Een gesloten boek
Er is weinig dat mij meer fascineert dan waarover ik nu zal schrijven. Haast even fascinerend als een reportage over de bouw van Stonehenge.
Weinig scoort ook zo hoog in de lijst van meest delicate onderwerpen op een avondje. Zowel die van mezelf als die van anderen. Die van mezelf ervaar ik vaak als verrassend, onverwacht en vreemd. Die van anderen zie ik meestal als bizar, overdreven en vaak onecht, weinig authentiek. Geen van de twee zijn dus gemakkelijk te verstaan. Laat staan eenvoudig te verwoorden.
Mensen met ‘écht’ autisme zouden er geen hebben. Die met Asperger zouden ze ‘ge/verstoord’ beleven. Of ze zouden er wel hebben maar door allerlei (communicatieve) beperkingen zou het er vervormd of niet goed uitkomen. En wie denkt te weten wat ze betekenen voor mensen met autisme, die interpreteert vooral verkeerd.
De E van …
Zoals u misschien al vermoedt, heb ik het over gevoelens of emoties.
Emoties fascineren ondermeer omdat de meeste mensen, hoewel ze er zo door opgewonden raken, volgens mij eigenlijk emotioneel nauwelijks autonoom kunnen functioneren. Bij mensen met autisme lijkt dat volgens mij net andersom te zijn. Ook al denken de meeste mensen er anders over en zijn er over autisme en emoties niet zo heel veel boeken geschreven.
Af en toe komt het thema natuurlijk wel ter sprake in allerlei hulp – en oudergidsen, maar zelden volledig uitgewerkt of in het teken van probleemgedrag. Op de blogs van mensen met autisme wordt er daarentegen wel over geschreven. Maar wellicht zullen die voor de meeste zelfuitgeroepen deskundigen niet relevant genoeg zijn.
Een van de boeken in mijn kast die ik heb doorgenomen, om eerlijk te zijn met veel zwoegen, op mijn zoektocht naar wat emoties en autisme werkelijk met elkaar te maken hebben, is “Een gesloten boek: autisme en emoties” van Peter Vermeulen. Op basis daarvan heb ik deze tekst geschreven, waarin ik het boek vanuit mezelf, als een van de vele mensen met autisme, bekijk en lees.
Een emotionele ouverture …
In honderdvijfentachtig bladzijden zoekt Peter Vermeulen naar een rode draad in het gevoelsleven van mensen die autistisch denken en waarnemen. In elf hoofdstukken heeft Vermeulen het over voelen of denken, uiten, herkennen, begrijpen, inleven, intimiteit, leren en bevatten van emoties.
Emoties spelen volgens hem een centrale rol in de opvoeding van mensen, ook als vroeg of laat en beter laat dan nooit gediagnoseerd worden met het label ‘autismespectrumstoornis’. En voor wie het nog niet wist: mensen met autisme hebben werkelijk gevoelens.
Lange tijd is echter het tegenovergestelde gedacht. Ondermeer door hun als vreemd beschouwd gedrag. Maar ook omdat psychoanalytici lang dachten dat de gevoelens van de ouders een groter probleem waren dan die van de mensen met autisme, of die van de psychonanalyticus zelf.
Met de opkomst van de idee dat autisme geen emotioneel maar een cognitief probleem is, zijn emoties nog verder uit beeld geraakt. Ik hoef gelukkig niet langer bevrijd van een emotioneel trauma maar moet nu gevoelens leren begrijpen, verwoorden en gepast gebruiken.
Toch zijn emoties niet enkel in onze samenleving maar ook voor mij steeds belangrijker. Al was het maar omdat anderen toenemend emoties projecteren op mij. En vooral omdat ik weliswaar een beetje de buitenkant van mensen snap, maar nog steeds niet goed weet of er wel bij iedereen of überhaupt een binnenkant is, en wat zich daar dan wel mag afspelen.
Voelen of denken … ?
In het tweede hoofdstuk gaat Peter Vermeulen in op twee theorieën die de beperkingen vanuit het autismespectrum in de omgang met emoties en de communicatie willen verklaren. Dit zijn de affectieve theorie (autisme als een verstoorde persoonlijke verwantschap) en cognitieve theorie (een beperking in het begrijpen van gevoelens) rond autisme.
In een derde hoofdstuk draait alles rond expressie, het uiten van gevoelens. Het is duidelijk dat mensen met autisme wel willen communiceren, emotioneel contact wensen maar zeer onhandig zijn in het uiten van gevoelens, of die niet uiten volgens de ongeschreven codes.
Waar het al niet zo eenvoudig is om de emoties van anderen in te schatten, is het ook niet evident de eigen gevoelens naar waarde te schatten en zelfs juist te herkennen. Dat thema, herkennen, diept Vermeulen in het vierde hoofdstuk verder uit.
Een volgende stap is emoties begrijpen. De beperkingen op vlak van de theory of mind en de geestesblindheid die daarbij een struikelblok vormen, worden aangesneden in het vijfde hoofdstuk.
