Wat als ik al mijn bezittingen verloren zou zijn … autisme en bezit

Als ik al mijn bezittingen was verloren, zou dat waarschijnlijk erger zijn dan ik me nu kan inbeelden. Het zou afhangen van wat als een bezitting wordt beschouwd, en in welke mate het mijn bezitting wordt beschouwd. Veel van wat ik bezit ben ik immers al verloren, op een of andere manier. Het andere van wat ik ‘bezit’ is bovendien niet van mij, en veel van wat er waarde geeft in mijn leven valt over het algemeen niet onder de noemer ‘bezit’.
In de veronderstelling dat ik nog wat kleren aan mijn lijf heb, zou ik wellicht een kijkje nemen bij de organisaties die instaan voor de verloren voorwerpen, en aangifte doen van al mijn verloren bezit bij de overheden die daar mee bezig zijn. Die heb ik ooit allemaal al eens bezocht, ze kennen mij daar al, dus de schaamte zou eerder beperkt zijn. Ik zou ook het zien als een voorproefje op wat zou kunnen gebeuren.
En ik zou aankloppen bij diensten, organisaties en mensen waarvan ik weet dat ze mensen die al hun bezittingen zijn verloren op een of andere manier helpen. Daar zou ik vriendelijk mijn diensten aanbieden, in ruil voor wat beschikbaar is. Misschien zou ik daardoor een stukje minder privaat en een stukje meer publiek worden. Maar wat ik vooral zou doen, als ik al mijn bezittingen verloren zou zijn, is een stukje over schrijven, met al wat ik nog bezit, mijn taal, mijn verstand, een stuk nagel, gedrenkt in vers bloed, op een stuk droge huid.