Waarom ik worstel met ‘Cartoonisme’ …

Een persoonlijke kijk op ‘Mario, morgen gadegij naar de dokter’ en de dunne lijn tussen herkenning en stereotype.

Toen ik de voorstelling ‘Mario, morgen gadegij naar de dokter’ van de Vlaamse autistische cartoonist Mario De Koninck zag, bleef ik met een dubbel gevoel achter. Ik voelde ik zowel herkenning als een groeiend ongemak.

Aan de ene kant is er de rauwe eerlijkheid en specifieke humor. Mario bekent dat hij zijn vrouw, die hij “doodgraag” ziet, soms haat vanwege het geluid dat ze maakt als ze kroepoek eet. Hij vertelt hoe hij, in een periode van intense stress na de geboorte van zijn dochter en nog vóór zijn diagnose, “volledig vol” zat door de nieuwe prikkels en een lauwe bitterbal tegen de muur smeet.

Dit zijn de momenten die beklijven. Mario’s show is een moedige, humoristische en uiterst persoonlijke poging om zijn “handleiding” te delen. Maar terwijl de zaal lacht om de absurde herkenbaarheid, vroeg ik me af: Wiens verhaal wordt hier precies verteld, en wat blijft er buiten beeld?

De Kracht van de “Handleiding”: Waarom ik de Show Begrijp

Laat ik duidelijk zijn: ik snap waarom de show werkt. Mario slaagt er briljant in om abstracte, klinische concepten en persoonlijke anekdotes te vertalen naar glasheldere metaforen. Twee daarvan zijn bijzonder krachtig.

1. De Trechter (Prikkelverwerking)

Zijn meest effectieve metafoor is die van zijn hoofd als een trechter. Bij de meeste mensen, zo legt hij uit, gaan prikkels er gelijkmatig in en uit. Zijn trechter is echter “van achteren te smal”. Alles komt veel heftiger binnen en stapelt zich op.

Als die trechter volloopt, moet hij “leeglopen”. Gebeurt dat niet, dan volgt een explosie (de bitterbal). Ik herken dat gevoel van oplopende druk, dat hij zelf beschrijft als het resultaat van een periode waarin zijn “pluspunten van thuiswerken plots lasten werden” door de constante aanwezigheid van een huilende baby. Deze simpele analogie maakt het concept van zintuiglijke overprikkeling, iets waar ik zelf dagelijks mee leef, direct invoelbaar.

2. ASS+S en “Cartoonisme” (De Sterkte)

Ik kan ook zijn pleidooi voor ASS+S waarderen: Autisme Spectrum Stoornis én Sterktes. Hij verwerpt de term “stoornis” omdat die enkel de zwaktes benadrukt; hij wil het hebben over de sterktes die vaak genegeerd worden.

Voor hem culmineert die ‘S’ in “cartoonisme”. Hij legt uit hoe zijn profiel perfect samenvalt met zijn beroep:

  • Snel verbanden leggen (die anderen niet zien).
  • Onmiddellijk visueel geheugen (om die verbanden in een beeld te gieten).
  • Uitstekende oog-handcoördinatie (om dat beeld te tekenen).

Zijn ‘sociale zwakte’—het letterlijk nemen van taal—wordt de bron van zijn humor.

Mario’s “uitgesproken zwakte” van te veel focussen op details is precies wat een cartoonist nodig heeft.

Hij schetst een verleidelijk beeld van de ‘aangepaste autist’ die zijn perfecte, zelf gecontroleerde niche heeft gevonden. Een niche die hij, zo blijkt uit interviews, ook bewust heeft ontwikkeld door bijvoorbeeld “de hoeken af te ronden” van zijn tekenstijl om die sympathieker te maken.

De Prijs van het Applaus: Waar het voor mij wringt

En toch is het net daar dat het voor mij begint te wringen. Hoe duidelijk zijn verhaal ook is, wat ik zie is een zorgvuldig opgebouwde performance van autisme.

Mario’s verhaal is hetzelfde verhaal dat we vaak horen. Dat van een witte, verbale, relatief succesvolle man met een bovengemiddeld IQ. Een verhaal waarvan Mario zelf overtuigd is dat hij zelf de drijvende kracht ervan is. Het is een verhaal van een charmante, productieve, weliswaar wat hyperactieve man.

1. Van Meltdown naar Slapstick

De woede-uitbarstingen zijn nu veilige, komische anekdotes. De paniek en de existentiële angst van een meltdown worden gereduceerd tot een lachwekkend verhaal over een bitterbal. Dit voelt als autisme-als-slapstick, verteerbaar gemaakt voor een voornamelijk niet-autistisch publiek.

Wat mij stoort, is de onzichtbaarheid. Mario had ook ruimer kunnen gaan dan zijn eigen getuigenis. Hij had ook een blik kunnen werpen op welk autistisch mens hij niet is. Hij is geen autistisch persoon met hoge ondersteuningsnood (tenzij dan voor zijn vrouw), geen non-verbale autistische mens of zoveel meer.

2. De “Hulp-Vrouw”: Een Genuanceerde Trope

Mijn meest kritieke punt was volgens mij toch de rol van Mario’s vrouw. In de show is zij alomtegenwoordig als de “hulplijn” die alles regelt: van parkeer-apps tot sociale interpretatie en het oplossen van pizza-paniek.

Het voelde als een bevestiging van een pijnlijk stereotype: de functionerende (autistische) man die leunt op de onbetaalde emotionele en praktische arbeid van zijn (vaak neurotypische) vrouwelijke partner.