Dat alle emotie begint met opwinding en tot een hoogtepunt komt in de empathie, is zowat de rode draad in het zesde hoofdstuk. Empathie, een voorbeeld van een complexe cultureel-gecodeerde emotie, wordt daarbij tegenover sympathie, een meer eenvoudig-reflexmatige emotie gezet. Mensen met autisme blijken wel aan te voelen dat er iets verkeerd is, maar missen de empathie en de intuïtieve finesse om daar gepast op te reageren. Toch zijn het verre van psychopaten, zegt Vermeulen, want integenstelling tot psychopaten die genieten van mensen te kwetsen, weten mensen met autisme niet dat ze kwetsen. Ze zijn zelfs vreselijk onhandig in het beïnvloeden van andermans gevoelens, wat zich uit in het amper kunnen troosten en pesten. Dat laatstgenoemde mag overigens niet geassocieerd worden met testen, het controleren of neurotypicals wel hun eigen regels nog kennen en toepassen.
Vormen van contact
Over de moeilijker vormen van emotionaliteit gaat het in de volgende hoofdstukken. Om te beginnen met intimiteit, waar seks samen met romantiek en waardering een onderdeel van is. Veel draait rond het niet aanvoelen van en onvoldoende inspelen op wederzijdse verwachtingen. Mensen met autisme zouden vooral moeite hebben met de agapè, de liefde vanuit het hart.
Leren praten over gevoelens is dan ook erg moeilijk. Enerzijds omdat mensen met autisme niet gemakkelijk leren omgaan met de eigen emoties. Als dat niet gekoppel wordt aan een verbeterde communicatie tout court, lijkt dat ook erg zinloos en soms zelf schadend voor de levenskwaliteit.
Omgaan met de emoties van anderen is haast even moeilijk, en alweer is gepast reageren voor mensen met autisme het moeilijkste volgens Vermeulen. Hij is ook erg sceptisch over de verbeterbaarheid van de mogelijkheden om contact te maken na allerlei trainingen. Niet alleen de complexiteit van emoties maar ook de realiteit dat zo’n training de contextblindheid niet opheft, is een kaakslag voor wie nog gelooft dat autisme geneesbaar is. Vermeulen geeft ook terecht aan dat een van de grote problemen de projectie van gevoelens van neurotypicals op gedrag van mensen met autisme is.
Wanneer er dan wel over gevoelens en autisme wordt gepraat, gaat het enerzijds over het eigen autisme en het zelfbeeld, over depressie, onlogische angsten, en anderzijds over oplossingsgericht werken en verhelderen van emoties. Dat ‘praten’ moeten we vooral ook niet autistisch opvatten. Het hoeft niet alleen verbaal te zijn. Het kan ook schriftelijk, via een computer (coaching via chat bijvoorbeeld) of door te tekenen.
Het is dus haast om wat moedeloos te worden, want in een tijd dat iedereen de mond vol heeft van trainingen voor de bevordering van emotionele intelligentie lijkt niets te helpen om die ‘arme autistische mensen’ te helpen ? In een hoofdstuk over emotionele intelligentie laat Vermeulen zien dat er op vlak van emoties een verschil is tussen kennen en kunnen, tussen emotionele en sociale intelligentie, en tussen een mannelijke en vrouwelijk brein. Mensen met autisme blijken sterk gericht op gesloten systemen, waarin er vaste regels zijn met causaal & logisch denken, terwijl open systemen niet zozeer aan hen besteed zijn. Emotionele intelligentie is het vermogen om emoties bij zichzelf en anderen te herkennen en om met die emoties om te gaan. Mensen met autisme zijn daar duidelijk zwakker in, maar ze zijn lang niet de enige. Vermeulen besluit zijn hoofdstuk met enkele tips, ondermeer het bevorderen van oplossingsgericht denken, ook buiten sociale contexten.
Voelen als grootste handicap
‘Voelen is altijd een beetje denken’, besluit Peter Vermeulen. Gevoelens zijn een verandering in het lichaam die een betekenis krijgen in het hoofd. Aangezien mensen met autisme anders denken, anders informatie verwerken, ervaren ze ook op een andere manier gevoelens en reageren ook anders op andermans gevoelens. Ook aanvoelen is immers een beete denken. En denken over anderen is ook altijd een beetje voelen.
Dat maakt mensen met autisme natuurlijk niet minder gelukkig. Ongetwijfeld is het een cliché dat mensen met autisme onbevangen zijn. Op zich is dat wel zo, als we even alle compensatie en camouflage, alle trainingen en ‘ik mag niet zijn zoals ik ben’-vormingen achterwege laten. Maar integenstelling tot Vermeulen zegt, geloof ik niet dat ze meer kwetsbaar en naïef zijn dan de doorsneemensen zonder autisme. Ze kunnen niet manipuleren maar weten soms maar al te goed dat er gemanipuleerd wordt, en dat iets ethisch niet juist is. En dat absoluut gevoel voor rechtvaardigheid, is misschien nog de grootste handicap in onze samenleving.
