Waarom autisme ook een aandoening kan zijn … autisme en beeldvorming

Het is belangrijk om een kritische houding aan te nemen wanneer we discussiëren over complexe en gevoelige onderwerpen zoals neurodiversiteit, in het bijzonder ADHD en autismespectrumstoornis (ASS). De lezersbrief van een autistische persoon die reageert op het interview met professor Iris Sommer in het tijdschrift Humo 4355 illustreert de noodzaak van een genuanceerde benadering van deze thema’s.
De autistische lezer reageert op een artikel dat een fascinerende en gedetailleerde inkijk geeft in de rol van het microbioom en de darmgezondheid bij neurologische en psychiatrische aandoeningen, inclusief autismespectrumstoornis (autisme). Het verbindt de ontwikkeling van het microbioom met de mentale gezondheid. In het interview deelt professor Iris Sommer interessante inzichten over hoe onze darmflora, diepgaand beïnvloed door onze voeding en vroege levenservaringen, een rol speelt bij de ontwikkeling van aandoeningen zoals autisme.
Het interview in Humo benadrukt de complexe interactie tussen onze darmen en hersenen. De nervus vagus, die de darmen met de hersenen verbindt, illustreert deze innige relatie. Het microbioom speelt niet alleen een rol in de afbraak van voedsel en medicatie maar beïnvloedt ook de productie van neurotransmitters zoals serotonine en dopamine. Dit kan belangrijke implicaties hebben voor de behandeling van autisme, waarbij soms atypische neurotransmitteractiviteit wordt waargenomen.
Opvallend is de vermelding van de Franse studie over het gebruik van probiotica bij zwangere vrouwen en de mogelijke preventieve impact op ADHD en autisme bij hun kinderen. Dit suggereert dat vroege interventie in de darmflora ontwikkeling bij kinderen potentieel beschermend kan werken tegen het ontwikkelen van deze stoornissen.
Het interview wijst ook op de vaak voorkomende maag-darm problemen bij personen met autisme, en lijkt de hypothese te ondersteunen dat er een bidirectionele relatie bestaat tussen de hersenen en de darmen. Deze bevindingen zouden kunnen leiden tot nieuwe therapeutische benaderingen die zich richten op de darmgezondheid, naast de traditionele gedrags- en medicamenteuze behandelingen voor autisme.
Tot slot, de discussie over het belang van voeding en de impact van het moderne dieet op de darmflora en daarmee de mentale gezondheid, is volgens sommige mensen relevant en volgens anderen dan weer niet. Het artikel in Humo lijkt volgens mij vooral het belang van een holistische benadering van gezondheid te benadrukken, waarbij alle aspecten worden weergenomen, niet enkel de fysieke of geestelijke. Ook al is het best ok om het daar niet mee eens te zijn, ik vind dat het artikel in Humo vooral een hoopvol perspectief wil bieden voor mensen die zoeken naar behandelingen die verder gaan dan de traditionele methoden.
Over de lezersreactie zelf heb ik een aantal bedenkingen. De lezersreactie zelf zet ik hieronder :
Ik wil graag reageren op het interview met professor Iris Sommer in Humo 4355. Daarin noemt ze ADHD en autismespectrumstoornis (ASS) aandoeningen. Dat slaat nergens op. In zijn boek ‘De patroonzoekers’ schrijft psycholoog Simon Baron-Cohen dat autisme zo’n 100.000 tot 70.000 jaar geleden een evolutionaire functie had en nooit is weggeselecteerd. Neurodiversiteit was en is nuttig, want die biedt de soort meer kans op overleven. Wij, autisten, zijn het beu te moeten horen dat we aan een aandoening lijden die vooral voorkomen en genezen moet worden. Autisme is niet te genezen en biedt zelfs evolutionaire voordelen.
Ten eerste, het categoriseren van ADHD en ASS als ‘aandoeningen’ door professor Sommer kan volgens mij inderdaad worden gezien als een traditionele medische benadering, die vaak gericht is op het diagnosticeren en behandelen van afwijkingen van een zogenaamde ‘norm’. Dit perspectief is beperkend en doet geen recht aan de volledige complexiteit en variabiliteit van de menselijke ervaring. Alle andere informatie in het interview met prof. Sommer zou ik ook onderbrengen in de medische benadering. Het is niet dat het het interview alleen autisme medicaliseert. Dat het tijdschrift deze prof. aan het woord laat, zegt meer over het tijdschrift dan over wat de prof. laat optekenen.
De schrijver van de lezersbrief brengt een wel belangrijk punt naar voren door te verwijzen naar het werk van psycholoog Simon Baron-Cohen, die in zijn boek ‘De patroonzoekers’ de evolutionaire achtergrond en de waarde van neurodiversiteit benadrukt. Baron-Cohen’s perspectief biedt een alternatieve kijk op autisme, niet als een defect of stoornis, maar als een verschillende manier van zijn die evolutionaire voordelen kan hebben. Dit idee draagt bij aan de groeiende erkenning van neurodiversiteit als een essentieel en waardevol aspect van de menselijke variatie. Toch betekent dit niet noodzakelijk dat dit perspectief als het enige goede moet worden gezien. Het is een perspectief naast alle andere.
Ik vind het belangrijker, en een gemiste kans, zowel van de professor als de lezer die reageert met een lezersbrief, om een evenwicht te vinden tussen het erkennen van de voordelen van neurodiversiteit en het onderkennen van de uitdagingen, beperkingen en lijdenservaringen waarmee veel mensen met ADHD en autisme te maken krijgen. Ik vind het een misvatting om te stellen dat deze condities uitsluitend voordelig zijn en niet als aandoeningen kunnen worden beschouwd. Veel mensen met ADHD of autisme ervaren aanzienlijke moeilijkheden in hun dagelijks leven en hebben behoefte aan ondersteuning en aanpassingen. De strijd tegen stigmatisering en het pleiten voor acceptatie mag niet leiden tot het bagatelliseren van hun realiteit.
Een derde maar niet minder belangrijke bedenking bij de reactie is het gebruik van “Wij, autisten”. Ik heb het dan niet zozeer over de benaming ‘autisten’. Wat mij betreft is die best ok. Het gaat meer over de ‘wij’ in samenhang met ‘zijn het beu te horen dat we aan een aandoening lijden’. Er zijn volgens mij best wel wat autistische mensen die wel het gevoel hebben aan een aandoening te lijden, net zoals er sommige autistische mensen vinden dat ze liever hun autisme hadden kunnen voorkomen (of zelfs genezen). Zelf vind ik heel wat aspecten van mijn autisme een aandoening, maar lang niet allemaal, en niet in alle situaties.
Daarom is het van belang om een genuanceerd standpunt in te nemen. Ik vind het belangrijk te erkennen dat de termen ‘aandoening’ of ‘stoornis’ in sommige contexten nuttig kunnen zijn voor het begrijpen en ondersteunen van individuen met ADHD of autisme. Tegelijkertijd wil ik ook de waarde van neurodiversiteit en de unieke bijdragen van mensen met deze kenmerken aan onze samenleving blijven erkennen en waarderenn. Het is een kwestie van zowel de uitdagingen als de voordelen te erkennen, zonder te vervallen in een eenzijdig beeld van ADHD en ASS als uitsluitend negatief of positief. Dat is zeker niet eenvoudig in een korte lezersbrief, daar ben ik me van bewust, maar het is een talent dat ook autistische mensen kunnen hebben, daar ben ik van overtuigd.