Wat succesverhalen in media ons leren over autisme – en wat ze vergeten te vertellen … autisme en beeldvorming

Autisme is geen onbekend woord meer in de media. Het is een label, een identiteit, een diagnose, een mysterie, een hashtag. Het komt voor in documentaires, opiniestukken, podcasts, social media reels en Netflixseries. Maar als we goed kijken naar de manier waarop succesverhalen van autistische mensen verteld worden, dringt zich een ongemakkelijke vraag op: wie bepaalt eigenlijk wat telt als succes — en voor wie wordt dat verhaal verteld?
Een recente studie van Şencan en Burak (2025) biedt een zeldzaam systematisch overzicht. Zij analyseerden hoe The New York Times en The Washington Post — twee invloedrijke Amerikaanse kwaliteitskranten — tussen 2001 en 2024 verslag deden van het “succes” van mensen met autisme. De resultaten? Tegelijk hoopgevend en pijnlijk beperkt.
📌 Waarom representatie geen bijzaak is
Voor veel mensen is de media de eerste — en soms enige — bron van kennis over autisme. Wat daar verschijnt, beïnvloedt hoe we kijken naar autistische mensen: als genieën of als zorgbehoevenden, als helden of als slachtoffers, als anderen. Representatie is niet zomaar ‘zichtbaarheid’: het is macht. Het bepaalt wie spreekt, wie gehoord wordt, en welke verhalen de norm worden.
Volgens Şencan en Burak worden succesverhalen over autisme vaak gekaderd in termen die weinig ruimte laten voor nuance: de eenzame overwinnaar, het brein achter de uitvinding, de kunstenaar met het ruwe randje. En vooral: de uitzondering die de regel bevestigt.
🎯 Wat is eigenlijk een ‘succesverhaal’?
In de 40 geanalyseerde artikels ging het in meer dan 60% van de gevallen over kunst. Muziek, schilderkunst, theater, schrijven, film. Creativiteit die raakt. Pakkende beelden, kwetsbare verhalen, persoonlijke stijl. Kunst blijkt mediageniek — maar ook veilig. Het laat toe om autistische mensen te bewonderen zonder dat we onze structuren, systemen of vooroordelen in vraag hoeven te stellen.
Daarna volgden sport en enkele sociale mijlpalen zoals relaties of huwelijk. Wetenschap, onderwijs en beleidsimpact? Nauwelijks aan bod. Terwijl net daar — in systematisch denken, in analytische scherpte, in toewijding — veel autistische mensen excelleren. Blijkbaar is dat minder “klikbaar”.
🤖 De mythologie van het autistische genie
Een hardnekkige beeldvorming blijft opduiken: de briljante eenling. De programmeur zonder empathie. De kunstenaar met een ruwe jeugd. De introverte wiskundige. Wat deze beelden gemeen hebben? Ze bevestigen dominante maatschappelijke ideeën over wat waardevol is: productie, zichtbaarheid, geld, impact.
Maar ze verdoezelen het dagelijkse leven van de meerderheid van autistische mensen. Die leven vaak buiten de schijnwerpers, bouwen relaties op eigen ritme, dragen zorg voor anderen, proberen overeind te blijven in een wereld die niet voor hen gemaakt is. Is dat minder waardevol? Of past het gewoon niet in het dominante scenario?
🧱 Het onzichtbare fundament: relaties, zorg en context
Opvallend in de studie: slechts twee artikels noemden leerkrachten als sleutelfiguur. Ouders, partners, mantelzorgers? Nauwelijks geciteerd. Het idee van de ‘zelfgemaakte held’ domineert. Alsof succes uit het niets ontstaat. Alsof er geen netwerk, geen begeleiding, geen context nodig is. Dat past binnen de neoliberale logica: maakbaarheid, verantwoordelijkheid, prestatie.
Bedrijven en privé-initiatieven kregen daarentegen wél veel erkenning: techbedrijven met inclusief beleid, mediabedrijven met neurodivergente projecten, sociale media met campagnes. Goedbedoeld, vaak waardevol — maar opnieuw met de nadruk op individualisme, marketing en innovatie. Onderwijsinstellingen, non-profits en collectieve actie bleven onderbelicht.
🧭 Waar blijven de gewone overwinningen?
Wat ontbreekt zijn de verhalen van alledaags succes. Een kind dat zichzelf leert aankleden zonder meltdown. Een volwassene die na jaren overprikkeling een rustige werkplek vindt. Een koppel dat leert communiceren op hun eigen manier. Die verhalen zijn zelden “breaking news”, maar vormen wel het hart van wat levenskwaliteit betekent.
In de analyse zat één verhaal waarin twee autistische mensen ondanks communicatieproblemen een diepe band opbouwden en trouwden. Geen spectaculaire plotwending, wel een radicale menselijkheid. Zulke verhalen zijn schaars — maar van onschatbare waarde.