Een gesloten boek is te bestellen bij de online bookshop van Autisme Centraal
P.S. Die ‘sleutel’ is dan alleen van toepassing op de desbetreffende situatie met die persoon. Dus niet voor manipulatie in het algemeen.
LikeLike
Nou ik reageer er op los blijkbaar, veel herkenning zo de laatste tijd.
“Ze kunnen niet manipuleren maar weten soms maar al te goed dat er gemanipuleerd wordt, en dat iets ethisch niet juist is.”
Ja precies! Natuurlijk heb ik het niet altijd door, maar vaak (uiteindelijk) ook wel. Ik zie en voel het recht voor mijn neus heel helder gebeuren maar weet nooit goed hoe ik er iets mee/aan kan doen. Ik ervaar dan onmacht en ontzetting en verdriet waardoor ik lam sla en niet adequaat in het moment kan handelen.
Daar komt dan bij als ik van een persoon iets doorkrijg dat ik ineens als donderslag bij heldere hemel zie wat er in het verleden gebeurd is tussen mij en die persoon, alsof ik ineens de sleutel heb gevonden.
Dan kan ik heel boos worden, me genaaid voelen, ruzie krijgen en die persoon nooit meer willen zien. Ik probeer als ik iets doorkrijg wat betreft manipulatie signalen af te geven en opmerkingen te maken die (volgens mij dan) aan zouden geven dat ik iets niet pluis vind. Helaas komen die niet aan en de ander gaat gewoon door terwijl ik het wél doorheb.
Maar na de zoveelste (voorzichtige) poging wil er wel eens bij de ander een lichtje gaan branden en gaat vervolgens doen alsof er niks aan de hand is en probeert de boel recht te breien op vreemde ontwijkende manieren alsof men op een leugen is betrapt. Maar dan houdt het tenminste op en op een of andere manier vind ik het dan ook prima. Ik weet dan dat de andere weet dat ik niet achterlijk ben en wellicht leert die persoon daar ook nog iets van hoop ik dan achteraf (mensen denken vaak dat ik dingen niet begrijp of zelfs dom ben maar ik begrijp ze heel erg goed maar ik kan het niet goed communiceren in het moment)
Ooit heb ik meegemaakt dat een persoon werkelijk zei: je hebt door wat ik aan het doen ben of niet? Ik zei ja al heel de avond. Toen werd die persoon een beetje bang, dat lijkt me eerlijk gezegd ook héél vreemd om zo betrapt te worden pas na een lange tijd omdat mijn blijkbaar ‘onzichtbare signalen’ niet gelezen of gehoord worden maar ik zou ook niet weten hoe het anders moet, ik weet niet hoe ik voor die ander dan duidelijk kan zijn.
Dus de persoon heeft nietsvermoedend al een hele waslijst aan ‘bewijsmateriaal’ geleverd en ging te pletter geschrokken zichzelf eruit proberen te draaien. Maar omdat het toch al zo open en bloot op tafel lag en het 100% zeker niet slechts speculaties van mijn kant waren werd ik (en durfde ik) boos te worden en vond dat het gerechtvaardigd was, de ander gaf het immers zelf aan dat ik het goed zag. Met als gevolg dat we elkaar nu nooit meer zien.
“En dat absoluut gevoel voor rechtvaardigheid, is misschien nog de grootste handicap in onze samenleving. ”
Helaas ben ik met mijn olifantengeheugen heel de waslijst van onethisch gedrag van die persoon nagegaan met de sleutel die ik plotsklaps vond en heb veel te lomp allerlei slechte dingen van die persoon die tussen ons gebeurd zijn in de loop der jaren, of dingen die ik wist van die persoon die pijnlijk zijn tot en met letterlijke uitspraken van jaren terug op die persoon afgevuurd in een email. En ben zo met mijn lompe olifantenpoten recht over de persoon heengewalst.
Ja en dat was dus eigenlijk niet de bedoeling maar in mijn woede wist ik niet beter, liever was ik nog vrienden en zou ik dus mijn blijkbaar voor anderen onzichtbare/onleesbare communicatie willen kunnen vertalen in het moment zelf zodat dingen eerder helder en duidelijk besproken kunnen worden en niet achteraf als de boel al geëscaleerd is.
LikeLike
Hallo Sam,
Op dit moment volg ik een opleiding orthopedagogie en creatieve therapie.
Ik moest het boek “Een gesloten boek” samenvatten en was al flink op weg.
Veel sleutels vond ik er niet. Jouw samenvatting van dit en andere literatuur, is duidelijk.
Bovendien vond ik het een meerwaarde om vanuit jouw beleving, deze samenvatting te lezen. Ik heb in mijn samenvatting naar jou gerefereerd.
Nog veel succes en plezier met je schrijven!
LikeLike