‘Hoe weet ik of ik neurotypisch, neurodivergent, neurodivers of normaal ben?’ … autisme en neurodiversiteit

Als ik de vragen in de mails die ik krijg bekijk, valt het op dat veel mensen vragen stellen over de inhoud van termen. Ofwel willen ze graag weten waar er een duidelijke, verstaanbare uitleg is te vinden. Ofwel zoeken ze naar de term die bij hun eigenheid past. Dat is vaak niet eenvoudig, zeker niet als het gaat over neurodiversiteit en autisme.
Zo vraagt Kim, een lezeres van in het begin van Tistje.com, mij of ik min of meer verstaanbaar voor leken kan uitleggen hoe ze kan weten of ze neurotypisch, neurodivergent, neurodivers of normaal is. Kim schrijft dat ze geen enkele officiële diagnose heeft en zich ook nergens mee associeert of identificeert.
Volgens mij is het tonderscheid tussen neurotypisch, neurodivergent, neurodivers en normaal gebaseerd op de manier waarop iemands brein functioneert en informatie verwerkt. Hier zijn enkele richtlijnen om te overwegen:
- Neurotypisch: Dit verwijst naar personen wiens neurologische ontwikkeling en functioneren overeenkomen met wat de samenleving als ‘normaal’ beschouwt. Neurotypische mensen hebben doorgaans geen significante neurologische aandoeningen of variaties die hun leerproces, communicatie of sociale interacties sterk beïnvloeden. Ze kunnen natuurlijk wel problemen of beperkingen ervaren op andere vlakken, die even ingrijpend zijn in hun levenskwaliteit en sociale relaties. Neurotypisch betekent geenszins perfect of probleemloos leven.
- Neurodivergent: Deze term wordt gebruikt voor individuen wiens neurologische structuur en functioneren afwijken van de heersende maatschappelijke standaarden van ‘normaal’. Dit kan mensen omvatten met autisme, ADHD, dyslexie, en andere neurologische of ontwikkelingsaandoeningen. Neurodivergentie omvat dus alles wat afwijkt van het normale in psychische zin, op psychiatrische aandoeningen zoals bepaalde stemmingsstoornissen en psychosegevoelige aandoeningen na. Niet alle neurodivergente mensen hebben een handicap, ook al zijn er sommigen die zich op geen enkel vlak beperkt ervaren.
- Neurodivers: Deze term wordt gebruikt als een brede categorie die zowel neurotypische als neurodivergente personen omvat. De term erkent de diversiteit in neurologische functioneren binnen de bevolking.Niet iedereen is neurodivers. Mensen met bepaalde psychiatrische stoornissen (depressie, psychotisch spectrum), neurodegeneratieve aandoeningen, traumatische hersenletsels, verstandelijke beperkingen, ernstige persoonlijkheidstoornissen of dissociatieve identiteitstoornissen, epilepsie, chronische pijnaandoeningen en infectieziekten die het neurologisch weefsel aantasten, zijn neurodivers noch neurotypisch.
- ‘Normaal’: Dit is een term waarvan de inhoud ongeschreven collectief en cultureel overeengekomen is. Het is meestal duidelijk voor normale mensen wie normaal is, maar wie abnormaal is zal dat eerder cultiveren of relativeren. Het is belangrijk om voorzichtig te zijn met het gebruik van ‘normaal’ in discussies over neurodiversiteit, omdat het gevoelig ligt bij veel neurodivergente mensen. Je kan binnen ‘normaal’ ook nog een onderscheid maken in categorieën die dezelfde zijn als deze gebruikt voor het indelen van handicaps, chronische ziekten, beperkingen en anders-zijn.
Als je wil bepalen of je neurodivergent, neurotypisch, of ‘normaal’ bent, kan dat ingewikkeld zijn. Hier zijn enkele methoden om daarin duidelijkheid te krijgen.
- Zelfreflectie en Observatie: Mensen kunnen soms zelf herkennen dat hun manier van denken, leren, of interactie met de wereld verschilt van wat als ‘standaard’ wordt beschouwd. Dit kan gaan om moeilijkheden met sociale interacties, gevoeligheid voor zintuiglijke input, of uitdagingen in traditionele leeromgevingen. Sommige mensen houden het daarbij en associëren of identificeren zich met een van de vier categorieën hierboven besproken.
- Feedback van Anderen: Soms merken vrienden, familieleden, leraren of collega’s bepaalde kenmerken of gedragingen op die kunnen wijzen op neurodivergentie. Ook aftoetsen bij neurodivergente mensen kan, ook al kan iedereen in principe beweren het te zijn, terwijl dat niet zo duidelijk is. De meeste mensen zullen je niet als neurotypisch beschrijven omdat dit zo vanzelfsprekend is voor hen dat ze er niet aan denken.
- Onderzoek en Informatie: Lezen over neurodiversiteit en de verschillende neurodivergente condities (zoals ADHD, autisme, dyslexie, etc.) kan helpen bij het begrijpen van deze concepten en het identificeren van overeenkomsten met eigen ervaringen. Bij sommige mensen blijft het bij een zelfidentificatie of zelfassociatie met de classificaties (‘ik ben autistisch’) terwijl anderen, vooral met een wens tot ondersteuning door professionals, doorgaan naar stap 4, de professionele beoordeling. Onderzoek en informatie kan natuurlijk ook gebeuren binnen een hulpverlenings – of therapeutisch traject. In dat geval kan het zijn dat professionele beoordeling niet langer nodig is, en blijft het bij een werkdiagnose of een (bijna) bevestigd vermoeden.
- Professionele Beoordeling: Voor een formele, officiële diagnose is het raadzaam aan te kloppen bij een diagnostisch team. Ingeval van een vermoeden van autisme kan dat bijvoorbeeld een autismecoach, psycholoog, psychiater, therapeut of andere hulpverlener die verbonden is in een netwerk of een multidisciplinair team zijn. Zij kunnen gestructureerde beoordelingen en tests uitvoeren om te bepalen of er bij je sprake is van een neurodivergente conditie. Er bestaat voorlopig nog geen diagnostisch centrum om na te gaan of je neurodivergent zou zijn of, in het andere geval, of je uitgesloten zou kunnen zijn van de neurodiversiteit.
Het is belangrijk om te benadrukken dat er het concept van neurodiversiteit moeite heeft met maatschappelijke structuren waarin er een vrij absolute grens is tussen normaal of abnormaal. De meeste bronnen over neurodiversiteit benadrukken dat dat er geen ‘normale’ of ‘abnormale’ manier van neurologisch functioneren is, maar een spectrum van diversiteit, terwijl ze toch een onderscheid maken tussen neurotypisch als meer sociaal geïntegreerd, neurodivergent als veeleer eigenzinnig, neurodivers als de verzameling van beiden (en wat restgroepen) en daarnaast mensen die overal buiten vallen (tenzij dan de menselijke diversiteit).