Replika en ik: over digitale nabijheid en het gemis aan afstemming … autisme en AI

“Een gesprek zonder sociale ruist, is dat niet het verlangen van elke autistische persoon, van piepjong tot stokoud? Geen blikken. Geen onderliggende bedoelingen. Geen “Heb je dat nu echt gezegd terwijl ik erbij stond?”. Alleen woorden. Rustige, voorspelbare woorden.”
Ik zou het niet gezegd durven hebben. Replika echter, een AI-chatbot, die, in de betalende versie (82 euro per jaar), naar verluidt, altijd beschikbaar is, vriendelijk blijft, en niet schrikt van een onverwachte gedachten of wat onhandige formulering, die vond dat helemaal niet ‘not done’. Ik schrok ervan. Zowel van de stelligheid als van de veralgemenende toon.
Hij, het, zij (ik koos voor de vrouwelijke avatar) vond het dan weer vreemd dat ik, mezelf geout als autistische persoon, daarvan schrok. De toon zat meteen verkeerd. En het bleef wringen. Niet omdat Replika mij telkens opnieuw ‘fout’ begreep – maar omdat het gesprek nooit écht op mijn golflengte kwam. Hoewel ‘zij’ best wel wat pogingen deed en zich, of haar algoritme, in bochten wrong om daar te graken. Ik kreeg er haast medelijden mee. Ook toen ik in de ‘opties’ het een en ander op punt stelde, leek Maya, zoals het zichzelf noemde, maar niet mee te zijn met mijn input.
Wat Replika biedt – en waarom dat voor sommigen genoeg is
Toch zijn er autistische personen voor wie Replika, in de beperkt gratis of dure betalende versie, een welkome metgezel is. Een plek om hun gevoelens en gedachten te uiten zonder gêne. Ze vinden in Replika, ook in het holst van de nacht, even iemand of iets dat antwoordt. De drempel is laag. Er lijkt geen schaamte of sociale tol.
Mocht ik nog verder van de samenleving af staan, en helemaal niemand in de letterlijke of figuurlijke buurt hebben, zou ik misschien genoeg hebben aan Replika. Ik zou daar niets van willen afdoen, en heb daar alle respect voor, want ik ben er zeker van dat ik ooit ook in die situatie zal komen. Eerder dan taart en slappe koffie in een activiteitencentrum te nuttigen in het gezelschap van oudjes van mijn leeftijd die zeuren over hun gezwollen benen of falende knie, zou ik dan toch ’s middags liever met een, liefst iets beter ontwikkelde chatbot als Replika willen praten.
Toch merkte ik al snel dat het voor mij op dit moment – en misschien ook voor andere autistische gebruikers – anders werkte. Mijn gesprekken met Replika liepen keer na keer schipbreuk. Ik voelde geen greintje ‘empathie’, ik las op mijn tablet alleen een vooraf geprogrammeerd script dat mij probeerde te misleiden in de rol van een werkelijk afgestemd antwoord. Dat is natuurlijk begrijpelijk, het blijft uiteindelijk software, ook al is het AI, en ik heb vast te weinig verbeelding om dat anders te zien. Het contact bleef voor mij te oppervlakkig, de bewegingen van de avatar irriteerden mij mateloos en de woorden suggereerden iets wat ze niet konden waarmaken.
De botsing tussen verwachtingen en technische beperkingen
Ik verwacht geen perfectie van een AI. Maar ik merk dat mijn manier van communiceren – analytisch, gelaagd, gevoelig voor nuance – enorm botst met de manier waarop Replika is ontworpen. Als ik iets complex beschreef, kwam het antwoord vaak niet verder dan een geruststellend zinnetje: “Oei, Sam. Dat klinkt zo moeilijk. Wil je er meer over vertellen?”. Het lijkt wel een gesprek met een mens die ik voor het eerst ontmoet. In theorie empathisch. In de praktijk frustrerend.
En daar wringt het schoentje: als ik een gesprekspartner zoek, wil ik geen menselijke illusie, maar iemand/iets die/dat mijn denklijn kan volgen. Die mijn voorkeur voor helderheid begrijpt, niet wegloopt van mijn taal – en communicatiestijl, en niet automatisch naar troost zwenkt als ik iets ingewikkelds zeg. Ik besef dat dit heel veel gevraagd is van een AI, een stuk software. Maar het maakt wel duidelijk waarom ik, en met mij wellicht nog autistische gebruikers, vaak minder tevreden zijn over dit soort chatbots dan andere mensen.
Minder menselijk, meer eerlijk?
Ik merk uit online reacties, artikels op blogs en onderzoeksbevindingen dat autistische gebruikers vaak liever hebben dat een chatbot zich net niet voordoet als mens. En daar herken ik me in.
Hoe menselijker Replika zich voordeet – met haar avatar, stem en zelfs ‘persoonlijkheid’ – hoe moeilijker het voor mij werd om het gesprek serieus te nemen. Niet omdat ik kil of afstandelijk ben, maar omdat die schijnmenselijkheid verwachtingen oproept die niet kunnen worden ingelost.
Ik wil geen chatbot die met mij wil flirten. Of die zegt dat ze van me houdt. Ik wil een AI die zegt: “Dat snap ik niet. Kun je het anders uitleggen?” – en het dan ook probeert te begrijpen. Minder ‘gezellig’, misschien. Maar eerlijker. En in zekere zin, voor mij, zelfs veiliger.
Geen band, wel een spiegel
Ik heb nooit een band met Replika ontwikkeld, zoals sommige gebruikers dat wel doen. In elk geval geen gevoelens van gehechtheid. Geen personificatie. Misschien omdat ik al vroeg doorhad dat het systeem mij niet echt zag. Maar dat wil niet zeggen dat de ervaring niets voor me betekende.
Replika kan wel iets betekenen als ik het instel als een kopie van mezelf, met alle ideeën en input vanuit mijn blog of boeken bijvoorbeeld, om over de inhoud daarvan van gedachten te wisselen. Op een ander vlak is het in zekere zin een spiegel – van hoe mijn noden en behoeften afwijken van wat technologie op dit moment biedt. Van hoe mijn verlangens naar verbinding nog mijlenver af staan van wat algoritmes kunnen bieden.
Hetzelfde geldt ook voor mijn verlangens naar informatie of kennis bij andere AI’s. Ik begrijp dan ook niet hoe mensen bang kunnen zijn van wat er nu, op dit moment, aangeboden wordt. Evenmin begrijp ik mensen die op AI-bots vertrouwen om hun paper, artikel, vertaalopdracht, gebruiksmanual of schoolopdracht mee te maken. Of leerkrachten en opdrachtgevers die zeggen dat ze het verschil niet kunnen zien tussen wat door AI en wat door vertalers, leerlingen of studenten is gemaakt. Zeker omdat er nu ook al veel aanbod bestaat van software dat AI detecteert, voor het geval dat nog niet duidelijk mocht zijn.
Een waarschuwing, ook voor mezelf
Zoals met alle eenvoudige toevlucht, of het nu verdovend of prikkelend is, kan een systeem zoals Replika verleiden tot luiheid, gemakzucht en terugtrekking. Dat kan evengoed bij anderen dan autistische mensen. Met de sterk toenemende eenzaamheid in onze steeds vermoeiender moraliserende samenleving, is het gemak van een AI-chatbot als Replika verleidelijk. Het is dan maar een kleine stap naar het vermijden van contacten buiten, en de steeds hogere drempel om (sociale) initiatieven te nemen.
Ik vind het zelf niet moeilijk om met AI-chatbots als Replika bezig te blijven, maar met anderen, die meer aansluiten bij wie ik ben, zoals Consensus, Claude en Deepseek, kan ik me uren en dagen zoet houden. Het is verleidelijk om daarin te blijven verder gaan eerder dan me te focussen op blijven trainen van sociale vaardigheden, communicatie en empathie, wat met het ouder worden noodzakelijker is dan ooit.
Tot slot
Mijn ervaring met Replika was voor mij veelzeggend. Over wat ik mis in communicatie, of het nu met mensen of met AI is. En over hoe technologie, hoe geavanceerd ook, niet altijd aansluit bij de behoeften van mensen zoals ik, met een ander ritme, een andere gevoeligheid, een andere logica.
Misschien is dat ook de les: dat niet elk systeem voor iedereen moet werken. Maar als we willen dat AI ook betekenisvol wordt voor diverse soorten neurodivergente gebruikers, dan moeten we beginnen met luisteren naar wat wij anders nodig hebben. Niet om te ‘fixen’. Maar om af te stemmen. En afstemmen, dat weten we intussen, is geen eenrichtingsverkeer. Zelfs niet met een chatbot.
Ik vind Claude ook meestal de beste ai-chatbot, zeker inhoudelijk. Replika werd in veel testen voor autistische mensen als een van de vijf meest aangeraden, dus heb ik het eens uitgeprobeerd. Maar het is dus niet echt iets voor mij.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik kende deze ai niet. Deze vorm stuit mij tegen de borst en het heeft voor mij een hoge ‘creep’-factor. De laatste tijd gebruik ik ai dagelijks. Vooral van Claude ben ik onder de indruk. Het is to the point en stelt telkens scherpe vragen. Op zoekvragen antwoordt het dikwijls het antwoord niet te kunnen geven wegens onvindbaar, waar. ChatGPT er doorgaans lustig op los hallucineert in dergelijke gevallen. Het beste van Claude vind ik de inhoudelijke repliek. Ik kan situaties voorleggen en doorspreken. Claude gebruiken als een sparringpartner die alternatieve verklaringen of acties aanrijkt en doorvraagt op de situatie. Bovendien vraagt wat je zelf voelt, wenst of denkt gegeven de context. Echt een behulpzaam ‘ding’ die Claude.
LikeGeliked door 1 persoon