Het fenomeen van de open voordeur … autisme en wonen

Sinds ik ongeveer twee jaar geleden verhuisde naar een sociaal wooncomplex aan de rand van een dorp, ben ik verschillende eigenaardigheden gaan opmerken die mij voorheen ontgingen toen ik in een reguliere woning woonde. Het samenhokken en samen dronken worden op bepaalde avonden, al dan niet samen met het zingen van oude Vlaamse liederen, is daar één van.
Een andere opvallende gewoonte hier is het onafgebroken open laten van de toegangsdeur van het appartement. Persoonlijk vind ik dit gevaarlijk en houd ik mijn voordeur altijd gesloten, of ik nu thuis ben of niet. Tot mijn verbazing beschouwen mijn buren mijn gedrag echter als asociaal en vreemd. Ik ben er al meermaals op aangesproken.
Net zoals ik erop aangesproken ben dat ik zelf mijn boodschappen doe (waarom niet door een boodschappendienst?), zelf naar de huisarts ga (waarom niet door een gratis taxidienst?) en vrijwilligerswerk doe (werken voor een habbekrats, zot !). Zeker dat laatste ligt gevoelig, omdat een van de maatregelen van onze regering eruit bestaat om op te roepen tot een collectieve inschrijving bij de trajectbegeleiding naar werk. Die laatste heeft de meeste van mijn buren opgeroepen om tenminste te beginnen met wat vrijwilligerswerk als tegenprestatie voor de samenleving die hun uitkering betaalt. Dat viel duidelijk niet in goede aard bij mijn buren, Ik moet er wel bij vermelden dat er ook enkele buren zijn die heel gemotiveerd vrijwilligerswerk doen, en dat er ook enkele zijn die betaald werken. Een meerderheid ziet echter geen van deze echt zitten.
Voor mijn buren is het in elk geval vanzelfsprekend om hun deur open te laten. In het begin dacht ik dat dit kwam omdat ze een te kleine woning hebben, en zo een stukje bij willen hebben. Soms is dat ook zo, en nemen ze een stuk van de gang mee, door er meubilair te zetten, maar echt vaak komt dat niet voor.
Wanneer ik hen vraag naar de reden, geven ze verschillende antwoorden. Een veelgehoord argument is dat het nuttig is voor buren die hulp nodig hebben bij calamiteiten, zoals brand of een medisch noodgeval. Bovendien is het handig voor thuiszorgverleners die zonder tijdverlies naar binnen moeten kunnen. Sommigen vinden dat het essentieel is voor hun verpleegkundigen om op elk moment toegang te hebben.
Er blijkt al wat wetenschappelijk onderzoek gedaan naar deze gewoonte, deels vanuit een toename in de statistieken van homejackings en inbraken waarbij bewoners werden bedreigd. Vooral in grote wooncomplexen met kwetsbare en oudere bewoners komt dit vaker voor. Onlangs is er zelfs een incident geweest in mijn eigen woonblok, waarbij een ouder koppel urenlang werd bedreigd. Uiteindelijk gingen de daders ervan door met een habbekrats. Ik hoorde dit pas enkele weken geleden van mijn huishoudelijke hulp, omdat er weinig contact is tussen de buren in ons grote complex.
Uit onderzoek blijkt dat er verschillende redenen zijn waarom bewoners van sociale woningen hun voordeur open laten. Ventilatie is een belangrijke factor; veel sociale woningen, zoals de mijne, zijn slecht geventileerd. In plaats van onaangename ramen open te zetten, kiezen bewoners ervoor om de voordeur open te laten voor frisse lucht. Sociale interactie speelt ook een rol; een open deur zorgt voor meer contact met buren die even binnenlopen voor een praatje. Daarnaast draagt het bij aan een (on)veiligheidsgevoel, omdat bewoners zo beter kunnen horen en zien wat er in hun omgeving gebeurt.
In de zomer kan het in onze woningen erg warm (soms tot 35°c) worden en in de winter net erg koud. Het openhouden van de deur helpt om warmte te laten ontsnappen, wat het binnen koeler maakt. Veel bewoners kunnen zich geen mobiele airconditioning of ventilator veroorloven, dus dit is een praktische oplossing. Ook voor thuiszorg en verpleging is het handig; verzorgers kunnen zo sneller en gemakkelijker binnenkomen. Voor mensen met beperkingen is het ook moeilijk om de deur steeds te openen en te sluiten. Tot slot hebben veel bewoners huisdieren, ondanks dat dit verboden is volgens het huurcontract. Een open deur maakt het makkelijker voor de dieren om naar buiten te gaan.
Hoewel deze gewoonte misschien ook in andere gemeenschappen voorkomt, was het nieuw voor mij. Een open deur betekent overigens niet dat iedereen welkom is; soms hangt er een briefje met wie wel en niet binnen mag komen. Zelf heb ik geen briefje, maar wel een veiliger slot op mijn deur laten plaatsen. Mijn deur blijft altijd op slot, zowel voor mijn eigen veiligheid als voor mijn gevoel van huiselijkheid. Voor mij is een afgesloten deur essentieel om me echt thuis en op mijn gemak te voelen. Dit is nog een werk in uitvoering, maar een goed afgesloten deur helpt daarbij aanzienlijk.