De realiteit, zo blijkt, is genuanceerder en rauwer. De titel van de show, “Mario, morgen gadegij naar de dokter,” was de uitspraak van zijn vrouw omdat het “echt gewoon niet meer ging”. In interviews vertelt Mario openlijk dat ze “door een zware periode zijn gegaan” en twee jaar in relatietherapie zaten vanwege de impact van zijn (toen nog onbewuste) autisme op “alles en iedereen”.

Dit verandert de context. De dynamiek wordt niet genormaliseerd als een ‘simpele oplossing’; het was een crisis die professionele hulp vergde. Het haalt de kritiek niet weg—de arbeid blijft—maar het toont wel de zware, niet-komische gevolgen ervan, iets wat in de voorstelling zelf misschien te lichtvoetig wordt gebracht.

Conclusie: Voorbij de Cartoon

Mario’s voorstelling is, ironisch genoeg, een “cartoon” van autisme: het overdrijft de lijnen om herkenbaar te zijn, maar het mist de diepte en de schaduw van de volledige realiteit. Ik waande me tijdens de voorstelling dan ook een kijker naar een cartoonfilm, weliswaar live gebracht.

Mario’s interne ‘trechter’ is voor hem een reëel, bijna fysiek probleem. Zijn “cartoonisme” is een hoogst persoonlijke, sociale oplossing.

Een oplossing die, en dat is de cruciale nuance, er pas kwam nadat de crisis onhoudbaar werd en professionele hulp (zowel een diagnose als relatietherapie) noodzakelijk bleek.

Het is slechts één mogelijk antwoord op de vraag hoe te leven met autisme, niet het antwoord—net zomin als ‘neurodiversiteit’ dat als enige is.

Deze voorstelling biedt geen complete “handleiding” voor autisme; het biedt de handleiding voor Mario. Het gevaar is dat het publiek de cartoon voor de werkelijkheid aanziet. De ware waarde van deze show ligt voor mij daarom niet in de representatie die het biedt, maar in het gesprek—en de kritiek—die het hopelijk uitlokt.

3 Comments »

  1. Een interessante uitleg. Alleen: naast de kwestie.
    Als u een voorstelling maakt over autisme, kunt u niet zeggen dat het alleen maar uw persoonlijke verhaal is.
    De mensen zullen het altijd zien als een voorbeeld van autisme in het algemeen, en dat is de kracht en de zwakte van een show.
    Uw verdediging dat uw ‘oplossing’ (cartooning) er al was vóór de diagnose maakt uw diagnose minder belangrijk,
    Daardoor het lijkt alsof het alleen een label is dat u achteraf heeft gekregen.
    Ten slotte bevestigt u met de opmerking dat u het publiek een ‘fijne avond’ wilt bezorgen, dat de zware, ingewikkelde kanten van autisme zijn ingeruild voor makkelijke humor en entertainment.
    Sam bekritiseerde net de manier waarop u de waarheid liet zien, niet de waarheid zelf. Het verbaast me dat u dat niet zag.

    Like

  2. Hartelijk dank voor je open en gedetailleerde reactie. Ik waardeer het enorm dat je de tijd neemt om deze context te schetsen.
    Ik wil graag benadrukken dat mijn recensie [of ‘mijn feedback’] de waarde van jouw persoonlijke verhaal en ervaringen absoluut niet in twijfel trekt. Het is moedig en belangrijk dat die persoonlijke verhalen een podium krijgen.
    Mijn punt [of ‘mijn bezorgdheid’] situeerde zich voornamelijk op het vlak van de publieke perceptie. Zelfs met de duidelijke disclaimer ‘mijn verhaal’, is de realiteit dat het publiek (en zeker de media) vaak op zoek gaat naar ‘het’ verhaal over autisme. Ze extrapoleren een individuele ervaring – hoe authentiek ook – al snel naar ‘de’ autistische ervaring.
    Jouw verduidelijking over je loopbaan als cartoonist (intuïtief, vóór de diagnose) en de impact van het ouderschap is een zeer belangrijke nuance die dat perfect illustreert.
    Ik vind het heel sterk dat je de feedback meeneemt om het ‘persoonlijke’ karakter in de communicatie nog meer te benadrukken. Dat is inderdaad de kern: hoe zorgen we ervoor dat het publiek het persoonlijke verhaal hoort, zonder het onbedoeld te veralgemenen?
    Nogmaals dank voor de constructieve dialoog en veel succes met de komende voorstellingen.

    Like

  3. Dankjewel voor je uitgebreide recensie. De voorstelling wordt in alle communicatie, flyers en brochures duidelijk aangekondigd als mijn verhaal, over mijn autisme. Niet over autisme in het algemeen, omdat ik niet voor anderen wil en kan spreken.
    De ‘oplossing’ kwam overigens niet na de diagnose: ik ben al cartoonist sinds mijn 20ste, omdat ik intuïtief toen al aanvoelde dat dat voor mij de beste keuze was. Ik kon toen prima mijn eigen keuzes en planningen maken, want niemand verhinderde dat. Met de komst van mijn eerste dochter, op mijn 30ste, botste ik op mijn limieten en liep het fout. Alle voorbeelden die ik aanhaal zijn geen karikaturen, ze zijn echt gebeurd. De humor die ik eraan toevoeg, maakt het verhaal luchtiger, want ik wil wel dat de mensen een fijne avond beleven.
    Uiteraard is dit een eenzijdig verhaal over autisme. Mijn verhaal. Ik kan dat misschien in de komende voorstelling nog wat meer benadrukken. Dat is een waardevolle tip!

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *