What I want to talk about … een leesverslag

Het minste wat je kan zeggen het boek “What I Want to Talk About” van de Britse autistische ex-leraar Pete Wharmby, is dat het een bizarre wereld openbaart met een rijke en diepgaande verkenning van het leven met autisme.
Wie erin slaagt zijn bijna eindeloos lijkend boek uit te krijgen, krijgt een uniek beeld van autistische ervaringen maar vooral van de betekenis van speciale interesses, hyperfixaties, in het leven van een autistische volwassen man. Deze interesses, variërend van LEGO® tot treinen, bieden niet alleen een intense focus, bekend als monotropisme, maar dienen voor sommige autistische mensen, zoals Wharmby, ook als bron van orde en troost in een vaak chaotische wereld. Het boek is ook een uitstekend voorbeeld van ‘drammen’ over onderwerpen die voor de persoon zelf misschien bijzonder interessant en boeiend lijken maar die anderen dood vervelen.
In zijn boek gaat Wharmby gelukkig ook nog op andere thema’s in dan op zijn stokpaardjes. Zo onthult hij eveneens hoe hij opgroeide tijdens zijn kinder- en tienerjaren, gemarkeerd door worstelingen met sociale signalen en zijn zoektocht naar eigen copingmechanismen. Zijn openhartige beschrijving van het leren kennen van zijn autisme en de invloed daarvan op zijn loopbaan als leraar, geeft een mooi beeld over zijn moeilijke tocht naar zelfaanvaarding en opgaan in zijn passies.
Verder verkent Wharmby in zijn boek de invloed van familierelaties (zijn familie vergelijkt hij met dino’s), videogames, muziek, en Warhammer 40,000, die elk op hun eigen manier een toevlucht en bron van ontspanning vormen. Hij reflecteert op de manier waarop deze interesses zich manifesteerden in zijn volwassen leven, zoals Minecraft, dat een cruciale rol speelde in zijn aanpak van het ouderschap en het voorkomen van burn-out.
Opvallend is Wharmby’s vermoeiende fascinatie voor fictieve werelden zoals het Marvel Cinematic Universe, die een rol spelen in het omgaan met wereldse gebeurtenissen zoals Brexit. Zijn interesse in de Titanic wordt ook belicht, waarbij hij de aantrekkingskracht ervan op zijn autistische geest onderzoekt. In de epiloog benadrukt Wharmby het essentiële belang van speciale interesses voor mensen met autisme en pleit hij voor een meer inclusieve maatschappij, waarin autistische stemmen niet alleen worden gezocht en gehoord, maar ook worden geaccepteerd zonder hen te willen hervormen.
Echter, ondanks deze waardevolle bijdragen aan de literatuur over autisme, vertoont het boek enkele belangrijke tekortkomingen. Het leunt volgens mij te sterk op Wharmby’s persoonlijke anekdotes, terwijl hij soms de schijn wekt dat die ervaringen universeel zijn. Het boek mist bovendien een stevige wetenschappelijke onderbouwing, waardoor het vooral een verzameling (al dan niet goedkope) meningen dan een feitelijke analyse is.
Doorheen het boek herhaalt Wharmby zichzelf eindeloos. Net zoals bij zijn vorige boek is de leesbaarheid van ‘What I want to talk about’ voor niet-Britse autistische mensen met Wharmby’s profiel daardoor eerder beperkt. Het wordt doorheen het boek steeds minder duidelijk waar het nu eigenlijk over wil hebben. Bovendien doet zijn schrijfstijl vaak afbreuk aan zijn geloofwaarheid, en belicht Wharmby onvoldoende andere perspectieven op zijn ideeën. Je kan hem in elk geval niet verwijten dat hij onvoldoende authentiek is en camoufleert in zijn boek.
Samengevat, “What I Want to Talk About” is een verhelderend werk dat me als lezer meenam in de ingewikkelde maar ook best vermoeiende en langdradige wereld van een Britse autistische alleenstaande in zichzelf gekeerde man die vooral bezig is met sociale media en games. Het is een waardevolle bijdrage, maar het vergt toch flink wat moeite om deze kolos te verwerken, en niet aan de verleiding te weerstaan om te scrollen tot de auteur ophoudt over zijn verdomde stokpaardjes te spreken. Maar hé, ik moet niet zeuren, want het boek gaat toch over speciale interesses en het eindeloos blijven erover doorbomen. In elk geval een boeiende, en misschien ook confronterende en enigszins trieste lectuur, maar geen aanrader voor wie een interessant, vlot leesbaar en genuanceerd boek over autisme zoekt.
Het boek is me geschonken door iemand uit de omgeving van de auteur.