🪞Een spiegel voor de samenleving
De beeldvorming van autistische mensen in de media zegt vaak meer over onze samenleving dan over autisme zelf. We spiegelen er onze normen in: wie mag meetellen, wie moet veranderen, wie moet inspireren. En wie mag gewoon zijn?
De focus op kunst en prestaties is niet fout, maar beperkt. Het is een uitnodiging tot reflectie: welk soort mensbeeld willen we cultiveren? Wie krijgt een podium, en wie niet? En kunnen we ook luisteren naar stemmen die ons ongemakkelijk maken, die niet in een heroïsch narratief passen, maar die wel echt zijn?
📣 Wat kaN anders?
De studie van Şencan en Burak eindigt met aanbevelingen die verder gaan dan “meer zichtbaarheid”:
- Vertel verhalen over het gewone leven, niet alleen het uitzonderlijke.
- Erken de rol van ondersteuners: leerkrachten, familie, vrienden, buren.
- Toon diversiteit in succes: niet enkel werk of kunst, maar ook rust, verbondenheid, gemeenschap.
- Vergelijk internationaal: hoe wordt autisme elders verbeeld?
- Betrek autistische mensen zelf, niet alleen als onderwerp, maar ook als maker van verhalen.
🌱 Tot slot: wat als gewoon goed genoeg is?
Ik zie mezelf soms in die succesverhalen, maar vaak ook niet. Die domineren niet alleen in de VS maar ook in Europa en dichter bij huis de media. Wat ik ook in onze media mis? De verhalen over wat niemand ziet: de voorbereiding, de uitputting, de kleine overwinningen die nooit gedeeld worden. De keren dat ik niet “buitengewoon” was — maar wel mezelf.
Wat ik wens? Media die niet alleen de toppen van ijsbergen tonen, maar ook de diepte eronder. Verhalen waarin een autistisch persoon niet bewonderd of bevraagd wordt, maar gewoon erkend. Niet als object van verwondering, maar als volwaardig subject.
Want misschien ligt daar de kern van échte representatie: in de ruimte om gewoon te zijn. Zonder voorwaarden, zonder etiket. Alleen maar mens, op een andere manier.
Şencan, G., & Burak, Y. (2025). An Analysis of Newspaper Reports on the Success of Individuals with Autism Spectrum Disorder. Journalism and Media, 6(2), 74
Deze week was het bij ons op het werk week van de diversiteit. Ze steunden uiteraard de Pride. En er is aandacht voor het multiculturele.
Heel aangenaam verrast een hele interessante keynote te hebben gehoord van HyperSens.
https://www.hypersens.co/
Zij hadden het vooral over de sterktes van de neurodiverse collega´s.
Overigens zouden zij er 20% van de bevolking tellen – te tellen ADHD, ASS, Hoogbegaafdheid en DYS-(lexie, calculie, praxie, ..)
Talenten en sterktes kwamen aan bod .
Maat ook de onzichtbare “uitdagingen” .
Bij Hoogbegaafdheid o.m. het snel verveeld zijn bij het wegblijven van uitdagingen vooral omdat de “neuronormale” mensen niet kunnen volgen, bij ASS de sensoriële gevoeligheid of de andere sociale interacties. Maar de analytische geest, zin voor creativiteit en het gevoel voor eerlijkheid worden hier als sterktes beschouwd.
Er werd gewaarschuwd om zich niet blind te staren op deze moeilijkheden, en vooral hoogbegaafdheid was – al dan niet verwacht – een probleem maar ook de sterktes te appreciëren.
Dit bedrijf zet in op de integratie van zulke profielen. En zonder in het rijtje van de hulpverlening te willen staan.
We moeten er voor zorgen dat deze “succesverhalen” niet als uitzonderingen in de media komen, maar als de regel.
Ik heb altijd al gemeend dat er voor iedereen een plaats is op deze wereld, al wil men tegenwoordig zoveel mogelijk de anders zijnde personen letterlijk uit de wereld helpen. Herinner je de “blijde” verkondig een paar jaar geleden over NIPT-test waar opiniemakers verkondigden “nu kunnen we eindelijk het syndroom van Down uitroeien.
Ja, er zijn succesverhalen nodig. Ja, er moeten in de media verhalen zijn over mensen die anders zijn, maar niet als een soort “rariteiten” die toch iets kunnen, eerder om de 20% neurodiversen die er zijn een gewaardeerde plaats te geven in de maatschappij. Is dat voor sommigen maar aan 50% regime of aan 20% regime omdat het voor hen fysiek of psychisch niet kan, dan moet dat kunnen.
Maar bij vooral de psychische reden heb ik mijn vraagtekens. Dat moet kunnen verdwijnen, mits rekening gehouden wordt met de gevoeligheden.
LikeGeliked door 1 persoon