Mooi en dom of slim en lelijk? … dilemma’s in het leven
Heel af en toe kan televisie mij inspireren. Onlangs gebeurde dat met een rubriek uit het VRT-programma ‘Iedereen Beroemd’ waarin een aantal duo’s zich boog over een of ander dilemma. Daarbij gaat het om een moeilijke keuze die men moet maken tussen twee onaangename zaken.
Deze week kwam de keuze tussen mooi en dom versus slim en lelijk, dus kort door de bocht tussen schoonheid en intelligentie aan bod. Geen van de twee keuzes spreekt echt aan. Sinds mijn middelbare studies heb ik dit dilemma helaas al meermaals voorgeschoteld gekregen. Op toegangsexamens, bedrijfstesten, groepssessies, en in cursussen of opdrachten voor papers heb ik er al veel op gezwoegd.
Sindsdien heb ik ook al enkele boeken over het dilemma gelezen. Ik raak er niet echt veel wijzer door. Er zijn immers zoveel interpretaties van zowel mooi, dom, slim en lelijk, van schoonheid en intelligentie, dat ik er een punthoofd van krijg. Intussen weet ik dat er in onze samenleving doorgaans voor intelligentie wordt gekozen. Of toch voor een van de vele variaties. Schoonheid in het algemeen, dus zowel van binnen als van buiten, wordt in bevragingen meestal pas op de zesde plaats gezet. Na autoriteit, (zelf)vertrouwen, roem en wilskracht.
Zelf ben ik geëvolueerd in de benadering van dit dilemma. Vroeger wou ik mij er snel van af maken. Een jaar of twintig terug schreef ik dat alles afhangt van de omstandigheden, van degene die vergelijkt en van degene die oordeelt, en van de context waarin dat gebeurt. Ook de uitstraling, de levenservaringen en het zelfbeeld hadden volgens mij invloed op wat iemand zou kiezen.
Uit de rubriek bij Iedereen Beroemd bleken vooral die laatste twee doorslaggevend. Dat ware schoonheid van binnen zit, klinkt mooi in een lied of gedicht, maar bij mij is het binnenin vooral bloed, bot, pus en onverteerd voedsel.
Toen ik het, bij wijze van experiment, aan mijn huidarts/plastisch chirurg vroeg, antwoordde die dat er ‘uiteraard nog heel veel werk is aan mij’. Vanaf een investering van 5000 euro zou ik in mijn zwembroekje en blote mannenbast op het strand weer toonbaar zijn en niet meer moeten vrezen voor wat Sartre de blik van de walging voor de lelijkheid noemde. Ik vrees dus dat ik te arm ben om als mooi over te komen.
Ook wie denkt slim te zijn, kan wel eens teleurgesteld zijn. Jezelf slim noemen vind ik al geen goed idee. Het voelt voor mij aan als liegen. Het lijkt of je jezelf afzet tegenover anderen die je in het hokje ‘dom’ drukt. Een het schept onrealistische verwachtingen. Niet in het minst kan het gebruikt worden om je neus op falen te drukken. Zoals ‘als je zo slim bent, waarom ben je dan niet gelukkig?’.
Slim zijn is vatbaar voor duizend en een interpretaties. We zijn lang niet zo slim als we denken, en dat begint met weten wat we onder slim verstaan. Meestal wordt daarmee bedoeld dat je snel van gedachten of van begrip bent, of daar minstens blijk van geeft. Slim zijn betekent dus gewoon snel zijn, en heeft minder te maken met trage precisie of brede interesse. In het dialect van mijn streek is een ‘snelle’ man of vrouw echter ook mooi van uiterlijk. Aangezien ik veel tijd nodig heb om tot overzicht te komen, ben ik niet zo snel, en dus strikt genomen ook niet slim.
Tot slot heeft veel in dit dilemma te maken met vergelijkingen, en daar ben ik zelf niet zo goed in. Dat merk ik telkens iemand mij zegt ‘maar je ziet er nog veel jonger en nog mooi uit voor je leeftijd’. Dat neem ik dan aan als een schouderklopje. Als ik mezelf ga vergelijken, is het meestal met de verkeerde mensen, en dan is de verleiding erg groot om te kiezen voor ‘mooi en dom’. Omdat ik graag mooi zou zijn en omdat ik slim genoeg ben om te weten dat ik niet slim ben. Zeker niet als het praktische slimheid aangaat.
wat een heerlijke blog!
LikeGeliked door 1 persoon