Zakken, zachtheid en prikvrij … autisme en kleding

Photo by Clem Onojeghuo on Unsplash

Ik trek een T-shirt aan. Op het eerste gezicht: perfect. Mooie pasvorm, degelijke stof, net dat tikje stijl dat ik nodig heb voor de dag. Maar nog geen half uur later voel ik het kriebelen. Er ontstaat een licht rode huiduitslag. Dit T-shirt is duidelijk niet ok. Ik doe het uit en check het waslabel. Dat is al verwijderd. Ik vraag mijn liefste wat op het label stond, wat de samenstelling van de stof is.

Er blijkt meer chemische troep in te zitten dan mij lief is. Het is een van de t-shirts die ik recent online kocht in een betrouwbare zaak, een shirt van 90% katoen stond erbij vermeld. Dat blijkt dus niet het geval te zijn. Volgende keer toch weer naar de winkel. Ik denk aan die zin die ik onlangs las in een onderzoek: ‘Kleren prikken vaak meer dan je voor lief neemt’. Meer nog, vaak lijkt het of je een kleine cactus erbij krijgt.

Dat beeld bleef hangen. Het komt uit een nieuwe studie van Megan Ferrari en collega’s, die de kledingvoorkeuren van autistische volwassenen onderzocht. Een ogenschijnlijk niche-onderwerp, maar wat ik erin vond, was verrassend herkenbaar. De studie zegt overigens niet alleen wat autistische mensen ons leren over comfort, kleding en de moed om te voelen. Het raakte aan iets veel groters: hoe sommige mensen hun lichaam soms vergeten in hun streven naar stijl, hoe ze comfort verwarren met gemak, en hoe ze zelden stilstaan bij wat kleding eigenlijk met hen doet.


Mode die ademt

De studie bevroeg 273 volwassenen – van wie 214 autistisch – over wat ze wél en niet dragen, wat hen stoort en wat hen helpt. Het resultaat? Een overtuigend pleidooi voor zachtheid.

Want labels, naden, kriebelstoffen, stugge materialen: ze vormen voor veel mensen – en ook heel wat (maar niet noodzakelijk alle) autistische mensen – een bron van stress. Ze verstoren het lichaam, het hoofd, de dag. En dan helpt geen enkele modetrend je nog.

De meeste autistische respondenten kozen dan ook voor casual kleding. Denk: loszittende broeken, katoenen T-shirts, zachte stoffen zonder franje. Geen poespas, maar eenvoud die ademt. Eenvoud die rust brengt.

En daar zit een diepere wijsheid in. In een wereld die continu roept dat we ‘meer’ moeten zijn – modieuzer, strakker, opvallender – kiezen zij voor lichamelijke vrede. En dat is misschien wel de meest radicale modekeuze van allemaal. Een keuze die te weinig mensen onder ons durven nemen.


Waarom zakken ertoe doen

Een opvallend detail uit de studie: zakken. Of beter: het gebrek eraan, vooral in vrouwenkleding. Velen klaagden over het feit dat ze nergens hun handen, telefoon of favoriete object kwijt konden.

Nu kan je denken: een kleinigheid. Maar achter die frustratie schuilt een hele geschiedenis. Wist je dat zakken in vrouwenkleding eeuwenlang bewust zijn weggelaten? Uit esthetische én politieke motieven? Zakken gaven vrouwen zelfstandigheid, bewegingsvrijheid. En dat was bedreigend. Net zoals kledij van vrouwen veel lichter, minder lang meegaand en vooral aangepast aan huiselijke, salonstijl. Of dat vrouwen uitsluitend in de vrouwenafdeling van de modewinkel kunnen shoppen. Mijn liefste houdt er zich niet aan en mijdt winkels waarin ze daarbij wordt teruggefloten door verkoopsters die flinterdunne kledij aanprijzen.

En het wordt steeds subtieler: hoe minder praktisch en duurzaam de kleding, hoe meer je moet bijkopen. Een handtas, een manbag, een bandje. Een accessoire. Iets extra. Of het moet aangepast worden qua vorm. Voor autistische mensen – en eigenlijk voor ons allemaal – kan dat als een beperking voelen. Alsof kleding niet voor jou bedoeld is, maar voor een idee van wie je zou moeten zijn.


Sieraden die mogen helpen

De studie keek ook naar sieraden en fidget-accessoires – kleine objecten die je kan friemelen, draaien, voelen. Voor veel autistische mensen zijn die onmisbaar. Ze helpen hen zich te reguleren, te focussen, tot rust te komen.

Toch vonden velen het aanbod op de markt te kinderlijk. Te veel plastic, te fel, te “speelgoedachtig”. Alsof je als volwassene geen recht meer hebt op iets dat je helpt. En tóch zou bijna driekwart een stijlvol stim-accessoire overwegen. Ook al worden ze bedenkelijk nagekeken door leeftijdsgenoten.

Wat ze zochten? Armbanden die niet knellen. Kralen die je kan draaien. Kettingen die niet rammelen, maar wel iets betekenen.
Geen prullaria, maar rustgevers. Kleding en accessoires die niet schreeuwen, maar steunen.


Van dragen naar voelen

Wat ik me afvroeg na het lezen van dit alles: hoe vaak kiezen wij onze kleren vanuit ons lichaam? Niet vanuit de spiegel of onze sociale angst. Niet vanuit Instagram. Maar echt: vanuit wat we voelen? vanuit wat echt goed zit?

We staan op, we kleden ons aan, en we gaan – zonder pauze. Zonder in te checken bij onszelf. Maar wat als kleding meer mocht zijn dan een laag? Wat als ze een vorm van zelfzorg was?

De autistische mensen in dit onderzoek herinneren ons aan iets wat velen vaak vergeten: Mode begint niet bij zien, maar bij voelen en denken wat bij je zou moeten passen.


Een uitnodiging

Ik schrijf dit niet als mode-expert, maar als man die probeert zachter te leven. Die leerde dat het oké is om een label eruit te knippen. Om een sjaal te kiezen niet omdat ze “matcht”, maar omdat ze warm aanvoelt. Om los te laten wat “hoort”, en te kiezen voor wat klopt.

Misschien begint échte stijl daar: bij luisteren. Naar je huid. Naar je adem. Naar wat stil is in jou. Dus de volgende keer dat je een kledingstuk past: sluit je ogen. Voel je de cactus? Of de zachtheid? Probeer je je in te prenten dat degene die je voor ogen hebt het graag zal zien, of laat je je lichaam spreken?

Ferrari, M. P. et al. (2025). “Labels Feel Like a Cactus:” A Brief Report on The Clothing, Jewelry, and Wearable Fidget-Stim Item Preferences of Autistic and Non-autistic Adult

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *