Tien factoren die (mee) bepalen of je je autismediagnose deelt tijdens een sollicitatie … autisme en werk

Foto van Jens Lelie op Unsplash

Afgaand op de mails die ik krijg en de contacten met autistische mensen maar ook mensen zonder enige diagnose die op zoek gaan naar werk, is goed werk vinden tegenwoordig erg moeilijk. Vooral de arbeidsvoorwaarden en de (steeds toxischer) werkcultuur lijken er niet beter op te worden. Werkgevers en arbeidsbureaus lijken ook niet altijd goed te weten wat ze precies verwachten, of veranderen regelmatig hun eisen. Daarom vinden veel mensen het belangrijk om tijdens het sollicitatiegesprek een goede indruk te maken en zich niet meteen te ‘verbranden’ met ontboezemingen die hen uiteindelijk de baan kosten.

Een van de afwegingen die sommige mensen maken is het al dan niet vermelden van hun autismediagnose, vaak samen met het bedenken van verklaringen voor ‘gaten’ (periodes zonder maatschappelijk aanvaardde activiteit) in hun leven. Ik krijg dan ook vaak de vraag of er geen richtlijnen of checklisten bestaan aan de hand waarvan ze de keuze maken om hun autismediagnose bekend te maken.

Ik zou me er goedkoop van af kunnen maken door ofwel te zeggen dat ze het altijd moeten meedelen, en zo te merken waar ze staan, of dat dit voor iedereen anders is en je het moet aanvoelen in het gesprek zelf. Ik zou vanuit mijn eigen ervaringen ook ongenuanceerd kunnen pleiten voor het nooit vernoemen van je autismediagnose, tenzij wanneer de werkgever moeilijk doet om hem te laten weten dat je beter kan als er een aantal aanpassingen komen.

Toch vind ik ook dat al dan niet je autismediagnose meedelen in de eerste plaats een persoonlijke keuze die afhangt van factoren. De tien belangrijkste wil ik hierna op een rijtje zetten.

  1. Relevantie voor de functie: Je kan jezelf afvragen of je autisme van invloed is op je vermogen om je functie goed uit te voeren. Als het relevant is voor de specifieke taken of vereisten van de functie, kan het zinvol zijn om het te delen. Als je autisme en de aard van het werk dat je doet niet meteen een verband hebben, zou je er voor kunnen kiezen om je diagnose niet mee te delen en je te richten op je vaardigheden, ervaring en geschiktheid voor je functie.
  2. Noodzaak van aanpassingen: Je kan jezelf afvragen of je eventuele aanpassingen of ondersteuning nodig hebt om succesvol te worden of te blijven in de functie. Als je bepaalde aanpassingen redelijkerwijs moet aanvragen, kan het delen van je autismediagnose helpen om deze aanpassingen te rechtvaardigen. Daarbij is het natuurlijk ook belangrijk rekening te houden met de cultuur van de organisatie of het bedrijf, dat ofwel geneigd is om aanpassingen toe te laten of absoluut voor ‘iedereen gelijk’ gaat.
  3. Bedrijfscultuur en inclusie: Vooraleer te spreken over autisme is het belangrijk een goed zicht te krijgen op de bedrijfscultuur en het inclusiebeleid van de organisatie of het bedrijf waar je wil werken. Als het bedrijf bekend staat om het ondersteunen van diversiteit en inclusie, kan het waarschijnlijk veiliger zijn om je autismediagnose te delen. Zeker als er een direct aanspreekpunt is voor vertrouwelijke aangelegenheden die te maken hebben met autisme. Ook al is dat ook niet meteen garantie dat de organisatie positief staat tegenover neurodiversiteit of autismevriendelijkheid.
  4. Juridische overwegingen: Vooraleer je autismediagnose te outen, kan het handig zijn om inzicht te krijgen in de wet- en regelgeving in jouw land met betrekking tot discriminatie en gelijke kansen op de werkplek . Vooraleer te spreken over je autisme tijdens een sollicitatiegesprek of wanneer je al aan het werk bent, is het belangrijk op de hoogte te zijn van je rechten en bescherming. Dat is uiteraard ook zo voor niet-autistische werknemers.
  5. Eerdere ervaringen: Het kan zijn dat je al ervaringen hebt bij het delen van je autismediagnose of het bekend maken van autisme. Het kan zijn dat je positieve reacties hebt ontvangen, en steun hebt ervaren, maar eveneens dat anderen een negatieve feedback gaven. Ga als het kan ook na of er in de organisatie waar je wil werken ook andere neurodivergente mensen werken, die hun aard duidelijk hebben kunnen maken, of net niet.
  6. Vertrouwen en comfort: Het is natuurlijk ook belangrijk om af te vragen bij wat je het meest open en comfortabel voelt, bij het al of niet delen van je autismediagnose. Sommige mensen met autisme vinden dat ze zichzelf niet kunnen zijn als ze hun autismediagnose gedeeld hebben, omdat ze nu als ‘de autist’ te boek staan. Andere autistische mensen vinden net dat ze veeleer autistisch dan een werknemer zijn, en hun autismediagnose gewoon moet verteld worden.
  7. Communicatieve vaardigheden: Niet elke autistische persoon is even sterk in zijn of haar autismediagnose bekend maken en uit te leggen hoe dat hun werk beïnvloedt. Misschien is het beter dat je dit door iemand anders laat doen, of eerst leert hoe je je autisme het best communiceert naar werkgevers, vooraleer je autisme bekend te maken.
  8. Positieve impact: Misschien vind je dat het delen van je autismediagnose kan bijdragen aan het bevorderen van bewustwording, van autismevriendelijkheid en van inclusie op de werkplek. Het zou kunnen dat je daarvoor je positie op het werk graag op het spel zet, en dat is helemaal jouw zaak. Als je het gevoel hebt dat het delen van je ervaring positieve veranderingen kan teweegbrengen, kan dit een motivatie zijn om het te delen. Als je denkt dat zoiets beter door een professionele organisatie of door andere ervaringsdeskundigen gebeurt, en jij vooral je wilt focussen op je werk, en goede werkomstandigheden, is het je perfecte recht om je autisme voor jezelf te houden.
  9. Privacy en persoonlijke grenzen: Het is belangrijk dat je bij het delen van je diagnose beseft dat je je, als werknemer en zeker als sollicitant, in een kwetsbare positie bevind. Het kan al gauw gebeuren dat je iets vertelt dat tot misbruik kan leiden. In zo’n positie is respect voor je eigen privacy en je persoonlijke grenzen essentieel. Overweeg of je comfortabel bent met het delen van je autismediagnose en welke informatie je precies bereid bent te delen.
  10. Individuele omstandigheden: Natuurlijk is elke situatie uniek en kunnen persoonlijke omstandigheden en overwegingen (zoals je medische toestand, gezinsrelaties, vriendschappen, ambities) van invloed zijn op je beslissing. Het is belangrijk om goed naar jezelf te luisteren en te doen wat het beste voor jou is.