‘Hoe gaat het verder na ‘hoe gaat het met jou’?’ … autisme en communicatie

Tia, een jonge autistische vrouw die mijn blog ‘verrassend’ vindt, schrijft: ‘Wat ik echt strontvervelend vindt, is dat ik er maar niet in slaag een vervolg te maken als iemand me aanspreekt met ‘hoe gaat het met jou’ of ‘leuk weertje hé’ terwijl ik die een leuke jongen vindt en best wel verder wil praten. Nou zou ik graag weten hoe jij daar mee omgaat, met jouw vele jaren ervaring als autist?’
Als iemand me zo aanspreekt, of zou aanspreken, zomaar, zonder dat ik er op voorbereid zou zijn, of het zou zien afkomen, zou ik meestal ook niet weten wat te zeggen. Zeker niet als ik voel dat er een klik of contact is tussen ons. Dan gebeurt namelijk zo weinig dat ik eventjes van mijn melk ben op zo’n moment. Meestal ervaar ik zo’n vraag als een formaliteit, zeker als het komt van iemand met wie ik verder niet zoveel mee deel in het dagelijks leven. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik weinig ervaring heb met leuke mensen die me aanspreken met ‘hoe gaat het?’. Mensen die ik leuk vind, doen dat meestal op een andere manier.
In de meeste situaties waarin ik toch zo’n vraag krijgt, valt er dus een stilte. Ik hoop dan maar dat die andere, als ik die leuk vindt, daar mee om kan. Een stilte kunnen laten vallen vind ik trouwens een goed begin om verder te gaan met iemand, op welke weg dan ook. Je kan ook best ‘laat me even denken’ zeggen, en dan een stilte laten vallen, of de zin ‘dat kan ik nu niet meteen in één twee drie verwoorden’, maar ik heb de indruk dat mensen dat vaak te moeilijk vinden.
Vanaf dat moment zijn er volgens twee opties: ofwel richting formaliteit ofwel naar een ontmoeting met oprechte interesse. Als die ander moeilijk met mijn stilte kan omgaan, en zich opdringerig of flauw begint te gedragen, zou ik richting formaliteit gaan. Dan zeg ik meestal ‘ik moet even verder’ en loop ik weg.. Als het iemand is waarbij ik oprechte interesse ervaar, dan zie ik dat als een uitnodiging om mijn ervaring van het moment in minder dan 2 minuten te vertellen. Dan kaats ik gelijk de vraag terug, en hoop dat de ander iets zinnigs over zichzelf heeft te vertellen. En de rest van het verhaal laat ik over aan een gelukkig toeval.