De tiende in de reeks van 1000 vragen aan jezelf-blogs.  Over het meest beduimelde boek dat ik heb, of ik vaker ja of nee zeg, of ik wel eens het voorwerp ben van roddel. Daarnaast gaat het over goed kunnen autorijden, wat ik zou doen mocht ik niet meer hoeven te werken, wat er anders had moeten gaan in mijn liefdesleven, hoe een avondje uit er bij voorkeur uit ziet en of Tistje ooit de weg heeft overtreden.

91. Wat is je meest beduimelde boek?

Doorgaans ben ik erg netjes op mijn boeken. Veel netter dan bij het gebruik van mijn computer of tablet. Wellicht komt dat onder andere doordat ik in verschillende openbare bibliotheken heb gewerkt, en gezien heb hoe oneerbiedige sommige mensen met boeken omgaan. Ik denk dat mijn meest beduimelde boek op dit moment Liefde in tijden van cholera is, ook al omdat het een Rainbow Pocketversie is, en ik het vaak meeneem in mijn zak. Een tijdlang was het Het Parfum van Süskind, maar dat heb ik uiteindelijk weggedaan, en meteen een ander exemplaar aangeschaft. 

92. met wie whatsapp je het meest?

Whatsapp is een van die vele apps die ik niet gebruik, onder andere omdat je er een smartphone voor nodig hebt – voor zover ik heb begrepen.

93. zeg je vaker ja of nee?

Ik heb zelf de indruk dat ik absoluut te vaak ‘ja’ zeg, maar ik heb nog een statistisch onderzoek kunnen doen. Waarschijnlijk zou zo’n onderzoek uitwijzen dat het verschil niet betekenisvol is, dus evenveel ja als nee. Mijn ‘nee’ is overigens altijd een ‘nee’, en mijn ja altijd een ja, voor zover dat bij anderen niet het geval mocht zijn.

94. ben je weleens het onderwerp geweest van roddel?

Het zou wel erg ijdel van mezelf zijn om ook maar te denken dat ik het onderwerp zou kunnen geweest zijn van roddel. Ik zou ook niet weten waarover iemand zou kunnen roddelen en zou dat wel het geval zijn, dan zal het wel een heel korte roddel zijn, of tussen mensen met veel tijd, weinig fantasie en veel frustraties.

95. wat zou je doen als je niet meer hoefde te werken?

In de veronderstelling dat wat ik doe ooit als werk wordt beschouwd, zou ik, als ik niet meer hoefde te werken, vooral doen wat ik altijd heb gedaan, maar dan op een duurzame, volhoudbare manier, die ruimte laat voor een goed leven en volstaat om mijn rekeningen te betalen.

96. kan je goed autorijden?

Of ik goed kan autorijden, is volgens mij afhankelijk van de context, aan wie je het vraagt, over welke situaties het gaat en wat als je norm beschouwt voor goed autorijden. Als dat beoordeeld wordt op rijbewijs behalen, aantal jaar rijden en mate van menselijke en materiële schade, strafblad met overtredingen, verzekeringspremie, en vervoer van kwetsbare groepen … dan ben ik waarschijnlijk een uitzonderlijk goed bestuurder. Zelf vind ik een goed bestuurder eerder iemand die zich kan aanpassen aan de passagiers die hij of zij vervoert en vertrouwen uitstraalt door diens rijstijl, zodat iemand zonder wagenziekte of schokken ter plekke komt en zich tijdens de rit veilig en rustig voelt.

97. wil je dat mensen je aardig vinden?

Het hangt ervan af welke mensen het zijn en op welke manier ze aardig zijn. Van sommige mensen heb ik liever niet dat ze me aardig vinden, omdat dit voor mij betekent dat ik te aardig ben tegenover hen terwijl ik een hekel heb aan hen en aan wat ze doen of zeggen. Van andere mensen vind ik het leuk dat ze me aardig vinden, maar is er vast een goede reden dat ze me niet aardig vinden, denk ik dan. Een reden die voor een deel met mij heeft te maken en voor een deel met hun leven en toevallige samenloop van omstandigheden.

98. wat had je anders moeten doen in je liefdesleven?

Aangezien mijn liefdesleven nog maar net is begonnen, denk ik voorlopig niet dat ik iets anders had moeten doen. Ik ben nog lang niet oud genoeg om daarop terug te kijken.

99. wat doe je het liefst op een avondje uit?

Op een avondje uit wandel ik het liefst een stukje naar een stille plek in de natuur, het liefst als het warm genoeg is, om, liefst met iemand of mensen die ik graag heb, stil te zitten kijken naar de prachtige natuurverschijnselen, of met veel liefde te filosoferen of herinneringen op te halen, of verhalen te vertellen, eventueel met niet te moeilijk spelletje, met een lach en een traan, met wat hapjes en drankjes (zonder dronken te worden), om dan op het gemak naar huis te wandelen.

100. heb je ooit de wet overtreden?

Niet in de zin dat het in aanmerking komt voor mijn strafblad. Het gebeurt eerder dat ik de wet te strikt toepas dan nodig is binnen een bepaalde context.