Het EO-programma over autisme en de reacties daarop: een kritische blik … autisme en beeldvorming

Het EO-programma Een buitengewoon gesprek heeft recentelijk veel discussie veroorzaakt binnen de autismegemeenschap. Het programma laat autistische mensen als journalisten een centrale gast, in de eerste aflevering de bekende stand-up comedien Youp van het Hek, interviewen, maar de uitvoering krijgt zowel lof als kritiek. Online discussies laten zien hoe de maatschappij en de autistische gemeenschap zeer verdeeld omgaan met representatie, inclusie en solidariteit.
Stereotiepe beelden van autistische mensen in de media
De kritiek op het programma wijst op een breder probleem: de vaak eenzijdige en stereotype weergave van autisme in de media, de vaak klungelige pogingen van die media om dat recht te zetten en de weinig respectvolle en solidaire manier waarop heel wat autistische mensen over elkaar denken.
Het beeld van autistische mensen wordt in onze samenleving grotendeels gedomineerd door witte, hooggeschoolde mannen, terwijl de diversiteit van de autistische gemeenschap buiten beeld blijft. Dit probleem wordt versterkt omdat autistische personages vaak worden gespeeld door al dan niet voorbereidde professionele acteurs. Dat alles leidt tot een vertekend en soms schadelijk beeld van de werkelijkheid.
Een ander veelvoorkomend probleem is de reductie van autistische mensen tot “inspiratieporno” – een term die verwijst naar verhalen die bedoeld zijn om het publiek te ontroeren of te vermaken, in plaats van authentieke en respectvolle representatie te bieden. Deze aanpak ontmenselijkt autistische mensen door hen te reduceren tot objecten van medelijden of bewondering, zonder oog te hebben voor hun eigen stem of ervaring.
Dit fenomeen leidt er vaak toe dat de unieke uitdagingen en prestaties van autistische individuen onderbelicht blijven. Hun verhalen worden intussen gekaapt om aan de verwachtingen van toeschouwers te voldoen. Een dergelijke benadering negeert de complexiteit van autistische levens en draagt bij aan een eenzijdig beeld, dat niet alleen schadelijk is voor de autistische gemeenschap, maar ook voor de maatschappij als geheel, die zo belangrijke perspectieven en inzichten mist. Het is enorm belangrijk om authentieke verhalen te delen die de diversiteit en veerkracht van autistische mensen benadrukken, zodat er ruimte is voor echte verbinding.
Validisme in de autismegemeenschap
Hoewel het belangrijk is om media kritisch te bevragen, zijn sommige reacties op het programma ook een reden tot zorg. Zo verwees cabaretier Fabian Franciscus in een column naar deelnemers als “debielen” en distantieerde hij zich expliciet van hen. Dit soort taalgebruik is een voorbeeld van validisme of ableïsme: de discriminatie van mensen met een beperking. Ook andere termen zoals “gekkies” en “achterlijk” die in de discussie opdoken, benadrukken hoe diep validistische vooroordelen geworteld zijn, vooral binnen de autistische gemeenschap zelf.
Een zorgwekkend fenomeen dat hiermee samenhangt is aspie supremacy: de neiging van sommige autistische mensen met lage ondersteuningsbehoefte om zichzelf als superieur te beschouwen ten opzichte van autistische mensen met hogere ondersteuningsbehoefte. Deze houding, geworteld in een gebrek aan openheid voor de diversiteit binnen het autismespectrum, creëert een schadelijke dynamiek die niet alleen de onderlinge relaties verstoort, maar ook een gevoel van minderwaarderigheid kan aanwakkeren bij degenen die meer ondersteuning nodig hebben. Dit creëert verdeeldheid binnen de gemeenschap en marginaliseert juist de meest kwetsbare groepen, waardoor zij zich verder eenzaam en onbegrepen voelen. Het is van cruciaal belang dat er meer bewustzijn en educatie komt over de verschillende ervaringen en behoeften binnen het autismespectrum, zodat alle stemmen gehoord worden en er meer solidariteit kan ontstaan.
De dominantie van bepaalde stemmen
In online discussies, met name op sociale media, in krantencommentaren en op blogs, wordt het debat vaak gedomineerd door geschoolde witte, mannelijke autistische mensen met relatief beperkte ondersteuningsbehoefte. Hierdoor blijven de ervaringen van andere groepen – zoals autistische mensen van kleur of mensen met gemiddelde tot hoge ondersteuningsbehoefte – onderbelicht. In plaats van met deze laatst genoemde groepen te praten, wordt er vaak óver hen gesproken. Dit versterkt de ongelijkheid en beperkt de inclusiviteit binnen de gemeenschap zelf.
Een belangrijk punt van kritiek op het EO-programma is dat juist de mensen met meer ondersteuningsbehoefte en meer last met autisme, die vaak worden gemarginaliseerd, een prominente rol speelden. Dit leidde echter niet altijd tot meer begrip of respect, maar vaak tot spot en onbegrip, ook van autistische personen die zich, om een of andere reden, met hen niet geassocieerd wilden zien. Het programma droeg volgens hen eerder bij aan stereotypering dan aan een genuanceerd beeld van autisme, terwijl die stereotypering volgens andere autistische mensen wel meeviel.
