20 Begriptips voor Effectieve Communicatie vanuit autistisch perspectief … autisme en communicatie

Autisme begrijpen en effectief communiceren met autistische personen kan voor heel wat mensen een uitdaging zijn, maar met de juiste aanpak kan het een verrijkende ervaring zijn voor iedereen. Tijdens de activiteitein van de Vlaamse Vereniging Autisme, kreeg ik een folder met 20 begriptips (ook online beschikbaar) die zowel autistische als niet-autistische mensen kunnen helpen om een betere verstandhouding te ontwikkelen en je communicatie te vergemakkelijken. Ik heb ze elk voorzien van drie praktische voorbeelden uit het dagelijks leven met autistische personen die ik in mijn leven heb ontmoet, en vanuit mijn eigen ervaring.
Belangrijkste Tips in een Oogopslag
- Wees standvastig en betrouwbaar.
- Communiceer rechtstreeks en duidelijk.
- Respecteer persoonlijke ruimte en prikkelgevoeligheid.
- Gebruik visuele ondersteuning en concrete en aangepaste taal.
- Geef tijd om na te denken en te reageren.
- Focus op sterke punten en talenten zonder de uitdagingen opzij te schuiven
- Creëer een gestructureerde, aangepaste en voorspelbare omgeving.
20 tips besproken met elk drie voorbeelden
- Zeg wat je doet en doe wat je zegt: Het is heel belangrijk om altijd hetzelfde te doen wat je zegt en andersom. Als autistische persoon vind ik het fijn op jou te kunnen rekenen. Dus, wat je zegt, moet je ook echt doen, en zeg ook wat je doet als het kan, hoewel ik alle begrip heb dat je je soms voelt als een audioscriptie.
- Als je zegt dat je om 18.00 uur thuis bent, wees dan ook daadwerkelijk om 18.00 uur thuis. Als je vertraging hebt, stuur dan een bericht om dit aan te geven.
- Heb je iets beloofd, bijvoorbeeld een museumbezoek? Zorg ervoor dat je die belofte nakomt. Laat de ander weten dat je op weg bent naar de afspraak en vraag om bevestiging. Meld ook eventuele vertragingen of wijzigingen.
- Plan je een bezoek aan de supermarkt? Laat duidelijk weten welke tijd en welke winkel, en houd je aan die afspraak. Bereid je als het even kan ook voor op je bezoek aan die supermarkt.
- Praat met en niet over de persoon: Het is belangrijk om rechtstreeks met de persoon te communiceren in plaats van over hen te praten. Dit toont respect en helpt de persoon zich betrokken te voelen.
- Vraag direct aan de persoon met autisme wat ze willen drinken in plaats van iemand anders te vragen wat zij denken dat de persoon wil. Het is niet omdat we autistisch zijn dat we niet weten wat we willen of dat alle autistische mensen niet spreken.
- Betrek autistische personen in gesprekken door hen te vragen naar hun mening of ideeën, bijvoorbeeld over een film die jullie samen kijken. Wees er echter op voorbereid dat deze mening niet noodzakelijk jouw mening is, of dat die mening aangenaam overkomt.
- Wanneer je iets over de persoon moet bespreken, doe dit in hun bijzijn of vraag eerst hun toestemming, zeker als het over iets gevoeligs gaat. Praat bijvoorbeeld niet over iemands autisme als die persoon daarvoor geen uitdrukkelijke toestemming heeft voor gegeven. Een autismediagnose is in de eerste plaats ‘eigendom’ van de persoon die ze heeft gekregen.
- Kies een prikkelarme omgeving: Een rustige en prikkelarme omgeving kan helpen om afleidingen te minimaliseren en kan de communicatie verbeteren.
- Organiseer bijeenkomsten in rustige ruimtes, aangepast aan de prikkels die voor de persoon in kwestie het meest vermoeiend zijn. Soms kan dit achtergrondgeluid zijn, maar bepaalde autistische personen zijn ook gevoeligst aan licht. Zie deze aanpassingen binnen het geheel van een autismevriendelijke aanpak waarin aandacht voor overzicht en voorspelbaarheid even belangrijk zijn.
