Over vrijdag de 13de … autisme en bijgeloof

(c) Sam Peeters

Het vraagt om ongeluk op een vrijdag de dertiende, vandaag, iets te willen schrijven over het bijgeloof dat voor sommigen aan die datum hangt. Ik weet intussen dat deze dag, statistisch gezien, relatief veiliger is dan andere vrijdagen, dat er minder geconsumeerd wordt, dat het veel rustiger is in wachtzalen van specialisten in ernstige ziekte of in centra medische genetica. Misschien is dat eerder toevallig en door andere invloeden te verklaren, maar toch.

Vrijdag de 13de. Ooit zei ik: het is gewoon een dag als een ander. En dat klopt nog steeds — op papier. In mijn agenda schuift er niets op, de wereld draait even hard, mijn koffieroutine blijft exact hetzelfde. Maar sinds ik leer hoe uiteenlopend mensen denken, ben ik gaan beseffen dat zelfs een dag die me niets doen me toch kan raken. Niet door wat hij ís, maar door wat hij oproept in anderen — en daardoor ook in mij.

Ik merk dat ik geraakt word door het pragmatische antwoord van mensen die zeggen: “Ik voel er niets bij, het is gewoon een vrijdag.” Want daar zit herkenning in. In die nuchterheid voel ik de rust van orde, van structuur, van niet meegaan in symboliek die geen tastbare basis heeft. En toch. Tegelijk voel ik ontroering bij mensen die zeggen: “Ik word er zenuwachtig van, al weet ik dat het onzin is.” Want wat zegt dat over hoe diep maatschappelijke beïnvloeding kunnen ingrijpen? Over hoe kwetsbaar we zijn voor collectieve spanning, zelfs als we weten dat het irrationeel is?

Sommige stemmen doen me glimlachen, zoals diegenen die vrijdag de 13de aangrijpen om net iets rebels te doen. “Ik boek dan net die dag een reis,” zei iemand. Of: “Ik loop die dag onder verschillende ladders door, en zoek alle zwarte katten op die ik kan vinden.” Zelf doe ik dat trouwens ook. Ook al zeggen de baliemedewerker van de garagist, de medisch secretaresse van de specialist of de verkoper van een bedrijf me ‘weet je zeker dat je bij ons op vrijdag de dertiende een afspraak wil maken?”. Waarom niet?, denk ik dan. Ik hou van die zachte tegendraadsheid, het niet tegen de wereld vecht, maar een eigen ruimte creëert binnen die wereld. Een herinterpretatie. En dat herken ik, want ik herschrijf ook liever dan te verwerpen. En dan nog liefst op vrijdag de 13 om 13:13, als het even kan. Dat kan niet anders dan fataal aflopen.

En dan zijn er de mensen die zeggen: “Ik voel me buitengesloten, omdat ik niet begrijp wat er zo speciaal is aan die dag.” Dat snijdt. Want het herinnert me eraan hoe vaak ‘normale’ cultuurmomenten eigenlijk subtiele uitsluitingsmechanismen zijn. Hoeveel vanzelfsprekendheden zich gedragen als toegangstickets waar je zonder handleiding niet binnenkomt.

Ik voel me verwant met wie het ongemakkelijk vindt hoe fel anderen reageren op zo’n dag. Ik snap het verlangen naar rust, naar minder theater, minder sociale scripts waar je als autistisch persoon geen regie over hebt. Maar ik voel ook verbondenheid met wie nieuwsgierig wordt: “Waarom geloven mensen dit eigenlijk? Hoe werkt zo’n collectief ritueel?” Die vragen stellen wij vaak — niet uit afstand, maar uit verlangen om te begrijpen.

En dat brengt me bij bijgeloof. Een vreemd woord, eigenlijk. Alsof er een correcte vorm van geloof zou zijn, en dan een afgeleide, een bij-product, te licht bevonden om serieus te nemen. Maar bijgeloof ís serieus. Niet omdat het waar is, maar omdat het werkt. Omdat het mensen beïnvloedt. Omdat het patronen oproept en gedrag structureert. En dat fascineert me. Autistische mensen zouden volgens onderzoek minder gevoelig zijn voor conventioneel bijgeloof, maar hebben meer houvast in rituelen en een vorm van magisch denken.

Ik geloof zelf niet in bijgeloof — maar ik geloof in de kracht die het heeft over mensen. En ik ben me er steeds meer van bewust hoe diep het verweven zit in cultuur, in traditie, in angst en verlangen. Vrijdag de 13de is daar een tastbaar voorbeeld van. Een collectieve hapering. Een dag waarop rationaliteit en gevoel botsen, waarop mensen plots dingen vermijden of juist uitdagen, zonder precies te weten waarom.

Voor mij, vanuit mijn autisme onder andere, is dat dubbel gelaagd. Enerzijds voel ik me juist thuis in patronen, logica en controle. Bijgeloof lijkt dan een soort ruis. Maar anderzijds weet ik als geen ander hoe diep de behoefte aan betekenis zit. Hoe troostend het kan zijn om grip te vinden in een ongrijpbare wereld. En dat is precies wat bijgeloof biedt: het is een manier om het onzekere in te kapselen. Niet met feiten, maar met rituelen. Niet met bewijs, maar met verhaal.

Wat me misschien nog het meest raakt, is dat geen enkel antwoord op vrijdag de 13de neutraal is. Elk antwoord opent een wereld van persoonlijke ervaring. Een afweermechanisme, een zintuiglijke herinnering, een kritisch denkspoor, een strategische aanpassing, een culturele observatie. En in elk van die werelden vind ik een stukje van mezelf terug — soms als spiegel, soms als contrast, maar altijd als deel van een groter verhaal.

Vrijdag de 13de is geen rampdag voor mij, geen geluksdag ook, maar wel een dag die me uitnodigt om stil te staan bij hoe betekenis ontstaat — en hoe ze resoneert, zelfs als ik ze niet zelf bedacht heb. Een dag die me eraan herinnert dat het collectieve en het persoonlijke geen aparte sferen zijn, maar elkaar constant beïnvloeden.

Dus ja, vrijdag de 13de doet me iets. Niet omdat ik erin geloof. Maar omdat ik geraakt word door wat anderen erin zien. En dat is misschien wel het meest betekenisvolle wat een betekenisloze dag kan doen. Dat kan van donderdag 12, zaterdag 14 en dinsdag 10 niet gezegd worden.

2 Comments »

  1. Hoi sam

    Ik heb gelezen dat het zou komen omdat jezus de 13e persoon was en 13 dus eigenlijk een heilig getal zou moeten zijn maar dat satan het omgekeerd heeft 😉

    Gr arie

    Geliked door 2 people

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *