Hoe comfortabel voel je op een zonnige dag op het strand? … autisme en hypothese

Wat te doen als je op een zonnige, zeg maar hete, dag op een vrij goed, maar nog niet overbevolkt strand, als autistische blogger, met zijn liefste? Er staat een stevig zeebriesje, er loopt veel volk rond, al dan niet schaars gekleed. Er lopen ijsjesverkopers rond, leurders met wafels, ehbo-helpers en soms de politie, in zomers uniform. En dan heb je nog de mama’s en papa’s die net gemerkt hebben dat hun kindjes niet meer zijn teruggekeerd van hun trip naar zee, of van het speelkameraadje.
Veel mensen zien het als een gelegenheid om te genieten van de zon, de zee en sociale omgang. Zelf ben ik liever op het strand als het wat minder vol is, meestal in mei of september. Maar nu ben ik hier, in mijn supersexy spannende speedo-zwembroek, mijn dunnen t-shirt, en hippe zonnebril van Hugo Boss (UV-index 4). Gelukkig is er goede wifi op dit deel van het strand, en er worden ook stoeltjes en zelfs tafeltjes verhuurd. Er is een douche vlakbij, en je kan hier met een gehuurde speciale rolstoel tot aan en zelfs in het water rollen. Als vakantiebaantje heb ik dit enkele keren gedaan, vanuit een goed uitgeruste uitvalsbasis op de zeedijk, inclusief douche en mogelijkheid om spulletjes weg te bergen.
Tegenwoordig lig, zit of hang ik hier te roosteren, ingesmeerd met factor 50+, speciale brons inclusief, omdat ik uit mezelf, door een stofwisselingsziekte, niet kan bruinen. Dankzij de nieuwe zonnecrème-technieken kan ik dat sinds enkele jaren wel, en nu maak ik er gebruik van. Met mijn ipad, ereader, papieren boek, schrijfgerief en schrijfblok bij de hand, koele drankjes en gezonde hapjes in de koelbox, kan ik er wel enkele uren tegen. Het papieren boek is al redelijk snel uit. Het gaat, kort door de bocht, over ‘autistische intelligentie’, en hoe autistisch denken leren kennen de grenzen van het al dan niet gezond verstand van anderen kan blootleggen en deze grenzen kan leren uitbreiden.
Om me niet meteen te storten op eten en drinken, en daarna niets meer om handen te hebben, besluit ik een denkoefening te doen. Ik besluit te bedenken wat het comfortniveau van zowel autistische als niet-autistische mensen op het strand en de situatie waarin ik bevind zou kunnen bepalen, en dat vervolgens te gieten in een soort wiskundige formule.
Factoren die volgens mij het comfortniveau beïnvloeden zijn de sociale omgeving (de kwaliteit van sociale omgang en de sfeer, in mijn geval een chaotische sociale omgeving die af en toe ook gezellig kan zijn), zintuiglijke belasting (geluid, licht, aanraking, geur, …), temperatuur en weer (hitte, vochtigheid, intensiteit van het zonlicht), fysieke ruimte, eigen regulatiemogelijkheden (zonnebrillen, parasols, de mogelijkheid me terug te trekken), structuur en voorbereiding, emotionele verbinding en gezelligheid, en de mogelijkheid tot ontspanning en vrijetijd (vermogen om te ontspannen).
Om het comfortniveau te berekenen, kom ik tot volgende formule:

De w1 tot en met w8 geven hoe belangrijk elke factor is voor het totale comfort. Zo zijn de nodige hulpmiddelen die ik mee heb om de tijd door te brengen heel belangrijk (10), net zoals de structuur en de voorbereiding van de dag (10). Ingeval van een maximaal comfort is C=(5×8)−(9×0)−(8×2) +(7x⋅9) +(1×10) +(9×10) +(4×7) +(5×8) =40-0-16 +63+100+90+28+48=353.
Uiteindelijk is deze berekening van het comfortniveau veeleer een spielerei en persoonlijk. Veel hangt af van hoe gevoelig ik er op dat moment voor ben, en voor de veranderingen in de omgeving. Verder heeft het opmaken van de formule me vooral geholpen om de tijd op het strand zo aangenaam mogelijk door te brengen. Voor ik het wist, was het alweer tijd om terug naar mijn comfortzone thuis te vertrekken.