9 termen waarmee autistische personen zich aanduiden … autisme en terminologie

- Autistische persoon / Autist: Deze term wordt vaak gebruikt door individuen die autisme zien als een integraal onderdeel van hun identiteit. Ze kunnen het gevoel hebben dat autisme hun percepties, interacties en levenservaringen diepgaand vormgeeft.
- Persoon met autisme: Sommige mensen geven de voorkeur aan deze term vanuit het perspectief van ‘persoon-eerst’ taalgebruik, wat benadrukt dat ze in de eerste plaats een persoon zijn, met autisme als een aspect van wie ze zijn. Varianten ervan zijn persoon met autismespectrumstoornis, persoon met een autismestoornis, persoon met autismespectrumconditie of persoon met autismespectrumaandoening. Soms voegen personen met autisme er een functioneringslabel aan toe of vermelden ze dat ze een vorm van autisme hebben.
- Neurodivers/Neurodivergent: Deze term erkent de variatie in neurologische ontwikkeling en functie. Mensen die zichzelf neurodivers noemen, benadrukken de waarde van neurologische diversiteit als een aspect van menselijke diversiteit. Vergelijkbaar met neurodivers is neurodivergent, maar deze term wordt specifiek gebruikt om aan te geven dat iemands neurologische ontwikkeling afwijkt van de meerderheid, en impliceert een breuk met ‘het normale’ of ‘de norm’. Variaties op deze term komen in veel soorten voor maar enkele van de meest gebruikte zijn persoon met een neurodivergente variatie of persoon met een neurodivergente aandoening.
- Asperger / Aspie /Persoon met Asperger-syndroom:Hoewel de aspergervariatie van autisme in veel classificatiesystemen is samengevoegd met autismespectrumstoornis (ASS), gebruiken sommige mensen die eerder deze diagnose kregen, nog steeds de term om hun plek op het spectrum te beschrijven. Soms korten ze die af tot Aspie, wat voor anderen dan weer verouderend en beperkend overkomt.
- Neuroatypisch: Dit is een brede term die aangeeft dat iemands neurologische ontwikkeling of functioneren afwijkt van wat als typisch wordt beschouwd. Het wordt vaak gebruikt door mensen die zich willen identificeren met een gemeenschap van mensen met verschillende neurologische aandoeningen. Je zou het ook kunnen zien als een tussenterm, tussen neurotypisch en neurodivergent.
- Autistisch denker: Sommige autistische personen gebruiken deze term om aan te geven dat hun denkwijze uniek is en een direct gevolg van hun autisme. Dit zijn doorgaans de meer filosofisch ingestelde autistische mensen. Als tegenbeweging komt ook de term autistische doener op, van de meer praktisch ingestelde autistische personen. Er zijn ook autistische mensen die naar eigen zeggen doen noch denken maar gewoon zijn. Dat zijn dan waarschijnlijk autistische zijnden.
- Autisme-ervaringsdeskundige: Deze term wordt gebruikt door sommige autistische personen die hun persoonlijke ervaringen met autisme inzetten om anderen te onderwijzen en te ondersteunen, vaak in professionele rollen. Voor mensen die zich minder deskundig achten maar vooral werken met ervaringen van zichzelf en anderen, is er de term ervaringswerker. In sommige contexten wordt die term toegekend aan mensen die professioneel actief zijn als ervaringsdeskundige autisme binnen organisaties. Een schertsterm voor deze groep mensen is ‘participatiepipo’ (iemand die weinig representatief voor een doelgroep actief is talloze overlegorganen zonder veel zinvol in te brengen).
- Neuroqueer/Neurocrip: Neuroqueer is een term die een combinatie is van “neuro” (verwijzend naar de neurologische basis van iemands gedrag en identiteit) en “queer” (een term die gebruikt wordt om te verwijzen naar het niet-conformeren aan normatieve seksualiteits- of genderidentiteiten). Neuroqueer wordt gebruikt om een vermenging of een bewuste verwerping van traditionele neurologische normen en gender/sekse-normen uit te drukken. Het gaat niet alleen om de identiteit van iemand die neurodivers is, maar ook om een actieve betrokkenheid bij het deconstructeren en herdefiniëren van deze normen. Dit kan onder meer betrekking hebben op het uitdagen van ideeën over wat als een ‘normale’ cognitieve of neurologische functie wordt beschouwd, of het opzettelijk afwijken van neurotypische gedragsnormen. Neurocrip is een samentrekking van “neurodiversity” en “cripple” (een term die vroeger als denigrerend werd beschouwd maar door sommige gehandicaptenbewegingen is heroverd). Neurocrip verwijst specifiek naar het snijpunt van neurodiversiteit en gehandicapt-zijn, en legt de nadruk op de ervaringen van mensen die zowel neurodivers als fysiek of mentaal gehandicapt zijn. Het gaat over het waarderen van een identiteit die vaak wordt gemarginaliseerd, zowel binnen als buiten gehandicapten- en neurodiversiteitsgemeenschappen, en streeft naar inclusiviteit en erkenning van de unieke uitdagingen en perspectieven die deze kruising met zich meebrengt. Terwijl neuroqueer meer gericht is op het uitdagen en herdefiniëren van normatieve concepten rond neurologie en gender/sekse, concentreert neurocrip zich op de ervaringen en identiteiten op het snijvlak van neurodiversiteit en fysieke of mentale handicap
- Autismespectrumpersoon, ASS’er, Persoon op het spectrum: Deze groep is een mengeling van termen die vooral in medische settings worden gebruikt en afkortingen ervan. De term ‘persoon op het (autisme)’spectrum’ wordt vooral in professionele, academische of medische contexten gebruikt om te verwijzen naar iemand met een formele autismediagnose. De term ‘persoon op het spectrum’ wordt soms door autistische mensen gebruikt als alternatief voor de benaming ‘een vorm van autisme’. In de populaire media wordt ook soms verwezen naar iemand die op het spectrum ‘zit’ of ‘schommelt’.