- Vermijd drukke plaatsen zoals volle cafés of markten voor sociale bijeenkomsten, tenzij de persoon dit zelf uitdrukkelijk aangeeft en dat graag heeft.
- Creëer een rustige ruimte thuis waar de persoon zich kan terugtrekken als het te druk wordt, bijvoorbeeld een kamer met gedimd licht. Biedt naast deze rustige ruimte een alternatief die voor de autistische persoon in kwestie het best past. Autistische personen interpreteren het woord ‘rustig’ niet allemaal op dezelfde manier.
- Vermijd onverwachte aanrakingen: Bepaalde aanrakingen kunnen overweldigend zijn voor mensen met autisme. Respecteer hun persoonlijke ruimte tenzij ze aangeven dat aanrakingen oké zijn.
- Schud niet automatisch iemands hand zonder eerst te vragen of dat oké is. Sommige autistische mensen hebben een gloeiende hekel aan bloot vel met viezigheid aan te raken.
- Vermijd onverwachte aanrakingen, zoals een klopje op de schouder of een hand op de arm. Deze aanrakingen kunnen onaangenaam overkomen, zoals een elektrische schok of zenuwpijn.
- Laat de persoon met autisme zelf aangeven wanneer fysieke contact gewenst is, bijvoorbeeld door hen te vragen of ze een knuffel willen. Laat ook weten als voor jou de grens van fysiek contact is bereikt.
- Kijk naar het halfvolle glas: Een positieve benadering kan veel betekenen. Probeer altijd de sterke punten en talenten van de persoon te benadrukken.
- Prijs hun oog voor detail als ze je helpen met een project, zoals het organiseren van een boekenplank of een keurig gedekte tafel.
- Moedig hun passies aan door activiteiten te ondernemen die ze leuk vinden, zoals samen schilderen of modelbouw.
- Herken en waardeer hun doorzettingsvermogen en creativiteit in dagelijkse taken, zoals het oplossen van een probleem waar jij al een hele tijd een oplossing voor zoekt.
- Geef tijd om na te denken: Mensen met autisme hebben vaak meer tijd nodig om informatie te verwerken. Geef hen de ruimte om na te denken voordat ze reageren.
- Wacht rustig af na het stellen van een vraag, zoals wat ze willen eten, en geef hen de tijd om te antwoorden. Stel de vraag niet voortdurend opnieuw, niet in dezelfde en zeker niet in andere woorden.
- Moedig pauzes aan tijdens gesprekken zodat ze de tijd hebben om na te denken, bijvoorbeeld door te zeggen: “Neem je tijd, ik luister.” Geef niet zelf een suggestie van bedoelingen of antwoorden zoals: “Thomas bedoelt eigenlijk dat…” of “Sarah wil zeggen dat ze…”
- Gebruik eenvoudige zinnen en wacht op hun antwoord zonder hen te haasten, bijvoorbeeld bij het bespreken van plannen voor de dag.
- Onderscheid hoofdzaak van bijzaak: Probeer de kern van je boodschap duidelijk over te brengen zonder overbodige details.
- Als je vraagt of ze hun jas willen aantrekken, zeg dan gewoon: “Doe je jas aan, we gaan nu,” zonder lange uitleg. Je mag er “alsjeblieft” aan toevoegen, maar zie het niet als een onbeleefd bevel. Vermijd vooral zinnen als: “Zou je het erg vinden om je jas aan die kapstok daar te hangen?’
- Houd werkgerelateerde instructies eenvoudig en direct, zoals: “Print dit document,” zonder uitgebreide toelichting.
- Bij het uitleggen van een situatie, zoals een verandering in plannen, geef alleen de noodzakelijke informatie: “Het diner is verplaatst naar 19.00 uur.”
- Respecteer vaste procedures en schema’s: Mensen met autisme vinden routine en structuur belangrijk. Probeer veranderingen in het schema zoveel mogelijk te vermijden of communiceer deze tijdig.
