Als je de weg kwijt bent in de zomer … autisme en gemeenschap

Elke zomer opnieuw neem ik mijn bijzondere rol aan, en geen zoals je misschien zou verwachten. Elke zomer ben ik een gids, en dit jaar voor de tweede keer in het dorp waar ik woon. Ik ben geen gids die toeristen rondleidt langs de bezienswaardigheden van onze streek.

Misschien zou ik het wel kunnen, zoals een stadsgids me ooit zei, maar onderschat vooral niet wat die stadgidsen allemaal moeten beheersen. Alleen al om mensen rond te gidsen in onze hille, zou ik meer dan 1220 geschiedenis moeten herinneren. Ik zou me ook moeten verdiepen in de achtergrond van de bijna 80 kappelletjes die verspreid staan tussen de weiden, akkers en fraaie villa’s met zwembad en Polestar voor de deur. Mijn liefste en ik hebben ze vorig jaar bijna allemaal bezocht, per fiets, maar we hebben de tocht ingekort wegens een overdosis religieuze architectuur. We waren ernstig religieus overprikkeld, zeg maar.

Elke zomer ben ik eerder een andere gids. Ik ben degene die haast constant aangesproken wordt met de eeuwe vraag: ‘Welke kant moet ik op?’. Het lijkt in die twee maanden tijd dat alle mensen die ik tegenkom de weg of een stuk van het geheugen kwijt zijn. Bij sommigen vermoed ik dat ook, als ze uitstappen uit hun auto, mij roepen en me vragen waar een gebouw ligt dat er volgens mij al ruim een jaar niet meer staat.

Ik vind het een vreemde, maar tegelijk vertrouwde situatie waarin ik me elk jaar bevind. Om een of andere reden ben ik op dat moment een van die mensen die een bepaalde uitstraling heeft, een uitstraling die mensen uitnodig om hulp te vragen. Ik krijg soms ook vragen in de supermarkt en elders, maar op straat aangesproken worden is toch nog iets anders. Alsof ze van mijn gezicht aflezen dat ik het grondplan van deze streek ken, en genoeg tijd heb om een universeel verstaanbare uitleg te geven, het liefst in de vier landstalen die ik van de overheid moet beheersen.

Als ze niet eerst vragen of ik hun taal spreek, dan is ‘Bent u van hier’ de vraag die ik meestal krijg. Dan weet ik meteen dat ze op zijn naar de juiste weg. De juiste, de snelste of de kortste weg. Ze willen weten waar het pompstation ligt, de dichtsbijzijnde bankautomaat, de supermarkt, of soms gewoon het dichtsbijzijnde toilet.

Hoewel het grootste deel van de vragen gericht is op wegwijzen, zijn er ook momenten dat mensen vraag of ik ‘van hier’ ben, om hun beklag te doen. Over de bewegwijzering, de staat van de weg, het tekort aan parkeerplaatsen en anders wel het weer. Maar meestal zijn het gewoon verloren schapen die wat hulp nodig hebben.

‘Geven die mensen je dan iets?’ vragen vrienden me wel eens, als ik over mijn zomerse flexi-job vertel. Welnee, zeg ik dan, ik krijg er meestal geen beloning voor, en het zou toch al te gek zijn mocht ik er iets voor vragen. Een enkele keer is er wel eens iemand die mij een stuk van 2 euro of een briefje van 5 euro in de hand stopt, maar daar blijft het bij. Dat hoeft ook helemaal niet. Het voelt goed om anderen te helpen en hen op de juiste weg te zetten. Misschien is dat mensen op de juiste weg zetten wel de rode draad in mijn leven.

Mensen die me belonen, doen dat toch vooral met een tevreden glimlach, een oprecht ‘dank je wel’ of een klein presentje zoals een chocolaatje. Ze zeggen dan dat ze vooral blij zijn dat ik ze niet ergens heen heb gestuurd waar ze helemaal niet moesten zijn of dat ik geantwoord heb en niet ben weggelopen omdat ze een vreemde taal spraken of er anders uitzagen.

Ik herinner me een keer dat ik een familie hielp die wanhopig op zoek was naar een pompstation. Ze hadden een lange reis voor de boeg en hun tank was bijna leeg. Nadat ik ze de juiste weg had gewezen, vertelden ze me later dat ze precies op tijd waren aangekomen. Toen ze nadien terugkwamen om iets te eten, kwamen we elkaar toevallig tegen op het marktplein. Hun opluchting en dankbaarheid waren voelbaar, en dat gaf me een warm gevoel van binnen.

Soms krijg ik de vraag of ik wel eens fout zit. “Stuur je mensen nooit de verkeerde kant op?” Nee, dat doe ik niet. Als ik het niet zeker weet, gok ik niet. In plaats daarvan geef ik eerlijk toe dat ik het niet weet. Ook als ik de taal van de vragensteller niet goed begrijp, ben ik daar eerlijk over. Ik kan me een beetje redden met Google Translate, maar lang niet met alles. Liever zeg ik dat ik niet kan helpen dan dat ik iemand de verkeerde kant op stuur. Ik zou het erg vinden mocht ik het nadien te weten komen.

Een andere, niet onterechte, vraag die ik krijg is of het niet te onvoorspelbaar is, dat krijgen van vragen op een moment dat je met iets anders bezig bent, en dan ook nog een antwoord verzinnen. Het klopt dat ik het nooit ingepland heb dat er iemand mij zal aanspreken, dat ik weet welke vraag die persoon zal stellen en of en hoe ik erop zal kunnen antwoorden. Toch heb ik stilaan een zintuig ontwikkeld om te merken dat een auto stopt, er iemand uitstapt en mij een vraag toeroept, dat het zover is, dat er iemand de weg kwijt is, die een beroep wil doen op mijn specialisme. Dat ik ’s zomers ook niet al te veel plan, omdat ik dan niet op mijn best ben, helpt ook wel om het onvoorspelbare erbij te nemen.

Het bijzondere aan deze rol is dat het me verbindt met mensen. Het maakt niet uit waar ze vandaan komen of welke taal ze spreken, de behoefte aan richting is universeel. Deze onverwachte ontmoetingen verrijken mijn zomer op een manier die moeilijk te beschrijven is. Op andere momenten in het jaar gebeurt het dat mensen me aanspreken in de bibliotheek, in een boekhandel, in de supermarkt, maar dat is nog iets anders. In de zomer zijn er meer anderstalige toeristen, die zich volledig vreemd voelen in deze streek waar het moeilijk is om jezelf te oriënteren.

Elke zomer opnieuw kijk ik uit naar deze momenten. Ze herinneren me eraan hoe eenvoudig het kan zijn om een verschil te maken in iemands dag. Een simpel gebaar, een paar woorden, en iemand is weer op weg.

Dus, als je me deze zomer ziet staan en je bent de weg kwijt, aarzel niet om het te vragen. Ik help je graag op weg. Ook als dat een meer figuurlijke, bij wijze van spreken, weg is dan deze hierboven.