‘Een radicale weigering om codes en conventies te accepteren’ … autisme en beeldvorming

Recent is gesuggereerd dat Wittgenstein autisme had en wellicht leed aan het syndroom van Asperger. Dat zou niet alleen zijn logisch-analytische vermogen en zijn muzikale talent verklaren – hij had een absoluut gehoor, leerde zichzelf klarinet spelen en kon ingewikkelde partituren fluiten – maar ook zijn dwangmatige gedrag en zijn beperkte sociale vaardigheden. Al kun je dat laatste ook interpreteren als een radicale weigering om in de omgang met anderen allerlei codes en conventies te accepteren. Hij haatte ambigu gedrag en bijbedoelingen. Misschien was hij daarom zo gefascineerd door de harde directheid van detectiveromans en Amerikaanse B-films?
Erwin Jans in ‘Denker zonder das: hoe de Tractatus van Ludwig Wittgenstein 100 jaar later blijft fascineren (Knack, 26 januari 2022)