- Als er een verandering in hun dagelijkse routine is, zoals een andere tijd voor het avondeten, laat dit dan ruim van tevoren weten. Laat het weten op een manier die voor de autistische persoon in kwestie het best past (bijvoorbeeld via sms of e-mail).
- Maak een tijdlijn van de dag op, met alle gegevens over wat er staat te gebeuren (en met wie) en hang dat op een duidelijk zichtbare plek op. Pas de invulling van de tijdlijn aan het begripsvermogen van de persoon aan en integreer deze esthetisch met de rest van de omgeving. Dit vermijdt stigmatisering.
- Vermijd onverwachte veranderingen in plannen, en als het niet anders kan, leg dan duidelijk uit waarom de verandering nodig is.
- Wees consequent: Consistent gedrag en communicatie helpen om een gevoel van veiligheid en voorspelbaarheid te creëren.
- Zorg ervoor dat je altijd dezelfde regels en routines volgt, zoals dezelfde tijd naar bed gaan elke avond.
- Gebruik dezelfde zinnen en woorden om bepaalde activiteiten of gebeurtenissen aan te kondigen, zoals: “Het is tijd om naar school te gaan.”
- Bied consistente ondersteuning en begeleiding in hun dagelijkse activiteiten, zoals altijd helpen met huiswerk op dezelfde manier.
- Wees oprecht in gedrag en taal: Authenticiteit wordt gewaardeerd. Wees eerlijk en oprecht in je interacties.
- Als je zegt dat je ergens blij mee bent, laat dit dan ook zien door je gezichtsuitdrukking en toon van stem.
- Vermijd sarcasme of dubbelzinnige uitspraken die verwarrend kunnen zijn, zoals: “Oh, geweldig” wanneer je iets niet echt meent.
- Wees direct en duidelijk in je communicatie, zoals: “Ik ben trots op je omdat je je kamer hebt opgeruimd.”
- Iedere autistische persoon heeft talenten: Focus op de unieke vaardigheden en talenten van de persoon, ook al lijken die voor jou op het eerste gezicht vanzelfsprekend of weinig inzetbaar. Dit kan hun zelfvertrouwen en zelfbeeld verbeteren.
- Complimenteer hun tekeningen of kunstwerken en stel voor om een tentoonstelling te organiseren.
- Moedig hen aan om hun passie voor muziek na te streven door muziekinstrumenten aan te bieden en lessen te ondersteunen.
- Herken hun talent voor het oplossen van puzzels en stimuleer hen om deel te nemen aan puzzelwedstrijden of clubs.
- Personen met autisme hebben een andere logica: Accepteer dat mensen met autisme op een andere manier denken. Dit betekent niet dat hun manier van denken verkeerd is, slechts anders.
- Luister naar hun redeneringen over waarom een bepaalde volgorde van handelingen logisch voor hen is.
- Vraag hen om hun stappenplan uit te leggen bij het oplossen van een probleem en waardeer hun unieke aanpak.
- Wees geduldig en open-minded wanneer zij hun gedachten en ideeën delen, ook al lijken ze onconventioneel.
- Trek eerst de aandacht van de persoon voordat je begint te praten: Zorg ervoor dat je de aandacht van de persoon hebt voordat je begint te spreken. Dit helpt om miscommunicatie te voorkomen.
- Raak hun schouder zachtjes aan of zeg hun naam voordat je begint te praten om hun aandacht te trekken.
- Wacht tot ze oogcontact maken of een andere bevestiging geven dat ze luisteren voordat je begint te spreken.
- Gebruik visuele signalen, zoals het laten zien van een bord met hun naam, om hun aandacht te trekken.
- Gebruik weinig woorden en ondersteun indien mogelijk visueel: Houd je communicatie simpel en gebruik visuele hulpmiddelen waar mogelijk. Dit kan helpen om de boodschap duidelijker over te brengen.
- Gebruik pictogrammen of afbeeldingen om dagelijkse taken uit te leggen, zoals tandenpoetsen of aankleden. Gebruik ze als middel en niet als doel, of vanuit diens autismediagnose, maar aangepast aan diens persoonlijke communicatiestijl en begripsvermogen.