Respect en solidariteit
Alle autistische mensen, ongeacht hun ondersteuningsbehoefte, verdienen respect en gelijkwaardige behandeling. Het gebruik van denigrerende termen of het plaatsen van jezelf boven anderen binnen dezelfde gemeenschap is niet alleen respectloos, maar ondermijnt ook het breder streven naar inclusie. Solidariteit zou een centraal uitgangspunt moeten zijn, zowel binnen de autistische gemeenschap als daarbuiten.
Heel wat televisie – en radioprogramma’s waarin autistische mensen aan het woord komen, tonen kwetsbare groepen die ofwel door de programma-makers of door zichzelf belachelijk gemaakt worden, ten koste van hun waardigheid. Sommige critici noemen dit validisme of ableïsme, maar je kan je afvragen of het dat wel is, als het van autistische mensen zelf komt. Behalve respect en solidariteit vanuit de samenleving, is het ook belangrijk dat autistische mensen als groep en individuen zelf ook solidariteit tonen, en werken aan zelfrespect, rekening houdend met en bewust van hun blindheid voor de agenda van programma-makers.
Een gemiste kans voor neurodiversiteit
Het programma ‘Een buitengewoon gesprek’ heeft ongetwijfeld goede intenties. Toch mist het programma de kans om vanuit een gedegen voorbereiding en coaching van de ‘journalisten’, te focussen op de kernkwaliteiten van autistische mensen in het algemeen. De programmamakers leken voorbij te gaan aan zintuiglijke gevoeligheden, contextblindheid, stress door onvoorspelbaarheid, communicatieve inspanningen en andere stressfactoren waardoor er niet veel energie overbleef om verder te gaan naar oppervlakkige gesprekken. Het ging uiteindelijk meer over de gast dan over de unieke eigenschappen van de autistische journalisten.
Daarnaast lijkt de keuze voor een gast zoals Youp van ’t Hek een gemiste kans. Hoewel Van ’t Hek zelf weinig te verwijten viel, omdat hij trouw bleef aan zijn bekende stijl, bracht zijn deelname weinig verdieping in het gesprek over autisme. Zijn anekdotische antwoorden en gebrek aan aansluiting bij de autistische interviewers versterkten het gevoel dat het programma meer een gimmick was dan een serieus platform voor neurodiversiteit.
Conclusie: Kritiek met compassie
De EO verdient lof voor het initiatief om autisme onder de aandacht te brengen, maar het programma toont ook aan hoe moeilijk het is om inclusieve en authentieke representatie te realiseren. Het is essentieel om media verantwoordelijk te houden voor hun beeldvorming, maar dat moet gepaard gaan met solidariteit en respect voor alle autistische mensen.
Als we een betere beeldvorming van autisme in de media willen bereiken, is het belangrijk om naar alle stemmen binnen de autismegemeenschap te luisteren. Alleen door de diversiteit van ervaringen te waarderen, kunnen we bouwen aan een samenleving waarin iedereen zich gezien en gerespecteerd voelt.
De discussie over het EO-programma doet uitschijnen dat zowel de media als de autismegemeenschap zelf nog een lange weg heeft af te leggen om daartoe te komen. Het wordt misschien tijd dat autistische mensen van achter hun scherm komen en contact maken of zicht krijgen op de diversiteit van autistische mensen, en afstappen van het herkauwen van lijstjes met sterktes, talenten, en beroemde autisten, en de hand reiken aan autistische mensen die communicatie, zelfredzaamheid, sociale contacten en het leven zoals het is anders, maar niet minderwaardig, invullen. We kunnen van iedereen leren, denk ik, en des te meer van elkaar.
Hi, Tistje
Schrijf je ook nog een versie die ook door niet hoogopgeleide witte mannen is te lezen? Grapje.
Je zou hiervoor contact op kunnen nemen met Judith Ros, zij zat in het TV-programma en maakt al jaren video’s om autisme in combinatie met VB uit te leggen (Door het oog van een autist: https://www.youtube.com/watch?v=IT5uMkvdNDM ). Zij verdient het om in de spotlight te staan!
Groeten,
Marc
Aut of the Blue
LikeGeliked door 1 persoon
Ik schrok ervan te lezen dat Fabian Franciscus ambassadeur van de Nederlandse Vereniging voor Autisme is. Op LinkedIn maakt hij ook eens duidelijk dat hij als ‘hoogfunctionerend’ zich niet vertegenwoordigd voelt. Hoe kan zo iemand ambassadeur voor autisme zijn?
LikeGeliked door 1 persoon
Hallo 🙂
Zo to the point. Altijd fijn om je door(ge)dachte artikels te lezen.
Hartelijke groeten Cis
LikeGeliked door 1 persoon