysieke connectie een belangrijke rol speelt in het opbouwen van een romantische relatie Het is ook mogelijk dat sommige autistische volwassenen zowel een klik als een vonk belangrijk vinden, waarbij ze streven naar een combinatie van diepgaand begrip en fysieke aantrekkingskracht in hun relaties. Deze mensen leggen de lat wel wat hoog, volgens mij.

Een aantal belangrijke aspecten van een ‘klik’ voor mij zijn erkenning en begrip, gedeelde ervaringen, mezelf kunnen zijn in communicatie, een gevoel van vertrouwdheid en voorspelbaarheid, minder sociale uitputting, en de mogelijkheid om een echte vriendschap aan te gaan. Volgens mij is het best mogelijk dat autistische mensen, met een bepaald ontwikkelingsprofiel, zowel klik als vonk kunnen ervaren. Ik hoor toch vaak mensen met autisme die spreken over erkenning en begrepen voelen, gedeelde ervaringen hebben, zichzelf kunnen zijn bij anderen, een gevoel van vertrouwdheid ervaren, minder sociaal uitgeput zijn en zelfs vriendschap aan te gaan, allerlei effecten die wijzen op een of andere ‘klik’. Het klopt volgens mij evenmin dat autistische mensen alleen met andere autisten een ‘klik’ zouden kunnen ervaren.  Ook met bepaalde mensen die zich bewust zijn van de diversiteit van mensen en bestaanswijzen klikt het wel eens.

Als ik met iemand een klik ervaar, probeer ik dat te zien als een aanzet tot een goede samenwerkingsrelatie.  Met vonken is het anders, als ik dat ervaar, heb ik de neiging mensen op een afstand te houden, omdat dit allerlei mechanismen bij mij in gang zet die het mij onmogelijk maken nog om te functioneren. Vonken geven voor mij hetzelfde effect als een acute voedselvergiftiging in combinatie met migraine. Als het gaat om goed samen te werken of iets samen te doen binnen een project of hulpverleningsrelatie ga ik dus veeleer voor de ‘klik’ dan voor de ‘vonk’. In dat laatste geval kan ik niet veel meer doen dan van die persoon weg gaan.  Dat doe ik trouwens ook als ik geen ‘klik’ ervaar.  In dat geval is er geen samenwerking of andere vorm van uitwisseling mogelijk, tenzij dan een zeer formele vorm, zoals van een kaartje kopen aan een loket of in een winkel een krop sla kopen. Gelukkig heb ik daar geen klik voor nodig, laat staan een vonk.