- Maak gebruik van gebaren en lichaamstaal om je woorden te ondersteunen, zoals wijzen naar een object waar je het over hebt. Zorg ervoor dat dit de communicatie ondersteunt en niet overkomt alsof je wil aantonen dat je autismespecialist bent.
- Schrijf korte en duidelijke notities of herinneringen voor hen, bijvoorbeeld een boodschappenlijstje.
- Vertraag je communicatiesnelheid: Praat niet te snel. Geef de persoon de tijd om je woorden te verwerken.
- Spreek langzaam en duidelijk, vooral bij het uitleggen van nieuwe informatie of instructies.
- Pauzeer regelmatig tijdens een gesprek om de persoon de kans te geven om na te denken en te reageren.
- Vraag hen of ze je begrepen hebben en geef hen de tijd om vragen te stellen of om verduidelijking te vragen.
- Zet je naast en niet voor iemand met autisme: Ga naast iemand zitten in plaats van tegenover hen. Dit kan de communicatie minder intimiderend maken.
- Ga naast hen zitten tijdens een gesprek aan de keukentafel in plaats van tegenover hen.
- Zit naast hen op de bank als je een film kijkt en erover wilt praten.
- Sta naast hen als je samen een taak uitvoert, zoals koken of tuinieren.
- Maak altijd de scheiding tussen de persoon en autisme: Erken dat mensen meer zijn dan hun autisme. Vermijd het beperken van een autistische persoon tot diens autisme.
- Probeer de autistische persoon niet te reduceren tot diens autisme, maar beschouw de persoon in de eerste plaats als een mens, met verlangens en noden zoals iedereen.
- Prijs hun individuele prestaties en vaardigheden, bijvoorbeeld: “Je bent een geweldige programmeur,” in plaats van te focussen op hun autisme en te zeggen: “Ondanks jouw autisme doe jij dit enorm goed.”
- Herken hun interesses en passies buiten autisme, zoals hun liefde voor sport, creativiteit of muziek.
- Vermijd het wij-zij-denken: Probeer geen scheiding te maken tussen ‘wij’ en ‘zij’. Zie iedereen als individuen met hun eigen unieke eigenschappen.
- Gebruik inclusieve taal, zoals “wij” in plaats van “jullie” of “zij”, bij het praten over gemeenschappelijke activiteiten. Zeg bijvoorbeeld niet: “Wij zouden dat zo doen, maar mensen zoals jij doen dat op een andere manier.”
- Moedig gezamenlijke activiteiten aan waarbij iedereen kan deelnemen, zoals teamspelletjes of groepsprojecten.
- Herken en waardeer de bijdragen van iedereen, ongeacht hun neurodiversiteit, bijvoorbeeld door iedereen te laten spreken tijdens vergaderingen.
- Communiceer op een concrete en heldere manier: Vage of abstracte taal kan verwarrend zijn. Probeer zo duidelijk en concreet mogelijk te communiceren.
- Gebruik eenvoudige en directe zinnen bij het geven van instructies, zoals: “Doe de deur dicht,” in plaats van: “Kun je misschien de deur sluiten?”
- Vermijd metaforen en spreekwoorden die letterlijk kunnen worden opgevat, zoals: “Het regent katten en honden.”
- Geef duidelijke tijdsaanduidingen, zoals: “We vertrekken om 14.00 uur,” in plaats van: “We gaan later weg.”
- Las stiltes in voor ogen en oren: Stiltes kunnen rust geven en helpen bij het verwerken van informatie. Gebruik ze om een kalme en ontspannen communicatieomgeving te creëren.
- Neem regelmatig pauzes tijdens een gesprek om de persoon de tijd te geven om na te denken en te reageren. Praat de stiltes niet zelf vol.
- Laat stiltes vallen na het stellen van een vraag zodat de persoon de tijd heeft om een antwoord te formuleren.
- Gebruik stiltes bewust tijdens activiteiten, zoals samen lezen of puzzelen, om een rustige sfeer te bevorderen.